De jachtluipaard (cheeta) is echt een bijzonder schepsel. Het is het snelste landdier ter wereld en kan binnen 2 seconden accelereren van 0 tot 64 km per uur. De cheeta kan een snelheid van 112 kilometer per uur bereiken.
Hoe bereikt het jachtluipaard deze fenomenale snelheden? Hij is ontworpen met een perfect aangepast lichaam met een uniek krachtig hart, sterke slagaders met een grote diameter en extra grote neusgaten voor het inademen van grote hoeveelheden lucht. De cheeta heeft ook heup- en schoudergordels die op de wervelkolom draaien. Terwijl hij loopt, buigt de wervelkolom van de cheeta op en neer terwijl de poten samenkomen en zich vervolgens weer uitstrekken. Op topsnelheid raken zijn poten maar om de 7 meter de grond.
Evolutionisten zullen beweren dat een of ander onbekend pre-cheeta schepsel veranderde in het jachtluipaard door toevallige mutaties van zijn hart, lever, slagaders, neusgaten, heupen, schouders, wervelkolom en spieren. Toch laten de oudste bekende cheeta fossielen een dier zien dat in wezen identiek is aan de jachtluipaarden die vandaag leven.
Nogmaals, het feitelijke fysieke bewijs ondersteunt meer de schepping dan evolutie. De unieke kenmerken van de cheeta zijn resultaat van ontwerp. Geen enkele reeks willekeurige modificaties had dit snelle, slanke dier kunnen voortbrengen.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de nieuwsbrief van ‘Search for the Truth’. Zie hier voor de website van deze organisatie.