Fytogeografie en zoögeografie—rafting vs continentendrift

by | apr 4, 2017 | Biologie, Geologie, Paleontologie

Voor evolutionisten is het heel lastig om de wereldwijde verspreidingspatronen van planten en dieren te verklaren. Algemeen aanvaarde modellen van continentenverschuiving kunnen het niet aaneen gesloten zijn van verspreidingsgebieden onvoldoende verklaren. Dit betreft zowel de trans-Atlantische als de trans-Pacifische disjuncties (een disjunctie is het niet aaneengesloten zijn van een verspreidingsgebied). Evolutionistische biogeografen kunnen ook niet een adequaat mechanisme leveren om deze distributie-patronen via ongerichte verspreiding te verklaren. De data passen daarentegen prima in een creationistisch model waar planten en dieren op vegetatiematten (restanten van de zondvloed) naar hun huidige woonplaatsen zijn gedreven. De talrijkste trans-oceanische disjuncties vind je over het algemeen bij dieren die makkelijker van zulke vlotten gebruik kunnen maken. En waar oceaanstromen landmassa’s kruisen, vinden we over het algemeen gebieden met veel alleen daar voorkomende soorten en een hoge biodiversiteit. Daarbij geldt dat zulke gebieden veelal zowel rijk zijn aan (endemische) plantensoorten als aan (endemische) diersoorten, wat de suggestie in zich bergt dat planten en dieren op dezelfde manier daarnaartoe zijn gevoerd. Endemisch betekent dat het alleen daar voorkomt.

Download the PDF file .

Dit artikel is met toestemming vertaald en overgenomen uit Journal of Creation. De volledige bronvermelding luidt: Statham, D., 2015, Phytogeography and zoogeography—rafting vs continental drift, Journal of Creation 29 (1): 80-87.

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!