Willem van Vlastuin
Dr. W. van Vlastuin studeerde na de middelbare school Technische Natuurkunde in Delft. In 1984 begon hij de theologische studie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. In 1988 rondde hij deze studie af, terwijl hij twee jaar later zijn kerkelijk examen deed. Van 1990-1994 stond ds. Van Vlastuin in Wouterswoude, in 1995 vervolgde hij zijn predikantschap in de gemeente van Opheusden, en in 1999 werd hij bevestigd in de Nederlandse Hervormde Kerk te Katwijk aan Zee. In 2002 verdedigde hij zijn dissertatie over de leer van de Heilige Geest in de opwekkingstheologie van Jonathan Edwards aan de Theologische Universiteit van Apeldoorn. Diverse andere studies verschenen van zijn hand. In 2014 publiceerde hij een boek over persoonlijke vernieuwing: Be renewed. A theology of personal renewal (Göttingen: Vandenhoeck &Ruprecht, 2014). Hij was lid van het moderamen van de Hersteld Hervormde Kerk sinds mei 2004 tot zijn benoeming als Universitair Docent systematische theologie aan de VU te Amsterdam in 2005 ten behoeve van het Hersteld Hervormd Seminarium. Sinds 2007 is hij rector van dit seminarium en per 1 januari 2015 is hij aan de VU benoemd als hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme. Verder is hij directeur van het Jonathan Edwards Centre Benelux, Research Fellow aan de University of the Free State in Bloemfontein (Zuid-Afrika) en voorzitter van de Bonisa-zending. Hij is getrouwd met Wilma Gerda Wiersma. Samen hebben zij zes kinderen: Tonny, Hennie, Jan, Meindert, Marianne en Willem.
Klassieke apologetiek product van de Verlichting?

Klassieke apologetiek product van de Verlichting?

Benno van den Toren begint zijn nieuwe boek over apologetiek met een weergave van gesprek dat hij had met de uit Australië afkomstige Sharon tijdens de busreis van Londen naar Parijs. Urenlang sprak hij met haar over de ultieme betekenis van het leven. Evolutie maakte het volgens haar onmogelijk om in God te geloven, terwijl ze tegelijkertijd het uitroeien van Aboriginals als een gestalte van de ‘survival of the fittest’ niet kon aanvaarden. Ze distantieerde zich van het platte materialisme en sprak uit dat de natuur voor haar iets heiligs had. Voor mensen gold dat ze een goddelijke vonk in zich omdragen. Een ander hindoe-idee dat hij bij haar opmerkte was het geloof in een bepaalde vorm van reïncarnatie. Ze zag het christelijk geloof als een waarheid voor anderen, maar niet voor zichzelf. Wat haar tegenstond dat christenen probeerden hun geloof uit te dragen en andere daarvoor te winnen

Orthodoxe christenen de schaamte voorbij

Orthodoxe christenen de schaamte voorbij

Er zijn tal van signalen in onze cultuur dat orthodoxe christenen de schaamte voorbij zijn. Er was nogal wat valse schaamte onder christenen voor ‘de’ antichristelijke wetenschap, zodat zij zich in een hoek lieten drukken en niet verder kwamen dan wat aarzelende woorden ter verdediging van het christelijk geloof. Dit tij begint te keren.

De Schrift als interpretatiekader

De Schrift als interpretatiekader

Ten aanzien van de historische vragen rondom schepping, zondeval en verlossing lijkt de centrale vraag te zijn of Gods universele openbaring het interpretatiekader voor Gods openbaring in de Schrift is of andersom. Als voorzet voor verder gesprek geeft prof. dr. W. van Vlastuin aan bij het laatste in te willen steken.