Stammen alle soorten af van één gezamenlijke voorvader? Genesis 1 herhaalt tien keer dat God schepselen afzonderlijk heeft gemaakt in verschillende typen 1. De soorten van vandaag laten de potentiële variatie zien die God in de oorspronkelijke typen heeft gelegd, maar deze variatie is beperkt – katten zijn nog steeds katten en honden zijn honden.
Onze wereld is gevuld met een enorme verscheidenheid aan leven. En de oorsprong daarvan is geen mysterie. De Bijbel zegt dat God elke vorm van leven schiep op de dagen drie, vijf en zes van de scheppingsweek. Tien keer in Genesis 1 wordt de uitdrukking “volgens zijn (of hun) type” gebruikt in verband met verschillende planten en dieren. Het woord type wordt weer gebruikt in Genesis 6 toen God Noach opdroeg om twee van elk type landdier naar de ark te brengen; en in Genesis 8, na de zondvloed, beval God deze dieren om zich te vermenigvuldig.
Wat betekent het woord type?
Omdat twee van elk type landdieren (en van sommigen zeven) aan boord van de ark werden gebracht om hun nageslacht op aarde te behouden (Genesis 7:3), lijkt het duidelijk dat een “type” de basis reproductiegrens van een organisme vertegenwoordigd. Dat wil zeggen, het nageslacht van een organisme is altijd hetzelfde type zijn als de ouders, zelfs wanneer het aanzienlijk anders is.
Honden vertonen bijvoorbeeld een enorme variëteit. Toch kunnen diverse rassen van honden met elkaar paren en nakomelingen geven, wat aangeeft dat alle honden van dezelfde soort zijn. Honden kunnen echter niet met katten paren, omdat die van een ander type zijn. Modern fokonderzoek bevestigt daarom het bijbelse concept van dier- en plantentypen.
Scheppingsonderzoekers hebben ontdekt dat “type” vaak het niveau van “familie” heeft in ons moderne classificatieschema. Zebra’s, paarden en ezels behoren bijvoorbeeld allemaal tot de familie Equidae en kunnen met elkaar paren om hybride dieren te vormen, zoals muilezels (van een paard en een ezel) en zonkies (van een zebra en een ezel). Er is echter geen reden om een één-op-één-overeenkomst tussen ons, door de mens gemaakte, systeem en de bijbelse terminologie aan te nemen. Dus “type” kan in sommige gevallen op een hoger taxonomisch niveau liggen en weer lager in een ander.
God gaf de potentie voor enorme verscheidenheid binnen de oorspronkelijke geschapen typen. Deze oorspronkelijke variatie, veranderd door genetische mutaties en andere mechanismen na de zondeval (zoals natuurlijke selectie), leidde tot de grote verscheidenheid aan levende wezens die we vandaag zien.
Een modern vakgebied, baraminologie genoemd (van de twee Hebreeuwse woorden bara, wat “geschapen” betekent en min, wat “type” betekent), probeert fossielen en levende organismen in hun oorspronkelijk gecreëerde basistypen (of baramins) te classificeren. Dit is een actief gebied van creatie research. Als creationistische wetenschappers schamen we ons niet voor ons onderzoek naar een begrijpen van levende wezens op basis van Gods Woord.
Basisprincipe 2: Radiometrische datering
Basisprincipe 3: Variatie binnen geschapen typen
Basisprincipe 4: De uniciteit van de mens
Basisprincipe 5: Ver sterrenlicht
Basisprincipe 6: De wereldwijde vloed
Basisprincipe 7: Dinosaurussen in de ark
Basisprincipe 8: Eén ras
Basisprincipe 9: Lijden en dood
Basisprincipe 10: Het Evangelie
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Answers Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Purdom, G., 2010, Variety within created kinds, Answers 5 (2): 52-53 (Artikel).