De ontwikkeling van bewustzijn en rede wordt verklaard als resultaat van een evolutionair proces. De aapachtige voorouders van de mens ervoeren in de bomen dat beweging van bladeren kon betekenen: ‘Er dreigt gevaar’, maar ook, ‘Er is alleen onzichtbare wind’. Geleidelijk ontwikkelde zich dat bewustzijn tot een redenering dat er een onzichtbare wereld zou moeten zijn. Deze materialistische visie ziet bewustzijn en rede als (bij)verschijnselen van de biochemische processen in de menselijke hersenen.

Een probleem is dan hoe men moet verklaren dat eenvoudige moleculen drager kunnen zijn van deze complexe informatie. Eenvoudiger gezegd: hoe kunnen eenvoudige moleculen al het beginsel van bewustzijn, rede en waardeoordeel bevatten? En als dat beginsel al aanwezig is, waar komt dat dan vandaan? De atheïstische filosoof Nagel geeft een filosofische beschouwing van dit probleem.1

De hersenen als gedachtendrager vergeleken met een CD die als digitale informatiedrager kan dienen voor opslag van immateriële muziek.
Ander uitgangspunt
Een standpunt tegenovergesteld aan het darwinistische gaat ervan uit dat het niet mogelijk is dat materie abstract kan denken. Daaruit volgt dat er buiten de waarneembare materie een abstracte dimensie moet zijn. Vanuit die abstracte, niet-materiële dimensie worden gedachten/emoties opgeroepen die vervolgens beredeneerd kunnen worden. In de menselijke hersenen kunnen deze gedachten/emoties vastgelegd worden als koppelingen (synapsen) tussen verschillende cellen, te vergelijken met het opslaan van muziek op een digitale drager. Vanuit dit andere standpunt kan de algemeen geldende darwinistische visie op de volgende punten beoordeeld worden: referentiekader, economie, soort wetenschap, bevattingsvermogen.
Beoordeling van het darwinisme

Gedachten zijn als het ware een bril waardoor gekeken wordt. Bijvoorbeeld, afhankelijk van het beroep van de waarnemer, zal figuur a. geïnterpreteerd kunnen worden als: b. braakbal van een uil. c. gehaktbal.
1. Het referentiekader kleurt de waarneming
Menselijk denken bepaalt de waarneming, verklaring en interpretatie.
– Opmerking. In het onderwijs wordt het gezichtsveld verbreed. Door talen te leren wordt de belevingswereld groter, studenten leren ‘geografisch waarnemen’, lessen in hygiëne leren onzichtbaar besmettingsgevaar herkennen enz. Vanuit twee referentiekaders leren denken over de oorsprong zou dus beter onderwijs zijn.2
2. Er is een relatie tussen onderwijsdoel/algemene mening en economie
In een democratie zullen onderwijsdoelen een weerspiegeling zijn van de algemene mening die men heeft over de waarde van het onderwijsdoel. De waarde die men aan het onderwijsdoel ‘evolutie en/of schepping’ hecht, zal afhangen van de visie die de meerderheid heeft en het kapitaal dat men ervoor beschikbaar wil stellen.

Een cirkelgang: – de meerderheid bepaalt de visie op onderwijs – onderwijs&onderzoek kost geld – beschikbaarheid kapitaal is afhankelijk van de visie die men heeft – de visie van de mensen wordt bepaald door het onderwijs.
Zoals alles in de wereld zijn ook onderwijs en studiedoelen afhankelijk van de beschikbare financiën. Er wordt geld beschikbaar gesteld voor onderzoeksprojecten die geld opleveren. Men geeft geld voor iets waar men baat bij heeft of denkt te hebben. Dat denken wordt beïnvloed door de visie die men heeft. Zo ontstaat een kringloop: musea en dierentuinen tonen evolutie omdat er vraag naar is; mensen hebben er vraag naar omdat hen evolutie geleerd is, evolutie wordt geleerd omdat de leerkrachten hun salaris krijgen voor onderwijs gericht op de wettelijk vastgelegde leerdoelen, de leerdoelen worden opgesteld omdat men er om vraagt enz.3
3. Er wordt geen onderscheid gemaakt in soorten wetenschap
Er is verschil te zien tussen feit, interpretatie, verklaring en bewijsvoering in de verschillende wetenschappelijke disciplines. De begrippen hebben in de verschillende wetenschappen niet dezelfde waarde
Empirische wetenschap (bijv. natuurkunde, scheikunde)
Door experimenten die in het heden herhaald kunnen worden, ontdekt men wetmatigheden die in de stoffelijke natuur gelden. Op grond van die ‘natuurwetten’ kan men vliegtuigen fabriceren, chemische stoffen maken, enz. Heel de stoffelijke wereld die de mens om zich heen gemodelleerd heeft, is gebaseerd op natuurwetmatigheden. Uit ervaring vertrouwt elk mens erop dat ook morgen onder invloed van de zwaartekracht voorwerpen naar beneden zullen vallen.
Historische wetenschappen

Het verschil tussen feit en interpretatie in historische wetenschap en bewijsvoering in empirische wetenschap.
Menswetenschappen
Onderzoek naar ‘waarom’ mensen een bepaald gedrag vertonen en modellen om dat gedrag te verklaren of te voorspellen horen tot weer een andere categorie wetenschappen. Te denken valt aan filosofie, psychologie, theologie, economie enz. Bij deze wetenschappen gaat het om het veranderlijke wezen: mens. Bij economische voorspellingen geeft men dan ook terecht als waarschuwing mee: resultaten in het verleden zijn geen garantie voor de toekomst.

Meningen over ontstaan en ontwikkeling van leven en heelal berusten op extrapolatie buiten het meetgebied.
4. Een uitsluitend materialistische visie mist per definitie een deel van de werkelijkheid.
Meneer Vierkant in Platland kan onmogelijk iets begrijpen van meneer Bol in de driedimensionale wereld. Zo zijn wij mensen in de driedimensionale stoffelijke wereld niet in staat iets te begrijpen van de niet-materiële dimensie. Wij kunnen alleen besef van die niet-materiele dimensie krijgen wanneer deze zich aan ons bekend maakt.

Conclusie

Zoals zwaartekracht uitwerkt op het uiterlijke stoffelijke lichaam, zo kan men het geloof herkennen aan de uitwerking.
“Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is.” (Hebr. 11:1,3) De kern van het Bijbelse geloof is dit ‘Woord van God’, Jezus Christus. “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.” (Joh. 1:18) “Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.” (1 Joh. 4:8)

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website Evolutie.biz. Het originele artikel is hier te vinden.
Voetnoten
- Nagel, Geest en Kosmos. Uitg. AUP.
- Zie: www.logos.nl en https://webshop.logos.nl/winkel/boeken/oorsprong-twee-modellen/.
- Zie Economie: waardenvrij of normloos? http://www.dewegwijzer.net/econweb.html.
- Zie: http://www.evolutie.biz/Overtuiging-creatie.html.
- Zie: http://bijbelenonderwijs.nl/evolutie-nee/2607/.