Inhoudsopgave
- 1 Antwoorden op bezwaren tegen het bestaan van God
- 1.1 Antwoorden op bezwaren tegen het kosmologisch argument
- 1.2 Antwoorden op bezwaren tegen het teleologisch argument voor het bestaan van God
- 1.2.1 Bezwaar 1: de ordening, wetmatigheid en het schijnbaar ontwerp van de natuur is het resultaat van langdurige natuurlijke processen
- 1.2.2 Bezwaar 2: Ik zie in de wereld om mij heen uitsluitend maar chaos en achteruitgang, alles vervalt en gaat dood! Ik ontken het teleologisch argument!
- 1.2.3 Bezwaar 3: De orde en het ontwerp ontstonden gedurende de evolutie
- 1.3 Antwoorden op bezwaren tegen het antropologisch argument voor het bestaan van God
- 1.4 Conclusie over bezwaren tegen het bestaan van God
- 1.5 Meer Logos Basics lezen?
Antwoorden op bezwaren tegen het bestaan van God
In zijn boek Klaar voor een Antwoord presenteert auteur David R. Reid een reeks klassieke argumenten die het bestaan van de God van de Bijbel ondersteunen. In een eerder artikel kon je daarover lezen. In dit artikel geeft de schrijver ons antwoorden op mogelijke vragen of bezwaren waar onze gesprekspartner mee kan aankomen na het horen van die argumenten. Zijn advies is om mensen er steeds op te wijzen dat deze antwoorden de meest redelijke en logische verklaringen zijn. Voor meer nuttige informatie over God als de Schepper, zie de links aan het einde van het artikel.
Antwoorden op bezwaren tegen het kosmologisch argument
Bezwaar 1: Wie Schiep God?
Antwoord: Niemand. God is de eerste oorzaak van alles. Wijs op het oorzakelijk argument van hoofdstuk 4. Laat de logica zien, dat men moet kiezen tussen óf een oneindige keten van oorzaken, óf een eeuwig bestaande eerste oorzaak. Het meest redelijke en logische is een eerste oorzaak. Een nooit tot voltooiing komend universum vraagt veel meer geloof dan een oneindige en eeuwige eerste oorzaak.
Bezwaar 2: Wat is het wetenschappelijk argument voor dit uitgangspunt?
Antwoord: Wijs erop, dat een ongelovige logischerwijs moet kiezen tussen deze twee mogelijkheden; óf het universum is eeuwig, óf het werd geschapen. De eerste hoofdwet van de thermodynamica is bij elke student met een technisch wetenschappelijke opleiding bekend. Deze wet luidt dat energie wel kan veranderen in vorm, maar niet in hoeveelheid. Anders gezegd: de hoeveelheid energie binnen het universum blijft gelijk, de vorm die het aanneemt kan veranderen.
Dat zien we bij de auto. Als we benzine tanken in onze auto’s, wordt de chemische energie van de brandstof omgezet in verschillende vormen van energie, zoals beweging, hitte en lawaai. Hierbij gaat geen energie verloren en er komt ook geen energie bij; alleen de vorm ervan verandert.
Einsteins beroemde vergelijking E=mc2 (energie = massa x lichtsnelheid in het kwadraat) toont aan dat alle materie in het universum gelijkgesteld kan worden met energie. Deze energie kan verschillende vormen aannemen, maar nooit wordt energie bijgemaakt of vernietigd.
Wat zegt deze wet over de herkomst van de universele materie? Hij bewijst op logische gronden, dat het universum óf altijd heeft altijd bestaan, óf een begin had. Meer dan deze twee rationele mogelijkheden zijn er niet. Onder niet-christenen heeft de big bang theorie over het algemeen de voorkeur. Deze theorie veronderstelt dat het universum ongeveer 13.8 miljard jaar geleden begon toen een prop samengebalde massa-energie explodeerde. Onder de vele wetenschappelijke vragen, die de big bang theorie oproept, is de grootste: waar kwam deze massa-energie vandaan? In feite is voor de big bang theorie een veel groter geloof nodig dan voor het geloof dat het heelal werd geschapen.
Hoewel de eerste hoofdwet van de thermodynamica de deur lijkt te openen voor beide mogelijkheden, kan volgens de tweede hoofdwet van de thermodynamica het universum niet eeuwig zijn. Zij moet een begin gehad hebben, want de tweede hoofdwet toont aan dat er altijd een tendens is naar wanorde en verval in het universum. Dit zien we op alle gebieden: levende wezens sterven, machines slijten, bouwwerken storten in, sterren doven uit.
Wie dit niet wil toegeven, zal zeggen dat er wel processen van toenemende orde zijn, zoals de lopendebandfabricage van auto’s en de groei van de baby in de moederbuik. Op het eerste gezicht lijkt dit in tegenspraak met de tweede hoofdwet van de thermodynamica. Wijs erop, dat dit geen ‘gesloten systeem’ is. Deze twee voorbeelden zijn ‘open systemen’ met hulp van buitenaf; de arbeiders in de autofabriek en de moeder van de baby. Deze twee voorbeelden van toenemende orde betreffen kleine open systemen binnen een groot gesloten systeem. Het grote gesloten systeem is het heelal, waarin wel de wet geldt van afnemende orde. Alles in het universum kent wanorde en ontbinding. De zon brandt op en zal zonder hulp van buitenaf op den duur uitdoven. Zonder hulp van buitenaf zal het gehele heelal uiteindelijk opraken. De Bijbel leert ons in Hebreeën 1:3 en op vele andere plaatsen dat we er niet aan hoeven te twijfelen dat het universum ‘Hulp van Buitenaf’ heeft.
Uit de tweede hoofdwet van de thermodynamica volgt logischerwijs dat het universum vroeger meer geordend was dan nu. Daardoor is deze tweede hoofdwet het sterkste bewijs, dat het universum een begin had. Alles in het heelal is aan de tweede hoofdwet onderworpen, kan dus niet eeuwig zijn en moet dus geschapen zijn. Zowel de eerste als de tweede hoofdwet van de thermodynamica zijn degelijke en deugdelijke wetenschappelijke verklaringen. Ze zijn een zeer sterk argument voor een begin en een Schepper van het universum.
Het is een belachelijk idee dat het universum zich eindeloos blijft herhalen, omdat ze geen begin kent en ook geen oorzaak nodig heeft. Zulke argumenten zijn niet meer dan zwakke uitvluchten van iemand, die absoluut geen rekening wil houden met de wetenschappelijk bewezen wetten van de thermodynamica. Een van hen was Carl Sagan (1934-1996), een atheïstisch astronoom en in zijn tijd zeer populaire TV-persoonlijkheid, die streed tegen alle vormen van godsdienst en een groot tegenstander was van het creationisme. Zijn meest bekende uitspraak is: ‘De kosmos is alles wat is, was en ooit zal zijn’. Deze man koos ervoor om te geloven dat het heelal in, uit en door zichzelf bestond en dus geen eerste oorzaak heeft.
Het wezen van wetenschap is dat zij bewijzen zoekt en vindt. Het is niet wetenschappelijk om te veronderstellen dat iets zich zinloos en doelloos eindeloos herhaalt. Daarvoor zijn geen bewijzen te vinden. Voor een eeuwige kosmos is veel meer geloof nodig dan om te geloven dat de God van de Bijbel de Eerste Oorzaak is. Toch kiezen veel niet-christenen voor een eeuwige kosmos of de big bang, waarbij alles dus niet alleen door toeval, maar ook nog eens vanuit het niets ontstond.
Waarom doet men dat? De echte reden hiervoor is niet gebaseerd op bewijzen, maar op het niet willen erkennen dat er een God is! Het eerste vers van de Bijbel staat slechts één mogelijkheid toe: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde’ (Genesis 1:1). Het Nieuwe Testament is ook heel duidelijk: ‘Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is’ (Hebreeën 11:3).
Antwoorden op bezwaren tegen het teleologisch argument voor het bestaan van God
Bezwaar 1: de ordening, wetmatigheid en het schijnbaar ontwerp van de natuur is het resultaat van langdurige natuurlijke processen
De persoon die dit bezwaar uit gelooft dat de natuurlijke ontwikkeling van het universum pas na een hele lange tijd heeft geresulteerd in wat wij nu zien als ontwerp, ordening en wetmatigheid. Door het tijdstip van de big bang heel ver in het verleden te plaatsen, wordt het aannemelijk dat de wetten van de natuur zich in die zeer lange periode vanzelf ontwikkeld hebben.
Antwoord: Wijs op het kosmologisch argument van hoofdstuk 4. Eerst moet het kosmologisch argument beantwoord worden! Je kunt dit argument gebruiken met wie dan ook, en ook als je zelf niet zo veel gestudeerd hebt. Doe dit door gewoon vragen te blijven stellen: Hoe begon het? Waar kwam het vandaan? Wat was de eerste oorzaak? Wijs erop dat iéder gevolg een oorzaak moét hebben. Waar kwam die microscopisch kleine massa-energie vandaan? Wanneer kwam de big bang? Waarom? Door wat of door wie werd die big bang veroorzaakt?
Verder wijs je de vraagsteller erop dat er geen wetenschappelijk bewijsmateriaal voor zijn bezwaar is. Sterker nog, wetenschappelijke waarnemingen ontkrachten zijn bezwaren juist. Je kunt niet wetenschappelijk aantonen dat ontwerp en ordening zich zullen ontwikkelen als je maar genoeg tijd neemt, want dan gebeurt juist het tegendeel! Hoe meer tijd je hebt, hoe meer wanorde er optreedt. De bewezen tweede hoofdwet van de thermodynamica stelt, dat in elk gesloten systeem de wanorde toeneemt. Het universum is een gesloten natuurkundig systeem, waarin alles steeds wanordelijker wordt. Ontwerp en ordening staan nooit aan het eind, maar juist altijd aan het begin.
Wijs ook hier op de enige uitzondering op deze wet: bij hulp van buitenaf. De baby groeit en ontwikkelt zich ordelijk in de buik omdat er een moeder is, die de baby terzijde staat als hulp van buitenaf. Zodra het systeem van de zich ontwikkelende baby wordt afgesneden van deze hulp van buitenaf sterft de baby. Zonder hulp van buitenaf sterft het universum ten slotte als gevolg van wanorde en verval. Herinner er steeds aan dat de tweede hoofdwet van de thermodynamica een volstrekt bewezen wetenschappelijk feit is.
Christenen weten dat God in de toekomst zal ingrijpen in ons universum. Door hulp van buitenaf voor onze wanordelijke wereld komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Maar nu geldt nog steeds de tweede hoofdwet, die niet leidt naar ontwikkeling in ontwerp en orde, maar naar verval en wanorde.
Bezwaar 2: Ik zie in de wereld om mij heen uitsluitend maar chaos en achteruitgang, alles vervalt en gaat dood! Ik ontken het teleologisch argument!
Antwoord: Inderdaad is er veel chaos en wanorde in de wereld. De tweede hoofdwet van de thermodynamica verklaart ons waarom dit zo is. Alles gaat achteruit, ordening valt uiteen, voorraden branden op. Maar nog steeds is er ordening in de natuurwetten. We kunnen nog altijd veel mooie en indrukwekkende voorbeelden waarnemen van overweldigende en uiterst gecompliceerde ontwerpen, zoals het atoom, het DNA, of het menselijk oog.
Bezwaar 3: De orde en het ontwerp ontstonden gedurende de evolutie
De scepticus kan zeggen: Ik geef toe dat er ontwerp en orde is overal in de natuur. Ik geloof dat die orde en dat ontwerp ontstonden gedurende de evolutie. Ik geloof niet dat ontwerp en ordening daaraan voorafgingen. Ik geloof niet in een scheppende God.
Opmerking vooraf: Voordat je hierop antwoordt, moet je de basisdefinitie van evolutie doordacht hebben. Men omschrijft de evolutietheorie als een proces waarbij lagere, minder gecompliceerde, levensvormen gedurende zeer lange perioden zich ontwikkelen tot hogere, meer gecompliceerde vormen van leven. Daarvoor veronderstelt men mutaties. Hieronder verstaat men toevallig optredende veranderingen, die in sommige gevallen voor de soort gunstige veranderingen bewerken. Bij dit toevallig verschijnsel fungeert wonderlijk genoeg een strikte wetmatigheid, de wet dat de best aangepaste overleeft. Door deze wet zouden toevallig optredende mutaties met nieuwe genetische kenmerken worden doorgegeven aan de toekomstige generaties. Dit wordt uitgebreider behandeld in hoofdstuk 9, 10 en 11.
Antwoord A: Om te beginnen vraag je om het bewijs te leveren van het evolutieproces. Let op de volgende punten:
Laboratoria leveren geen bewijs voor evolutie
Nooit is leven voortgebracht in een laboratorium. Maar stel dat er ooit leven in een laboratorium kan worden geproduceerd, dan gebeurt dat nooit toevallig, maar juist opzettelijk door intelligente wetenschappers, die alleen maar mogen werken onder streng gecontroleerde voorwaarden!
Mutaties zijn willekeurige veranderingen in de genetische codes van het DNA. In het algemeen zijn mutaties veel vaker meer destructief dan nuttig. Bij radioactieve experimenten in laboratoria met fruitvliegjes traden zelfs alleen maar schadelijke mutaties op. Zelfs als er in een laboratorium nuttige mutaties worden veroorzaakt, betekent dat toch een algemeen verlies van informatie. Evolutionistische wetenschappers geven zelf toe dat evolutie nog nooit is aangetoond in laboratoria. Zie hiervoor de laatste bladzijde van hoofdstuk 11, ‘Gebruikte God evolutie of voortgaande schepping?’
Verwar genetische veranderingen binnen de soort niet met evolutie naar een andere soort. Onvruchtbare hybriden, zoals gekruiste fruit- of groentensoorten en speciaal gefokt vee, zijn voorbeelden van genetische veranderingen binnen de soort. Fokkerijen werken uitsluitend met een bestaande en aanwezige genenpoel. Zij voegen geen nieuw genetische materiaal toe. (Sommigen noemen deze doelbewuste en strikt wetenschappelijke selectiemethoden micro-evolutie.)
In vrijwel elk wetenschappelijk boek op de middelbare scholen lees je over opvallende proeven met licht en donker gespikkelde vlinders (berkenspanners). Ook dit is genetische variatie, geen evolutie. Volgens de evolutietheorie vinden mutaties alleen maar door toeval plaats. Natuurlijke aanpassing aan de omgeving is beslist geen evolutie; het zijn en blijven allemaal vlinders, geen enkele vlinder verandert erdoor in een andere diersoort.
Er zijn geen duidelijk aanwijsbare overgangsvormen gevonden
Juist zij zouden het bewijs moeten leveren van de veronderstelde overgang van het ene organisme in het andere, maar zij zijn volkomen afwezig. Geen enkel gevonden fossiel toont een overgangsvorm van ongewervelde naar gewervelde dieren. Alle gevonden fossielen zijn gave exemplaren van de afzonderlijke diersoorten. Stephen J. Gould (1941-2002), evolutiebioloog en professor in de paleontologie op de Harvest Universiteit, schreef: ‘Wat het fossielenbestand betreft … we hebben geprobeerd een patroon erop te projecteren dat we hoopten aan te treffen in een wereld die dat patroon niet toont’. Citaten van andere evolutionisten over fossielen vind je in hoofdstuk 11.
De evolutietheorie stelt: vogels komen voort uit reptielen, maar nooit zijn overgangsvormen gevonden, zoals reptielen met schubben die veranderen in veren, of voorpoten die veranderen in vleugels. De zo hoog aangeprezen Archaeopteryx, waarvan evolutionisten lange tijd beweerden dat het een overgang van reptielen naar vogels was – was geen overgangsvorm, maar een uitgestorven 100% echte vogel!
De evolutie wetenschapper W.E. Swinton van het Brits Natuurhistorisch Museum deed de volgende ondubbelzinnige uitspraak: ‘Er is geen fossiel bewijs van stappen waardoor de merkwaardige verandering van reptiel naar vogel werd bereikt’ (zie hoofdstuk 11 voor zijn betoog). Overigens zijn er wel fossielen van volledig ontwikkelde vogels gevonden in aardlagen die veel ouder zijn dan de lagen die fossielen van dinosaurussen bevatten.
Zoals te verwachten weerspreekt het scheppingsverslag in de Bijbel de evolutionistische veronderstelling dat de vogels zich uit reptielen ontwikkeld hebben. Genesis 1 meldt dat vogels werden geschapen op de vijfde dag en reptielen op de zesde dag. Door theïstische evolutionisten is de theorie bedacht dat God gebruikgemaakt heeft van evolutie om een primitieve schepping verder tot ontwikkeling te brengen. Om de ‘theïstische evolutietheorie’ aannemelijk te maken, worden de scheppingsdagen niet meer als gewone dagen gezien, om het daarmee te laten kloppen met de evolutietheorie. Dit is onmogelijk in te passen in het Bijbelse scheppingsverslag (zie ook Exodus 20:11 en Markus 10:6).
Antwoord B: Ten eerste: Als orde en ontwerp door evolutie komen, moeten ontwerp en orde ook door evolutie worden verklaard. Hoe komt evolutie tot zeer complexe biologische mechanismen, als die zomaar bij toeval ontstaan?
Denk alleen eens aan zo’n bovennatuurlijke gebeurtenis als het maken van het eerste spinnenweb of de eerste metamorfose van rups tot vlinder. Denk ook eens aan het menselijk oog. Hoe zou zo’n ongelooflijk complex orgaan zich kunnen ontwikkelen door toevallige mutaties en vanuit simpele eencellige organismen? Hoe kunnen deze en vele andere verbazingwekkende natuurverschijnselen door toeval zijn ontstaan? Hoe kunnen de tussenvormen, de schakels van de ene soort naar de andere, worden bewogen en in staat gesteld om te overleven gedurende miljoenen jaren en gedurende vele generaties? Gedurende die lange tussentijd waren alle essentiële en complexe biochemische mechanismen om te evolueren in een andere soort immers nog niet gereed? Vele organismen zijn oneindig onherleidbaar complex. Dit is net zo als de bekende muizenval. Die kan alleen maar functioneren als alle afzonderlijke onderdelen op de juiste plek en op dezelfde tijd aanwezig zijn. Ieder afzonderlijk deel van de muizenval is waardeloos zonder alle andere delen.
Charles Darwin, de vader van de evolutietheorie, erkende de moeilijkheden, die zich voordoen bij het verklaren van de totstandkoming van gecompliceerde organismen. In The Origin of Species, schreef hij: ‘Te veronderstellen dat het oog met al zijn weergaloos vernuft … door natuurlijke selectie zou kunnen zijn gevormd, is naar het schijnt – ik belijd het openlijk – een absurditeit tot in de hoogste graad’.
George Wald, professor in de biologie aan de Harvard Universiteit, erkent in het bekende wetenschappelijk tijdschrift Scientific American: ‘De meeste moderne biologen, die de hypothese van de spontane generatie hebben moeten loslaten, zijn niet bereid om het alternatieve geloof in een bewuste schepping aan te nemen en hebben nu feitelijk niets meer over’.
Antwoorden op bezwaren tegen het antropologisch argument voor het bestaan van God
Bezwaar 1: de mens is geen rationeel of moreel wezen
Misschien zegt een ongelovige: Ik ben het er niet mee eens dat de mens een rationeel of moreel wezen is. Ik geloof dat rationele gedachtevorming slechts een psycho-chemische hersenfunctie is en dat ethiek en moraliteit niet meer is dan sociale training en conditionering.
Antwoord: Deze redenering is inconsistent. Als de mens geen rationeel wezen is, zou je niet met mij over het bestaan van God kunnen debatteren. Wat je nu probeert te doen is niet alleen een argument voor het feit dat mensen rationele wezens zijn, maar ook een argument dat mensen een geweten hebben, een ingebouwd besef van goed en kwaad. Rationaliteit en moraal zijn de mens aangeboren. Het geweten van de mens kan zich verharden en het kan vervormd worden, maar het argument blijft hiermee overeind.
Een medemens doden, kinderen mishandelen of iemands vrouw afpakken wordt door alle mensen, over de hele wereld en in elke cultuur, als verkeerd gezien. Moraal is het mensdom ingebouwd. Zelfs culturen, die heel ver van de Bijbelse morele standaarden afstaan, weerspiegelen nog altijd het door God ingeschapen morele geweten, zoals Romeinen 2:14-15 aantoont: ‘Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet. Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar’.
Bezwaar 2: menselijke redelijkheid en moraliteit zijn door evolutie tot stand gekomen
Scepticus: Ik ben het er wel mee eens dat mensen redelijke en morele wezens zijn, maar ik denk dat dit geleidelijk door evolutie is voortgebracht.
Antwoord: Door evolutie ontstond toch al het bestaande bij toeval? Door wie en hoe kwam rationaliteit en moraliteit? Kan ethisch bewustzijn of redelijk denken geïnjecteerd worden in een groep toevallig samengeklonterde moleculen, ongeacht of deze groep eenvoudig of complex is? Niemand verwacht moraliteit van rangschikking van moleculen, net zomin als men dat van een computer verwacht.
Hoe en op welk punt in het evolutieproces verwierven mensen moraliteit? Volgens jou is de mens toch niet meer dan een gecompliceerde samenstelling van moleculen? Zelfs als we aannemen, dat wat jij rationeel denken en moraliteit noemt, ontstond door toevallige rangschikking van moleculen, zijn dan die gedachten wel rationeel en die morele waarden wel zinnig? Alles in evolutie gebeurt toch toevallig, zonder doel en zonder zin? Als de morele waarden, die wij hanteren in het intermenselijk contact, door toeval tot stand kwamen, zou jij niet boos zijn als ik jouw auto steel, je huis beklad of je huisdier dood. Volgens jou zijn jij en ik immers niet meer dan een toevallige rangschikking van moleculen. Als gedachten inderdaad door toeval ontstaan, zijn het juist geen rationele gedachten. Als morele waarden door toeval ontstaan zijn het juist geen morele maatstaven. Zoiets kan niemand van een groep moleculen verwachten!
Ga hier zo lang mee door totdat de vragensteller moet erkennen dat er zonder met God rekening te houden geen antwoord te formuleren is op de vraag, waar de menselijke redelijkheid en moraliteit vandaan komt.
Conclusie over bezwaren tegen het bestaan van God
Het kostte wellicht enige inspanning om bepaalde wetenschappelijke begrippen te leren kennen en de informatie van de hoofdstukken 4 en 5 [dit artikel] goed te begrijpen. Lees het desnoods nog een keer door om er vertrouwd mee te raken en het te kunnen gebruiken in gesprekken. Vergeet nooit: In de strijd tussen hen, die geloven dat het bestaan van God juist is, en hen die het bestaan van God ontkennen, beschikken wij over verreweg de beste argumenten. De hemelbestormers doen dat met zwakke argumenten, die niet meer kunnen uitrichten dan proppenschieters. Wij verdedigen Gods waarheid met zware artillerie.
Atheïsten overschatten de slagkracht van hun argumenten, zoals van hen te verwachten valt. Wij mogen de doeltreffendheid van onze argumenten nooit onderschatten, want onze argumenten worden ons door God Zelf aangereikt in Zijn Woord, dat levend is en krachtig (Hebreeën 4:12). Dat Woord moeten we kennen, en weten te hanteren. Wij strijden niet tegen vlees en bloed; het is een geestelijke strijd. Wij kunnen daarin de redeneringen en overleggingen en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, afbreken en elk menselijke gedachte gevangen nemen en die brengen onder de gehoorzaamheid van Christus (2 Korinthe 10:5).
Onthoud altijd dat er los van God geen logische antwoorden te vinden zijn op het bestaan van deze drie zaken: de complexiteit van het universum, de verscheidenheid in de natuur om ons heen en het bestaan van menselijke bekwaamheden zoals het rationele denken en moreel handelen. Alleen ‘de dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God’ (Psalm 14:1).
Meer nuttige informatie over God als de Schepper:
- Is er bewijsmateriaal voor de Schepping?
- Wanneer vond de schepping plaats?
- Gebruikte God evolutie of voortgaande schepping?
Meer Logos Basics lezen?
Je vind het overzicht hier.

