Cambrische explosie steeds explosiever

by | jan 1, 2016 | Onderwijs, Paleontologie

Nieuwe fossiele vondsten lijken de Cambrische explosie steeds explosiever te maken. Al sinds de tijd van Charles Darwin wordt het gebrek aan fossiele tussenvormen gezien als één van de grootste bezwaren tegen de evolutietheorie. Dit probleem is het duidelijkst zichtbaar in de Cambrische explosie. Volgens de conventionele theorie is het Cambrium de periode van ongeveer 541 tot 485 miljoen jaar geleden. Het verrassende is dat fossielen van bijna alle hoofdafdelingen (fyla) van het dierenrijk ‘plotseling’ verschijnen in de aardlagen uit het Cambrium. Zonder dat er in de oudere aardlagen eronder overgangsvormen worden gevonden die de geleidelijke ontwikkeling van al deze fyla laten zien. Deze explosie van levensvormen in het Cambrium past veel beter bij een plotselinge schepping dan bij een geleidelijke evolutie.

Kelkworm

Het lijkt er niet op dat dit probleem voor de evolutietheorie opgelost gaat worden door meer fossielen op te graven. In tegendeel, nieuwe fossiele vondsten lijken de Cambrische explosie juist steeds explosiever te maken. Een recent voorbeeld daarvan is de vondst van Cambrische fossielen die de naam ‘Cotyledion tylodes’ hebben gekregen. Cotyledion blijkt tot de hoofdafdeling van de kelkwormen (entoprocta) te behoren. Tot voor kort waren fossiele kelkwormen pas bekend vanaf het Late Jura, zo’n 150 miljoen jaar geleden, maar nu blijken ze dus al in het Cambrium te hebben bestaan.

Amper veranderd

Opvallend is ook dat Cotyledion grote overeenkomsten laat zien met huidige kelkwormen; en dat terwijl je in de veronderstelde 520 miljoen jaar die er sinds Cotyledion zouden zijn verstreken toch behoorlijke evolutionaire veranderingen zou verwachten. Gedurende dezelfde periode zouden visachtige voorouders zijn geëvolueerd in amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren! Cotyledion verschilt op slechts twee opvallende punten van hedendaagse kelkwormen. Ten eerste was Cotyledion een stuk groter. Maar lichaamsgrootte is biologisch gezien niet een hele veelzeggende eigenschap. Ten tweede bezat Cotyledion uitwendige skeletplaten, terwijl huidige kelkwormen die niet hebben. Er is dus vrij weinig veranderd. En voor zover er wel een zinnige verandering is opgetreden, is het een degeneratieve verandering: het verlies van skeletplaten.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Jorritsma, R.N., 2013 Cambrische explosie steeds explosiever, Weet 20: 21.