Een creationistische blik op ALH84001

by | feb 21, 2018 | Astronomie & Kosmologie, Geologie

In onze huidige maatschappij bevinden zich verschillende, conflicterende wereldbeelden. Daarvan staan er twee pal tegenover elkaar: het evolutionaire wereldbeeld en het creationistische wereldbeeld.

De eerste beweert dat er veertien miljard jaar geleden een vermeende Big Bang was. Vervolgens zou spontane generatie van sterren en planeten hebben plaatsgevonden, waaronder het ontstaan van ons zonnestelsel en onze Aarde iets meer dan vier miljard jaar geleden. Op deze primitieve Aarde ontstonden organische moleculen uit anorganisch materiaal (leven uit niet-leven), wat leidde tot een vroege vorm van leven. Uiteindelijk evolueerde deze vroege vorm tot alle miljoenen soorten planten dieren, mensen, bacteriën enzovoort die we tegenwoordig zien, allemaal binnen vier miljard jaar.

Het andere is het Bijbels creationistische wereldbeeld, wat ervan uitgaat dat de Bijbel het waarheidsgetrouwe Woord van God is. De Bijbel voorziet ons van een nauwkeurig ooggetuigenverslag van zes- tot tienduizend jaar.12 Ook laat het een bijzondere, letterlijke zesdaagse Schepping zien waarin het universum, de aarde, het leven op aarde, en mensen zijn gemaakt. Daarnaast beschrijft het de Zondeval die zonde in de wereld bracht en ervoor zorgde dat de oorspronkelijke Creatie zwaar werd aangetast. Hierop volgde een Zondvloed om iedereen op aarde–met uitzondering van acht personen bestaande uit Noach en zijn familie–te veroordelen. De komst van Jezus Christus verbrak de vloek van de zonde en zo zette Hij de mensheid vrij, zodat zij door Hem herenigd kunnen worden met hun Schepper, God.

Beide wereldbeelden gebruiken hetzelfde empirische bewijs en dezelfde feiten om een wetenschappelijke onderbouwing te geven voor hun theorieën. In dit essay geef ik een creationistische visie betreffende de meteoriet Allen Hill 84001, waarvan de meeste wetenschappers geloven dat hij van Mars afkomstig is. Deze meteoriet wordt veel ouder geacht dan andere zogenaamde Marsmeteorieten en wordt derhalve beschouwd als de sleutel tot het verleden van de rode planeet. Ik zal de volgende punten aansnijden:
– Komen Shergotieten zoals Allen Hill 84001 (hierna: ALH) van Mars en niet van de maan of de planetoïdengordel?
– Welke leeftijd was bepaald voor de ALH, en zijn de dateringsmethoden betrouwbaar?
– Wat is de evolutionaire geschiedenis van deze meteoriet, en hoe staat een creationistische historie hier tegenover?
– Wat voor chemische informatie is er aanwezig over het carbonaat in de meteoriet?
– Was er vrij water op Mars? En zo ja, waar is het heengegaan?

Herkomst van ALH84001

Bij de ontdekking van ALH werd deze meteoriet eerst geclassificeerd als diogeniet. Maar hoe meer onderzoek ernaar werd gedaan, hoe sterker men het beschouwde als een Marsmeteoriet.3 De onderzoekers kwamen tot deze conclusie door te kijken naar de mineralogische eigenschappen en de zuurstofisotoopcompositie.4 In de poriën van de meteoriet zitten gassen gevangen die naar verluidt gelijk zijn aan de hedendaagse Marsatmosfeer, die bestaat uit argon en koolstofdioxide. Deze ruimtesteen, ter grootte van een aardappel, verschilt in zijn minerale compositie echter wel van de elf SNC5 meteorieten, waarvan ook wordt gezegd dat ze van Mars afkomstig zijn. Ook qua leeftijd onderscheidt ALH zich van de SNCs: ALH is twee miljard jaar ouder gedateerd dan de SNCs, en wordt daarom gezien als deel van de ‘vroege’ Marskorst.6 Er bevindt zich geen atmosfeer op de maan of in de planetoïdengordel, dus daar kan ALH zijn chemische compositie niet van krijgen. En ondanks dat Venus wel een atmosfeer heeft van voornamelijk CO2 met een klein deel argon, is Mars de meest waarschijnlijke plek van oorsprong voor de meteoriet.

Leeftijdsbepaling met behulp van radio-isotopen

De auteur geeft in het compendium7 van Marsmeteorieten8 toe dat de leeftijdsbepaling lastig te interpreteren is, wat te maken heeft met “meerdere inslagen tijdens zijn [ALHs] geschiedenis, te zien aan gegloeide korrelbanden en isotropisch plagioklaas”. Vooronderstellingen en aannames vormen de intrinsieke basis bij het bepalen van (hoge) ouderdom. Het algemeen geaccepteerde evolutionaire wereldbeeld vooronderstelt een hoge ouderdom; een relatief jong universum zou het mechanisme van evolutie namelijk onmogelijk maken. De evolutietheorie zou daardoor niet eens kunnen beginnen met het uitleggen van de oorsprong van het leven. Maar meer en meer wetenschappers met een doctorsgraad (meer dan 150 bij Creation Ministries International alleen al), zijn ervan overtuigd dat de aarde slechts zesduizend jaar oud is, of in ieder geval vele malen jonger dan wat evolutionaire wetenschappers aannemen.

De ‘leeftijd’ van ALH84001 is met verschillende radio-isotoop dateringsmethoden bepaalt. In het compendium bevindt zich een opsomming van de verschillende methodes die verschillende onderzoeksgroepen hebben gebruikt, met daarbij hun uitslagen. 39Ar/40Ar werd als eerste beschreven. Afhankelijk van de correctiemethoden leverden de metingen een ‘leeftijd’ op die per methode verschilde met een aantal honderden miljoen jaren, en lag tussen de 3,92 en 4,18 miljard jaar. Opmerkelijk genoeg wisten de onderzoeksgroepen de correcte leeftijd al, ondanks dat ze metingen deden. Eén van de onderzoeksgroepen rapporteerde namelijk: “[de] echte waarde ligt ergens tussen de 4,05 en 3,8 miljard jaar.9 Andere onderzoeksgroepen uit ditzelfde compendium hanteerden isochron-dateringsmethoden. De isochron verkregen door Sm/Nd datering paste op de 4,56 miljard jaar isochron, wat meer dan vijfhonderdmiljoen jaar hoger ligt dan de zojuist genoemde ‘echte waarde’. Met Rb/Sr isotoopsystemen werd dezelfde ouderdom gevonden. Maar andere groepen die ook de Rb/Sr gebruikten vonden weer een ouderdom van ongeveer 3,84 en 4,50 miljard jaar. Blijkbaar is er een hoop controversie rondom de exacte leeftijd van de meteoriet–en eigenlijk voor elke steen of elk bot–als radiodateringsmethoden gebruikt worden.

Creatiewetenschappers hebben na een achtjarig onderzoeksproject–Radioisotopes and the Age of the Earth (RATE) genaamd–verschillende theorieën voorgesteld. Daaronder bevinden zich een theorie over versneld nucleair verval10 en een onderwerp over controversie in isochronen11, waardoor de consistentie van de conventionele dateringsmethoden in de problemen komt. Omdat de laatstgenoemde hoofdstukken bij elkaar al meer dan tweehonderd pagina’s bevatten, zal ik hier niet al te diep op ingaan, omdat dit buiten het onderwerp van dit essay valt. De lezer wordt daarom geadviseerd om de bovengenoemde bronnen te bestuderen; dit boek is per hoofdstuk volledig gratis te downloaden op icr.org.

De wetenschappers onderzochten tien speciaal uitgezochte stukken steen, die volgens de moderne wetenschap uit het vroege Precambrium komen. Verschillende radio-isotopenanalyses, zoals K/Ar, Rb/Sr, Sm/Nd, en Pb/Pb, laten een uitgesproken onenigheid zien tussen ‘ouderdommen’ die van theoretische modellen komen en isochron-‘ouderdommen’. Ook tussen isochron-‘ouderdommen’ zelf is sterke disharmonie. Deze onenigheid is altijd aanwezig. Dit zou men niet verwachten, want wanneer twee of meer verschillende methoden worden gebruikt voor dezelfde steen, zouden de uitkomsten van de radio-isotoopouderdom hetzelfde moeten zijn. Dit duidt erop dat er een fataal probleem is met de ‘dateringsmethoden’, alsook met de veronderstellingen waar die op zijn gebaseerd.12

De ALH84001 meteoriet mag dan waarschijnlijk buitenaards zijn, maar dezelfde conclusie kan ook gelden voor de dateringsmethoden die gebruikt zijn in de artikelen die door het compendium zijn geciteerd. Gebaseerd op de creationistische vooronderstellingen dat de aarde relatief jong is en catastrofale, geologische processen heeft ondergaan, en gebaseerd op de uitslagen van het RATE-onderzoeksproject, stel ik het volgende voor: de meteoriet is ongeveer 4.400 jaar geleden op aarde terechtgekomen in een meteorenregen die waarschijnlijk tijdens de wereldwijde Zondvloed heeft plaatsgevonden.131415 Daarnaast is de meteoriet waarschijnlijk ongeveer zesduizend jaar oud, wat betekent dat het ooit deel uitmaakte van een groter gesteente dat bij Mars hoorde (cf. Genesis 1:14-18).

Geschiedenis in evolutionair en creationistisch licht

In een evolutionaire wereldvisie begon de klok van ALH84001 waarschijnlijk rond 4.5 miljard jaar geleden met tikken. Diens ‘moedergesteente’ is waarschijnlijk op dat moment geraakt door een binnenkomend object (zoals een asteroïde). Dit object moet een dusdanige grootte en snelheid hebben gehad, dat het ALH met een snelheid van 18.360 km/h de atmosfeer van Mars heeft doen verlaten16, wat ongeveer vijf keer sneller is dan een geweerschot. Toch denken een aantal wetenschappers dat het mogelijk moet zijn om deze snelheid te halen, als de asteroïde en diens inslag maar groot genoeg zijn.

De wetenschappers in het compendium hebben ook een ‘ongewoon hoge kosmische-straalbelichtingsleeftijd’ gerapporteerd van ongeveer vijftien miljoen jaar. Dit wil zeggen dat de meteoriet blijkbaar vijftien miljoen jaar lang door de ruimte heeft rondgedwarreld, waarbij het aan straling vanuit de ruimte (kosmische straling) is blootgesteld. De exacte leeftijd is echter niet gevonden; door middel van verschillende dateringsmethoden hebben onderzoekers waarden gevonden tussen de veertien en achttien miljoen jaar, met één uitschieter van vijftien miljoen jaar plusminus 5 miljoen (!) jaar.

Na de ruimtereis bereikte de meteoriet de aarde. Vervolgens is 14C-datering gebruikt om te bepalen hoe lang geleden de steen zich al op deze planeet bevindt. Opnieuw vond men uiteenlopende waarden. Een groep schatte eerst dat de ‘aardse leeftijd’ ongeveer elfduizend jaar moest zijn, maar op een later moment veranderden ze het naar 6,5 duizend jaar. Bij een herberekening vonden ze echter een leeftijd van dertienduizend jaar, terwijl een andere groep juist weer 6,5 duizend jaar vond.17

De ontdekking van ALH in 1984 en de uitgebreide onderzoeken in 1993 (net voor de regering zou aankondigen dat NASA geen financiering meer zou krijgen) brengen diens geschiedenis tot een eind. Men dient wel op te merken dat “ondanks dat het [de ALH84001] de meest bestudeerde steen aller tijden is, wij [onderzoekers] diens complexe geschiedenis niet begrijpen”.18

Ondanks dat creationistische wetenschappers, naar mijn weten, geen gericht onderzoek hebben gedaan naar de ALH84001, zijn er een aantal artikelen geschreven met betrekking tot meteorieten, asteroïden, en andere interstellaire fenomenen.192021 Hieronder zal ik kort uitweiden op wat ik heb gelezen en een theorie voorstellen voor de geschiedenis van ALH vanuit een creationistisch perspectief.

In het Bijbelse wereldbeeld vond de creatie van de hemel en de aarde ongeveer zesduizend jaar geleden plaats (Genesis 1:1), zoals kan worden afgeleid uit de chronogenealogieën22 in Genesis 5 en 11. Dit betekent dat de basismaterialen voor hemel en aarde toen zijn geschapen. Op dag vier van de Scheppingsweek schiep God de “lichten … aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en [zei] dat zij tot lichten zijn aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde; en het was alzo. En God maakte de beide grote lichten, het grootste licht tot heerschappij over de dag, en het kleinere licht tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren (Genesis 1:14-1623).” Het Hebreeuwse woord voor ‘sterren’, כוֹכָבִים kôkābîm, verwijst naar elk helder object in de hemel.24 Kôkābîm kan dus ook verwijzen naar meteorieten of (exo)planeten.25 De Marsoorsprong van ALH kan dus op deze manier worden verklaard: als ALH deel uitmaakte van een Marssteen, dan was die waarschijnlijk op de vierde dag van de Schepping gevormd. Daarnaast was er waarschijnlijk ook een meteorietenstorm net voor de Zondvloed.26 Deze storm, die waarschijnlijk vanuit de asteroïdengordel ontstond, zou langs Mars hebben kunnen komen. Een aantal van die meteorieten kunnen Mars hebben geraakt, waardoor de ALH-meteoriet de ruimte in is geschoten en uiteindelijk de aarde heeft bereikt.

Chemische informatie van het carbonaat

De meteoriet bevat diverse mineralen en is rijk aan orthopyroxeen, wat het in de categorie orthopyroxenieten plaatst. Er bevinden zich ook sporen van chromiet, feldspatisch glas, augiet, apatiet en olivijn.27 De steen heeft ook secundaire mineralen en deze bevatten onder andere het veelbesproken carbonaat. Eén procent van ALH bestaat uit deze carbonaatmineralen en “bevinden zich in variërende plaatsen en texturen, van de opvulling van tussenliggende barsten tot opvallend gezoneerde clusters, halfrond in dwarsdoorsnede, die de naam ‘rozetten’ toegewezen hebben gekregen”.28

De rozetten en ‘plak’-carbonaten zijn samengesteld uit een mengsel van CaCO3, FeCO3, en MgCO3. Er bestaat nog veel onzekerheid over het ontstaan van de rozetten en de andere carbonaatstructuren. Een aantal opties voor hun oorsprong zijn: neerslag uit water bij lage temperatuur; ontstaan uit verdampingsprocessen; vorming door reacties bij hoge temperaturen; of een smeltproces veroorzaakt door een inslag.

Sommige onderzoekers geloven dat de carbonaten zijn ontstaan uit gestorven micro-organismen, maar daarvoor zijn ze te klein (100–250 nm). Een levend micro-organisme moet namelijk ontzettend veel verschillende moleculaire machines huishouden.29 De kleinste hypothetische cel is ongeveer 100 nm30 en bevat drie ribosomen, een volledig complement aan enzymen, een DNA molecuul van honderdduizend basen lang, en een celwand.31 De vele andere componenten zijn dan achterwege gelaten. Vrij levende bacteriën meten ongeveer 500-20.000 nm, en ondanks dat de kleinste bacteriën (Mycoplasma) tussen de 100-250 nm groot zijn, hebben zij om te overleven een meer geavanceerd organisme nodig dat ze als een parasiet kunnen besmetten.32

Niet slechts water: geologische aanwijzingen voor een vloed op Mars

Tegenwoordig is Mars een koude, woestijnachtige planeet waar water niet lijkt te bestaan–in tegenstelling tot onze Aarde. Desondanks zijn er wel veel sporen van (vroeger) water op Mars gevonden. Wetenschappers zien de kraters, enorme ravijnen en een aantal kanalen als duidelijk bewijs voor de bedrijvigheid van een grote hoeveelheid stromend water, wat ook te zien is op onze planeet: Grand Canyon, de Jurakust, fossielen (als bewijs voor een snelle begraving door water en modder), sedimentaire lagen en andere geologische fenomenen die naar een wereldwijde Vloed op Aarde wijzen. Veel van deze kenmerken zijn dus ook op Mars te vinden.

Er zijn creationistische wetenschappers33 die geloven dat de Zondvloed uit Genesis 6–11 niet alleen een catastrofe was die de aarde raakte, maar ook het gehele universum beïnvloedde. Maar waar komt dit water vandaan? Dr. Russel Humphreys stelde in een artikel34 voor: “Als brokken ijs met een hoge snelheid verantwoordelijk zijn voor de kraters op Mars, zou het ijs door de inslag in waterdamp kunnen veranderen. De enorme Marsvulkanen (Mons Olympus, etc.) zouden ook grote hoeveelheden waterdamp uitstoten (zelfs de kleinere vulkanen op Aarde doen dat).”

Humphreys vervolgde dat als de ijsinslagen en vulkaanuitbarstingen in een korte periode (dagen tot weken) plaatsvonden, er een tijdelijke wateratmosfeer zou kunnen ontstaan. Zo’n wateratmosfeer zou genoeg druk kunnen leveren om water in zijn vloeibare toestand op het Marsoppervlak te houden.35 Maar omdat de atmosfeer van Mars maar dun is, zou het water waarschijnlijk snel verdampen. Enkele hoeveelheden van het water zouden chemisch gecombineerd kunnen worden met mineralen die zich op de Marsbodem bevinden. Er zijn andere mogelijkheden: het water zou in de grond hebben kunnen trekken, resulterend in bevroren permafrost, of het water zou ijskappen hebben kunnen vormen op de polen van Mars. Wie weet was er water aanwezig in de Marskorst.

Conclusie

Als er onpartijdig naar het bewijs (bijv. de samenstelling van de meteoriet, de geologie op Mars of Aarde, enz.) gekeken wordt, kan het zowel het creationistische als het evolutionistische wereldbeeld ondersteunen, afhankelijk van welke aannames er worden gehanteerd. Ik hoop dat de lezer dit essay aandachtig heeft gelezen, zonder direct de duidelijk aanwezige verschillen tussen beide visies teniet te doen. Wetenschap corrigeert de wetenschap, waardoor een open blik op het bewijs noodzakelijk is om verder te komen. Ondanks dat alle wetenschappers door hun wereldbeeld vooringenomen zijn, is het bewonderenswaardig voor een onderzoeker wanneer alle mogelijkheden oprecht worden overwogen.

Voetnoten

  1. R. Humphreys, “Evidence for a young world,” can be found under http://creation.com/evidence-for-a-young-world, n.d.
  2. J. Sarfati, D. Batten, Refuting Evolution, Creation Book Publishers, 2008.
  3. C. Meyer, “X. ALH84001,” 2003.
  4. De zuurstofisotoopcompositie houdt in: de hoeveelheid van een zwaardere vorm van zuurstof die men gevonden heeft in de meteoriet.
  5. Deze Shergotty, Nakhla, Chassigny (SNC) meteorieten zijn vernoemd naar hun vindplaatsen: Shergotty komt van Shergati, India; Nakhla komt van El-Nakhla, Alexandrië, Egypte; Chassigny komt van Chassigny, Haute-Marne, Frankrijk.
  6. J. D. Sarfati, CEN Tech. J. 1996, 10, 293–296.
  7. Een compendium is een beknopt overzicht of naslagwerk van een bepaald onderwerp. In dit geval is het een samenvatting van een aantal studies over de Marsmeteoriet ALH84001.
  8. C. Meyer, “X. ALH84001,” 2003.
  9. C. Meyer, “X. ALH84001,” 2003.
  10. Morris et al., 2005, zie hoofdstuk 7.
  11. Morris et al., 2005, hoofdstuk 5 en 6.
  12. Morris et al., 2005, conclusie uit hoofdstuk 6.
  13. C. R. Froede Jr., Creat. Res. Soc. Q. 2002, 38, 209–212.
  14. C.R. Froede, D. B. DeYoung, Creat. Res. Soc. Q. 1996, 33, 23–34.
  15. C. R. Froede, J. Creat. 2010, 24, 73–75.
  16. Mcgraw-Hill, Encycl. Sci. Technol. 1971, 74.
  17. alle ‘leeftijden’ gevonden in: Meyer, 2003.
  18. C. M. Corrigan, Planet. Sci. Res. Discov. 2004, July 1, 1–15.
  19. C. R. Froede, J. Creat. 2010, 24, 73–75.
  20. J. Henry, J. Creat. 2010, 24, 87–94.
  21. W. Spencer, J. Creat. 2015, 29, 116–119.
  22. Dit is de beschrijving van de afstammelingen van Adam. Een klein voorbeeld is bijvoorbeeld: Gen. 5:3-6 Toen Adam honderddertig jaar geleefd had, verwekte hij een zoon naar zijn gelijkenis, als zijn beeld, en noemde hem Set. En de dagen van Adam, nadat hij Set verwekt had, waren achthonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Zo waren al de dagen van Adam, die hij geleefd heeft, negenhonderddertig jaar; en hij stierf. Toen Set honderdvijf jaar geleefd had, verwekte hij Enos. Dit gaat zo door, zodat heel gedetailleerd kan worden bijgehouden wanneer wie een kind kreeg en zo een geslachtsregister ontstaat, waaruit kan worden afgeleid dat Adam ongeveer vierduizend jaar voor Jezus Christus leefde.
  23. Alle Bijbelteksten komen uit de NBG51 vertaling.
  24. J. Sarfati, Creat. Mag. 2010, 32, 38–41.
  25. W. R. Spencer, TJ 2001, 15, 17–25.
  26. C. R. Froede, J. Creat. 2010, 24, 73–75.
  27. C. M. Corrigan, Planet. Sci. Res. Discov. 2004, July 1, 1–15.
  28. C. M. Corrigan, Planet. Sci. Res. Discov. 2004, July 1, 1–15.
  29. Onder andere ribosomen, enzymen, een DNA molecuul, controlerende functies en een vitaminemetabolisme.
  30. Een miljoenste van een millimeter.
  31. H. Morowitz, Principles of Biomolecular Organisation, J.A. Churchill, London, 1966.
  32. Encycl. Br. 1992, 571.
  33. W. Spencer, Creat. Sci. Fellowship, Inc 1994, 513–523.
  34. R. Humphreys, “Water on Mars: A Creationist Response – creation.com,” can be found under http://creation.com/water-on-mars-a-creationist-response, 1997.
  35. R. Humphreys, “Water on Mars: A Creationist Response – creation.com,” can be found under http://creation.com/water-on-mars-a-creationist-response, 1997.