Waar ziekte vandaan komt en hoe COVID-19 (coronavirus) en economische stilstand onze eigen spirituele behoefte om ons dicht bij God te brengen, benadrukken.
Lijden benadrukt vaak de belangrijkste dingen. Zo ook helpen het COVID-19 (coronavirus) en daaropvolgende maatregelen van de overheid om het tegen te gaan, ons te concentreren op belangrijkere zaken: basisbehoeften, familie en zelfs God. Hoe moeten we denken over COVID-19 en God?
Zou iets betreffende de COVID-19-pandemie ons doen twijfelen aan God? Zijn bestaan? Zijn goedheid? Zijn plannen voor de mensheid? Terwijl de kennis van wetenschappers en artsen vanzelfsprekend verandert naarmate nieuwe informatie wordt ontdekt, gaf God ons zijn onveranderlijke woord in de Bijbel. Daar hebben we het verslag van Gods schepping van een volmaakt goede wereld waarin ziekte noch dood bestond. Alle micro-organismen in die perfecte wereld zouden gefunctioneerd hebben zoals God ze oorspronkelijk had geschapen. Mensen zouden kunnen genieten van de wereld waarvan God zei dat die zeer goed was, maar onze eerste voorouders kwamen in opstand tegen de Schepper, terwijl ze gewaarschuwd waren dat de prijs van opstandigheid de dood was.
Hoe ziekte en dood in de schepping zijn gekomen
In de ongeveer zesduizend jaar sinds die tijd hebben dood en lijden onze wereld geplaagd, vaak letterlijk. Een van de manieren waarop dit is gebeurd, zijn de gevolgen van virale en andere infectieziekten. Het is inderdaad vreselijk misgegaan. Terwijl we ons leven leiden in deze door zonde vervloekte wereld, weten we dat ieder van ons al leeft onder de doodstraf vanaf het moment dat ons leven begint. Terwijl we blijven leven en liefhebben, voor elkaar zorgen, de geheimen van de wetenschap ontdekken, dingen creëren die de wereld verbeteren en genieten van de vele zegeningen, activiteiten en relaties die voor ons openstaan, weten we allemaal dat onze dagen beperkt zijn. Op een dag zullen we sterven. De dood is de ultieme vijand en die zal ons zeker wegrukken van degenen van wie we houden (1 Korintiërs 15:26). De dood zal een gapend gat achterlaten in de levens van degenen die van ons houden.
De dood is de wereld binnengekomen vanwege de zonde van de mensheid. God kon in zijn volmaakte gerechtigheid de regels niet zomaar veranderen toen de mens in opstand kwam. Toch schiep God in zijn genade hoop na de dood (Romeinen 5:19). God bood in zijn genade een manier om de verbroken relatie tussen de zondige mens en de heilige God te herstellen, een manier om zijn liefde voor ieder mens te tonen. Jezus Christus, de Zoon van God, werd mens om de vloek van de dood te dragen aan een bloedig kruis. Vervolgens versloeg Hij de dood door op te staan uit de dood. Zoals we binnenkort zullen zingen tijdens onze paasvieringen – of als we dat doen in livestream kerkdiensten of kleine huisbijeenkomsten – “Uit het graf stond Hij op!” Iedereen die gelooft in het offer dat Jezus Christus aan het kruis bracht, kan erop vertrouwen dat ook hij of zij na de dood voor eeuwig in de hemel zal leven.
De prikkel nu van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus. (1 Korintiërs 15: 56–57)
Hoe Jezus omging met het probleem van het lijden
Hoe ging Jezus om met het probleem van het lijden in zijn tijd? Tijdens zijn aardse jaren werd Jezus eens door zijn discipelen gevraagd waarom een bepaalde man blindgeboren was. Jezus erkende dat er veel redenen zijn waarom mensen lijden, waarbij Hij voorbijging aan de simplistische suggesties van zijn discipelen. Maar toen vertelde Jezus hen dat de aandoening van deze man uiteindelijk eer aan God zou brengen, en Hij genas hem op wonderbaarlijke wijze.
Hier is het begin van het verslag in Johannes 9:1‒3,6‒7 (HSV):
“En in het voorbijgaan zag Hij iemand die blind was van de geboorte af.
En Zijn discipelen vroegen Hem: Rabbi, wie heeft er gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind geboren zou worden? Jezus antwoordde: Hij heeft niet gezondigd en zijn ouders ook niet, maar dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden (…) Nadat Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte slijk met het speeksel en streek het slijk op de ogen van de blinde, en Hij zei tegen hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (wat vertaald wordt met: Uitgezonden). Hij dan ging weg en waste zich en kwam ziende terug.”
Jezus genas deze man fysiek. En later, zoals beschreven in Johannes 9, begon die man te begrijpen dat Jezus echt Gods Zoon was. Jezus genas deze man ook geestelijk. Denk aan de genezen man. Lijden was de manier om hem bij God terug te brengen. Hij werd blind geboren, maar ging zijn beproeving zien als een manier om Gods heerlijkheid in zijn leven te brengen. Toen hij Jezus ontmoette en door Hem werd genezen, geloofde hij in Hem als zijn Redder uit zijn beproeving. De pijn en het lijden van de man veranderden in vreugde over zijn genezing en redding.
Op dezelfde manier kan deze COVID-19-uitbraak een manier worden waarop velen geestelijk genezen worden door Jezus. Deze test van een wereldwijde pandemie, sociale afstand, lege supermarkten en economische tegenspoed kan de nadruk leggen op een van de belangrijkste zaken die er zijn: onze geestelijke behoefte. En vreemd genoeg is dat misschien dat wat we het meest nodig hebben.
C.S. Lewis schreef ooit: “Pijn eist dat er aandacht aan wordt besteed. God fluistert tegen ons in onze genoegens, spreekt in ons geweten, maar schreeuwt in onze pijn: het is Zijn megafoon om een dove wereld wakker te schudden.” Pijn trekt onze aandacht, wat ons ertoe aanzet te vragen waar deze vandaan komt en wat we kunnen doen om degenen van wie we houden te beschermen. Prioriteiten komen scherp in beeld en schreeuwen erom om opnieuw te worden geëvalueerd wanneer de dingen die we het meest waarderen, worden bedreigd. Pandemie maakt velen zelfs bang om te overwegen wat ons te wachten staat als we deze wereld verlaten. Laten we klaar zijn met de antwoorden die mensen nodig hebben.
Conclusie: COVID-19, God en het evangelie
Laten we in deze crisistijd allemaal ons steentje bijdragen om de liefde van Jezus Christus te delen met onze buren door te helpen wanneer we kunnen en met opgewekt gemoed samen te werken als het gaat om alle maatregelen die nodig zijn om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan. Laten we ook niet vergeten onbevreesd te leven, vrijelijk het goede nieuws van het evangelie van Jezus Christus te delen: de ware hoop voor iedereen in deze wereld en de volgende.
Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere (Romeinen 8:38–39).
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website van Answers in Genesis. Het originele artikel is hier te vinden.