Het zal je niet verbazen dat stromend water een enorme kracht heeft. Hoe groot die kracht precies is werd pijnlijk duidelijk toen in februari een Amerikaanse stuwdam beschadigd raakte…
In de Amerikaanse staat Californië ligt de hoogste stuwdam van het land: de 235 meter hoge Oroville Dam. Door zware regenval steeg in februari het waterniveau zo erg dat men overtollig water via de noodoverlaat moest laten wegstromen. De ingenieurs zagen toen een apart stroompatroon ontstaan. Wat bleek? Het snelstromende water had halverwege de overlaat een gat geslagen in het beton en het onderliggende gesteente!

Erosie
Helaas was er geen tijd om het gat te repareren. Het water van de Feather River, waarin de Oroville Dam zich bevindt, bleef namelijk stijgen. De ingenieurs waren bang dat de tweede overlaat het overtollige water niet aan zou kunnen. Ze hadden daarom geen keus en moesten de beschadigde overlaat weer in gebruik nemen, met als gevolg dat meer dan 180.000 mensen uit voorzorg moesten worden geëvacueerd. Toen het waterniveau in het stuwmeer eindelijk een beetje was gezakt, werd de omvang van de schade pas echt goed duidelijk. Het water had het beton van de overlaat gestript. Er was een ‘krater’ uitgesleten van vijftig meter diep. Een deel van het snelstromende water had naast de overlaat een nieuwe geul uitgesleten, dwars door de harde ondergrond heen. Naar schatting is hierdoor 1,3 miljoen kubieke meter gesteente weggespoeld.
Schaalmodel
De ramp met de Oroville Dam toont aan dat zelfs hard gesteente in een mum van tijd door stromend water kan worden weggespoeld. Hoewel erosie op veel plekken ter wereld vandaag de dag langzaam gaat, kan het dus ook snel gebeuren.1 Wereldwijd tref je veel van dat soort erosiesporen aan. Wat bij de Oroville Dam ‘in het klein’ gebeurde, vond vroeger op grote schaal plaats. Bijvoorbeeld toen het water zich na de zondvloed terugtrok.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website van Weet-Magazine. Het originele artikel is hier te vinden.
![]() Maart 2011 |
![]() 7 februari 2017 |
![]() 27 februari 2017 |
Op Wikipedia is een speciale pagina die is gewijd aan de doorbraak van de nood-waterweg. Op deze website kun je goed zien welke schade het water heeft aangericht.
De harde ondergrond kwam boven te liggen, maar is niet geërodeerd, in tegenstelling tot het zachte gesteente:
https://www.youtube.com/watch?v=W7UGPT0vDZQ
Dat afhankelijk van het type gesteente erosie soms sneller gaat is standaard kennis bij geologen. Dat is ook precies de reden waarom we heel goed weten dat er in elk geval nooit een wereldwijde vloed heeft plaatsgevonden. Er is niets in de geologie dat een dergelijke hypothese ook maar enigszins redelijkerwijze ondersteund.
“De ramp met de Oroville Dam toont aan dat zelfs hard gesteente in een mum van tijd door stromend water kan worden weggespoeld”
Deze gebeurtenis, die verder gelukkig geen ramp was, toont aan wat een lokaal event kan veroorzaken. Er is geen enkel geologisch bewijs van een wereldwijde zondvloed. Steeds zien we terugkomen dat lokale vloeden het landschap kunnen beïnvloeden, behalve in drogere gebieden waar erosie alleen door de wind plaatsvindt. Of door een gletsjer. Het toont des te meer dat ook de bijbelse zondvloed lokaal was, zoals zeker ook bijbels te verdedigen. Jongere gebergten zijn nog nauwelijks aangetast door erosie, oudere gebergten zijn meer afgevlakt.