Désanne van Brederode lijkt lichtelijk depressief te worden van haar pogingen om duurzamer te leven.1 De tragiek is – zo schrijft ze – dat het vooral leuk moet blijven om het vol te houden, maar dat het nooit genoeg is. Ze prikt dapper door het goede gevoel heen dat je kunt krijgen van kleine stapjes die weinig voorstellen.
Ook last van duurzaamheidsdepressie? Ik beveel graag een overzichtelijke mini- therapie aan om de somberheid wat te verdrijven. Werkt gegarandeerd. Vraagt hooguit een beetje uithoudingsvermogen.
1. Ga de natuur in. Leer schoonheid in de schepping te waarderen. Twee keer in de week een uurtje je ogen goed de kost geven in de natuur, dan krijg je er vanzelf oog voor.
2. Ga je geloof verbinden met duurzaamheid. Het besef dat God deze wereld in zijn handen houdt als wij er een potje van maken, geeft hoop op een prachtige wereld. Je wordt meteen verlost van je eventuele Messias-complex, alsof je door je goede gedrag de wereld wel even zult redden.
3. Ga genieten van genoeg. Pak dat serieus aan. Doe dus meer dan ‘kleine-stapjes-met-een-goed-gevoel’, maar maak je eigen duurzaamheidsplan. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van de ‘duurzame bucketlist’ van Micha en A Rocha. Je kunt relevante stappen zetten, die ertoe doen. Doe dat stap voor stap, dan blijft het goed te behappen.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De originele bronvermelding luidt: Messelink, E., 2017, Kleine stapjes, groot plan, Nederlands Dagblad 73 (19.436): 13.