Als er één land is waarin euthanasie niet nodig is, dan is dat Nederland

by | jul 1, 2017 | Ethiek, Medische wetenschappen, Onderwijs

Als er één land en één tijdsgewricht is waarin euthanasie niet nodig is, dan is het wel het Nederland van nu. Maar het wordt normaler om het leven te bekorten als je nog langere tijd te leven hebt.

De recent verschenen derde evaluatie van de Euthanasiewet deed wat wij ervan konden verwachten: het rapport bevat vele boeiende cijfers en citaten, maar wordt al even traditiegetrouw gevolgd door de verzekering dat ‘alles goed is’. Weliswaar constateert men een forse stijging van de cijfers, maar de situatie als geheel is transparant en stabiel en maar weinig euthanasieën vinden onzorgvuldig plaats.

Wie behalve de samenvatting de hele rapportage doorneemt, ziet echter dat er wel degelijk ontwikkelingen zijn die aanleiding geven tot zorg. Om te beginnen negeert de evaluatie dat euthanasie nog altijd strafbaar is en dat daarom per geval duidelijk moet zijn dat er sprake is van een noodsituatie. Met andere woorden: doden doe je niet zomaar. Wie de cijfers echter op zich laat inwerken, krijgt een heel andere indruk.

Noord-Holland

Om te beginnen stegen de cijfers tussen 2005 en 2015 van 2425 naar 6800, een stijging van 180 procent. In Noord-Holland wordt van alle sterfgevallen inmiddels 7,3 procent voorafgegaan door euthanasie. Aangezien veel sterfgevallen onverwacht gebeuren, moet je dus concluderen dat bij de meer ‘voorspelbare’ ziekten als kanker en neurologische aandoeningen inmiddels 15 à 25 procent van de patiënten in die provincie sterft met euthanasie, met een verder stijgende tendens. Dat kan onmogelijk samenhangen met slechte pijn- en andere symptoombestrijding: als er één land en één tijdsgewricht is waarin euthanasie niet nodig is, dan is het wel het Nederland van nu.

Helaas spelen bij veel mensen nog steeds ervaringen uit een (verder) verleden mee: herinneringen aan naasten die onder vreselijke omstandigheden aan hun eind kwamen. Dat kennis van de palliatieve zorg nog niet bij hen is doorgedrongen, is een punt van aandacht. Maar dat ook mensen die de stand van de palliatieve zorg wel kennen, op voorhand euthanasie wensen, is misschien nog ernstiger. Euthanasie is voor veel mensen geen uiterste redmiddel meer, maar een eerste keuze. Tekenend is wat de evaluatie ook optekent: het aantal mensen dat over hun eigen levenseinde nadenkt, is dalende. Maar van de mensen die dat wel doen, denken de meesten aan euthanasie. De uitstekende palliatieve zorg in Nederland is, anders dan euthanasie, nog bepaald geen toonaangevend onderwerp.

Normaliteit

Minstens zo belangrijk als de stijgende normaliteit zijn de vele gevallen waarbij euthanasie niet wordt uitgevoerd om een stervensproces te bekorten maar om iemand te doden die nog langere tijd te leven zou hebben. ‘Het percentage patiënten waarbij de levensverkorting meer dan zes maanden was, is minder dan 10 procent in alle jaren behalve 1990’, zegt de wetsevaluatie in een kennelijke poging om het grote aantal ‘vroege’ euthanasieën niet al te zeer te problematiseren. Want groot is dat getal: het aantal mensen bij wie de levensverkorting meer dan zes maanden bedroeg, was in 2005 nog nul en in 2015 geëxplodeerd tot 544. 544 mensen van wie een belangrijk deel nog in leven hadden kunnen zijn. Niet voor niets hebben alle landen buiten de Benelux die op dit terrein wetgeving hebben, als extra criterium opgenomen dat bij een patiënt op korte termijn een natuurlijke dood wordt verwacht. Medische hulp bij het sterven heet het daar ook wel, om te symboliseren dat je iemand alleen helpt dood te maken als hij al stervende is. Vergelijk het maar met een vroedvrouw die iemand alleen helpt te bevallen die zwanger én uitgerekend is. Dat wij inmiddels een wetsvoorstel ‘Voltooid leven’ in voorbereiding hebben – de kans dat dit wat wordt, is overigens gering – is voor de meeste landen ter wereld, ook de meer liberale, volstrekt niet invoelbaar.

Dat de schrijvers terloops ook nog pleiten voor een ‘regeling’ voor euthanasie bij kinderen onder de twaalf is in de media onopgemerkt gebleven. ‘Met speciale aandacht voor wilsbekwame kinderen’ nog wel, wat kennelijk betekent dat ook levensbeëindiging bij wilsonbekwame kinderen bespreekbaar moet worden. Met dit voorstel wordt een duur bevochten maatschappelijke consensus opengebroken die ook bij dementie al onder druk staat: dat je mensen niet euthanaseert die daar niets meer van kunnen snappen.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De originele bronvermelding luidt: Boer, T.A., 2017, Als er één land is waarin euthanasie niet nodig is, dan is dat Nederland, Nederlands Dagblad 73 (19.573): 12-13.