6 Geologische bewijzen voor de Genesis-vloed

by | mei 17, 2022 | Geologie, Zondvloed

vloed

Dit is het begin van een serie artikelen over de geologische bewijzen voor de Genesis-vloed. Elk artikel zal één bewijs behandelen. Dit eerste artikel is simpelweg een overzicht van alle bewijzen die nader besproken zullen worden.

Heb je weleens met een mond vol tanden gestaan toen je werd gevraagd om geologisch bewijs dat de Genesis-vloed echt heeft plaatsgevonden, precies zoals de Bijbel beschrijft? Dan is het volgende voor jou.

Dit artikel biedt een overzicht van zes geologische bewijzen voor de Genesis-vloed, en in een serie van zes hierop volgende artikelen, zal elk geologisch bewijs uitgewerkt worden. Samen bieden ze jou, en anderen, toerusting en een leermiddel.

Hoe komt het dat veel mensen, inclusief veel Christenen, de geologische bewijzen voor de Genesis-vloed niet kunnen zien? Doorgaans komt dat doordat ze zich laten leiden door het evolutionaire idee dat “het heden de sleutel is tot het verleden.” Omdat de hedendaagse geologische processen zo langzaam gaan, zijn ze ervan overtuigd dat de steenlagen van de aarde er miljoenen jaren over hebben gedaan om zich te vormen.

Echter, als de Genesis-vloed echt heeft plaatsgevonden, naar wat voor bewijs zouden we dan zoeken? We lezen in Genesis 7 en 8 dat “de fonteinen van de grote diepte” openbraken en water uitgoten vanuit de aarde gedurende 150 dagen (5 maanden). Ook regende het onstuimig en wereldwijd gedurende 40 dagen en nachten (“de sluisdeuren [of hemelvensters] werden geopend”). Geen wonder dat alle hoge heuvels en de bergen werden bedekt, wat betekent dat de aarde door een wereldwijde oceaan was bedekt (“de wereld die er toen was, overspoeld door het water, verging,” 2 Petrus 3:6). Al het ademende leven op het land werd weggevaagd en verging.

Dus naar wat voor bewijs zouden we zoeken? Zouden we niet verwachten om miljarden dode planten en dieren te vinden, begraven en gefossiliseerd in zand, modder en kalk, dat met hoge snelheid door water was afgezet in steenlagen over de gehele wereld? Natuurlijk! Dat is precies wat we vinden. Gebaseerd op de beschrijving van de vloed in Genesis 7-8, zijn er inderdaad zes belangrijke geologische bewijzen die getuigen van de Genesis-vloed.*

Zes geologische bewijzen voor de Genesis-vloed

fossiel graven

Bewijs 1. Fossielen van zeedieren hoog boven zeeniveau doordat het oceaanwater de continenten overspoelde

We vinden fossielen van zeedieren in steenlagen die alle continenten bedekken. Bijvoorbeeld: de meeste steenlagen in de wanden van Grand Canyon (meer dan een mijl boven zeeniveau) bevatten zeefossielen. Gefossiliseerde schaaldieren worden zelfs in de Himalaya gevonden.

Bewijs 2. Snelle begraving van planten en dieren

We vinden uitgebreide fossiele “begraafplaatsen” en voortreffelijk bewaarde fossielen. Bijvoorbeeld zijn er miljarden fossielen van nautiloidea gevonden in een laag in de Redwall Limestone van Grand Canyon. Deze laag is op catastrofale wijze afgezet door een massale golf van sediment (voornamelijk kalkzand). De kalk- en steenkoolbedden van Europa en de Verenigde Staten, en de fossielen van onder andere vissen, ichthyosauriërs en insecten wereldwijd, getuigen van catastrofale vernietiging en begraving.

Geologische bewijzen voor de Genesis-vloed 3

Bewijs 3. Snel afgezette sedimentlagen verspreid over uitgestrekte gebieden

We vinden steenlagen die wijdverspreid over continenten kunnen worden getraceerd – zelfs tussen continenten – en fysieke kenmerken in deze lagen tonen aan dat ze met hoge snelheid zijn afgezet. Bijvoorbeeld de Tapeats Sandstone en Redwall Limestone van Grand Canyon kunnen worden getraceerd over de gehele Verenigde Staten, tot in Canada, en zelfs dwars door de Atlantische Oceaan tot aan Engeland. De kalkbedden van Engeland (de witte klippen van Dover) kunnen worden getraceerd dwars door Europa tot in het Midden-Oosten, en zijn zelfs gevonden in het middenwesten van de Verenigde Staten en in West-Australië. Hellende lagen in de Coconino Sandstone van Grand Canyon getuigen van 10.000 kubieke mijlen zand die slechts in dagen zijn afgezet door enorme waterstromingen.

Bewijs 4. Sediment vervoerd over lange afstanden

We ontdekken dat de sedimenten in die wijdverspreide, snel afgezette steenlagen geërodeerd moeten zijn van afgelegen bronnen en over lange afstanden vervoerd door snel bewegend water. Bijvoorbeeld het zand van de Coconino Sandstone van Grand Canyon (Arizona) moet geërodeerd en vervoerd zijn vanaf het noordelijke deel van wat nu de Verenigde Staten en Canada is. Verder laten snelheidsindicatoren (zoals ribbelingen) in steenlagen zien dat gedurende “300 miljoen jaar” waterstromingen constant van het noordoosten naar het zuidwesten stroomden, dwars door geheel Noord- en Zuid-Amerika, wat natuurlijk alleen mogelijk is tijdens een wereldwijde vloed die enkele weken duurde.

Bewijs 5. Snelle of geen erosie tussen lagen

We vinden bewijs van snelle erosie, of zelfs van geen erosie, tussen steenlagen. Vlakke, messcherpe grenzen tussen steenlagen wijzen op continue afzetting van de ene laag na de andere, zonder tijd voor erosie. Er is bijvoorbeeld geen bewijs voor “missende” miljoenen jaren (van erosie) in de vlakke grens tussen twee bekende lagen van Grand Canyon – de Coconino Sandstone en de Hermit Formation. Een ander indrukwekkend voorbeeld van vlakke grenzen in Grand Canyon is de Redwall Limestone en de lagen daaronder.

Geologische bewijzen voor de Genesis-vloed 4

Bewijs 6. Veel lagen snel achtereenvolgend afgezet

Normaal gesproken buigen rotsen niet; ze breken doordat ze hard en broos zijn. Maar op veel plekken vinden we hele reeksen lagen die gebogen zijn zonder te breken, wat aantoont dat alle steenlagen met hoge snelheid afgezet zijn en gebogen terwijl ze nog nat en buigzaam waren, voordat ze hard werden. Bijvoorbeeld de Tapeats Sandstone in Grand Canyon is gebogen in een rechte hoek (90°) zonder bewijs van breken. Deze buiging heeft echter alleen plaats kunnen vinden nadat de rest van de lagen werd afgezet, zogenaamd gedurende “480 miljoen jaar,” terwijl de Tapeats Sandstone nat en buigzaam bleef.

Conclusie

Jezus Christus onze Schepper (Johannes 1:1-3; Kolossenzen 1:16-17), die de Waarheid is en nooit tegen ons zou liegen, zei dat tijdens de “dagen van Noach” (Mattheüs 24:37; Lukas 17:26-27) “Noach de ark binnenging” en “de vloed kwam en hen allen wegnam” (Mattheüs 24:38-39). Hij sprak over deze gebeurtenissen als werkelijke, letterlijke geschiedenis, een wereldwijde vloed beschrijvend die al het leven op het land, dat niet in de ark was, vernietigde.

Daarom moeten we geloven wat Christus ons vertelde, en niet de ideeën van feilbare wetenschappers die er niet bij waren om te zien wat er vroeger op aarde gebeurde. Het zou ons dus niet moeten verrassen als het geologische bewijs in Gods wereld (op de juiste manier begrepen door de juiste vragen te stellen) precies overeenkomt met Gods Woord, bevestigd door Jezus Christus.

Dit artikel is vertaald en afkomstig van https://answersingenesis.org/the-flood/geologic-evidences-for-the-genesis-flood/

* Deze geologische bewijzen zijn uitgewerkt door mijn collega Dr. Steve Austin (Institute for Creation Research) in zijn boek Grand Canyon: Monument to Catastrophe, pagina’s 51–52 (Institute for Creation Research, Santee, California, 1994).