Kunnen sterren miljoenen lichtjaren ver weg zijn als God hen pas 6.000 jaar geleden heeft geschapen? We hebben nog veel te leren, maar verschillende astrofysische modellen kunnen dit inderdaad verklaren. Interessant daarbij is dat het oerknal model (Big Bang) ook een groot lichtreis probleem heeft.
Christenen zijn soms terughoudend om de ouderdom van het universum te bespreken. De Bijbel zegt dat God in zes dagen schiep, en de geslachtsregisters geven duidelijk aan dat dit slechts enkele duizenden jaren geleden plaatsvond. Maar sommige mensen redeneren: “Heeft de wetenschap niet aangetoond dat het miljarden jaren zou duren voordat het licht van de verste sterrenstelsels de aarde zou bereiken? Weerlegt dit niet het verhaal van Genesis of dwingt het ons de woorden anders te interpreteren?” Helemaal niet.
Er zijn verschillende bekende manieren waardoor licht grote afstanden kan afleggen in een relatief korte tijd. Einstein vertelt ons zelfs dat, als een persoon met de snelheid van het licht kon reizen, de reis volledig ogenblikkelijk zou zijn (vanuit zijn of haar gezichtspunt). Het kost letterlijk geen tijd om van een ver melkwegstelsel naar de aarde te reizen voor zover het licht betreft.
Er zijn verschillende manieren mogelijk voor deze instant reis, ook gezien vanuit het oogpunt van de aarde. Tijdsdilatatie modellen gebruiken bijvoorbeeld de natuurkunde van Einstein om licht in korte tijd hier te krijgen, opnieuw vanuit het aards gezichtspunt.
Veelbelovend is misschien een nieuwer model dat een alternatieve manier gebruikt om twee klokken te synchroniseren die ver uit elkaar liggen. Net zoals een vliegtuig Kentucky om 4:00 uur kan verlaten en om 4:00 uur in Colorado aankomt vanwege verschillende tijdzones, zo zou sterrenlicht op aarde op Dag Vier kunnen aan kunnen komen, ongeacht hoe ver weg de ster verwijderd is. We moeten ook beseffen dat God niet, zoals wij, beperkt is tot huidige natuurlijke methoden.
Ironisch genoeg heeft het op dit moment gangbare seculiere alternatief voor de Bijbel (de oerknal) een eigen probleem met de licht-reistijd. Dat staat bekend als het “horizonprobleem.” De oerknal kan het licht niet van de ene kant van het universum naar de andere kant krijgen binnen zijn eigen miljardenjaren-tijd.1 Om dit probleem op te lossen, moeten oerknal-supporters willekeurig een andere hypothese toevoegen, zoals “inflatie” (wat op zich weer zijn eigen problemen heeft).
Zelfs als onze huidige creatiemodellen niet juist blijken te zijn, is er geen reden om in verlegenheid te worden gebracht door ver sterrelicht. Want we vertrouwen op het geopenbaarde Woord van God als ons uitgangspunt. In tegenstelling tot de veranderende meningen van mensen, kan zo’n fundament niet falen. Het verklaart stoutmoedig dat op dag vier “Hij ook de sterren heeft gemaakt” (Genesis 1:16).
Basisprincipe 2: Radiometrische datering
Basisprincipe 3: Variatie binnen geschapen typen
Basisprincipe 4: De uniciteit van de mens
Basisprincipe 5: Ver sterrenlicht
Basisprincipe 6: De wereldwijde vloed
Basisprincipe 7: Dinosaurussen in de ark
Basisprincipe 8: Eén ras
Basisprincipe 9: Lijden en dood
Basisprincipe 10: Het Evangelie
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Answers Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Lisle, J., 2010, Distant starlight, Answers 5 (2): 55 (Artikel).