Bijenteelt ver gevorderd ten tijde van David en Salomo

by | jul 7, 2016 | Archeologie, Biologie, Onderwijs

Bij de brandende braambos kreeg Mozes een beschrijving van het beloofde land. Het zou een goed en ruim land zijn, vloeiende van melk en honing (Exodus 3:8). Het woord ‘honing’ wordt vaak uitgelegd als een product van zoete dadels, vijgen of druiven, omdat men ervan uitgaat dat er geen gecultiveerde honingproductie plaatsvond door middel van bijenteelt. Recent onderzoek in Israël geeft een andere kijk op de zaak.

Wetenschappers van de Hebrew University of Jerusalem hebben de inhoud van cilinders van ongebakken klei onderzocht en daarin resten gevonden van bijen (werksters, darren en larven). Vergelijkbaar aardewerk is als bijen‘korf’ nog steeds in gebruik in het Midden-Oosten. Aan de ene kant van de cilinder zit een gaatje waardoor de bijen naar binnen kunnen. De andere kant is afgesloten met een deksel waardoor de imker de honingraten kan verwijderen. Het aardewerk is gevonden bij opgravingen in Tel Rehov in de centrale Jordaan-vallei van Israël, circa 30 kilometer ten zuiden van Tiberias. Volgens de onderzoekers werden deze cilinders in meerdere rijen op elkaar gestapeld en gebruikt voor bedrijfsmatige bijen- en honingteelt. Het gebied waarin dat gebeurde was destijds dichtbevolkt. Aan de hand van radiometrische datering (C14) is vastgesteld dat de cilinders stammen uit de tiende tot negende eeuw voor Christus. Daarmee is het oudste bijenteeltbedrijf in Israël archeologisch vastgesteld. Dat was ten tijde van de
koningen David en Salomo en rond de tijd van de verdeling van het koninkrijk.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Verhoeven, E., 2010, Bijenteelt ver gevorderd ten tijde van David en Salomo, Weet 5: 10.