Dierenleed en het theïstisch evolutionisme

by | jan 24, 2017 | Biologie, Ethiek, Onderwijs, Theologie

Enkele maanden geleden luisterde ik op een congres naar een voordracht waarin een studie gepresenteerd werd waarin getracht werd het welzijn van huisdieren te bevorderen. Tijdens deze presentatie werd een interessant schema getoond. Dat schema beschreef het verloop van het welzijn van dieren uitgezet naar mate van productie. Het schema is nagetekend in figuur 1.

dierenwelzijn.eppie

Als dieren niet gedomesticeerd zijn, hebben dieren een bepaalde mate van welzijn. Worden deze dieren door de mens gedomesticeerd, dus tot huisdier gemaakt, dan blijft gedurende het domesticatieproces blijft het welzijn van dieren niet constant. Volgens het schema, dat is gebaseerd op een publicatie van een gezaghebbend instituut in 2004, geschreven door McInerney vertoont het verloop van welzijn tijdens de intensivering van de productie een boogvormige curve. Als dieren intensiever gebruikt worden en een grotere productie moeten vertonen neemt het welzijn van de dieren af (a). Als dieren vervolgens nog intensiever gebruikt worden neemt het welzijn nog meer af, tot de dieren tenslotte zo intensief gebruikt worden dat zowel welzijn als productie afnemen (e). Dit kan men bestuderen voor landbouwhuisdieren als koeien die melk moeten geven, kippen die eieren moeten geven en varkens die vlees moeten produceren. Het kan echter ook gedaan worden voor honden die hondenliefde moeten geven en paarden die aan mensen paardrijplezier moeten geven of konijnen die in een knuffelbehoefte moeten voorzien.

veehouderij_stal.pixabay

Dierwelzijn is lange tijd geen belangrijk thema geweest en is dat in niet-westerse landen veelal nog niet. Tegenwoordig is dierwelzijn in Nederland echter wel een belangrijk ethisch thema. Christenen en niet-christenen zijn het er over eens dat we dieren, en specifiek dieren die hogere hersenfuncties niet nodeloos mogen schaden. Het is in de wet vastgelegd.

Nu kan er gediscussieerd worden of het mogelijk is om door (bio)technische ontwikkelingen de curve zo ver op te rekken dat toch toename van intensivering en toename van productie door huisdieren mogelijk is zonder dat het welzijn sterk wordt aangetast. Als dat zou kunnen, dan zou de grafiek wijder worden (de gearceerde curve). Ook kan gediscussieerd worden over de vraag, hoe ver we de productie en intensivering van het houden van dieren mogen verhogen als dat met welzijnsschade voor dieren gepaard gaat en welke productie is nog acceptabel voor welke welzijnsschade. Het is voorstelbaar dat er een bepaalde grens getrokken wordt waarvan gezegd wordt dan een groter belasting van het dier leidt tot zodanig verlies aan welzijn (d), dat er sprake is van marteling.

Het meest fascinerende deel van de curve ligt echter niet rechts maar links. Volgens het schema is het welzijn van het dier in het wild niet optimaal. Domesticatie van en productie door het dier ten dienste van de mens gaan in eerste instantie gepaard met een toename van het welzijn van het dier (b) tot een bepaald maximum. Het verschil tussen deze waarden is weergegeven met (c). Deze initiële toename is goed voor te stellen. Stel je wilde geiten voor, die steeds op de vlucht moeten voor roofdieren, die moeite moeten doen om eten te vinden en die geplaagd worden door een scala aan gevaren en ziekten waar ze zich maar beperkt tegen kunnen verweren. Als deze dieren door een herder worden geleid, die de dieren extensief hoedt, beschermt tegen gevaren, behandelt tegen ziekten en leidt in grazige weiden, dan is voorstelbaar dat het welzijn van de dieren toeneemt. Daarnaast verandert door gerichte fokkerij het karakter en de bouw van de dieren, zodat ze nog meer ingespeeld zijn op de mens. Is op deze wijze het domesticatieproces voor meerdere diersoorten wellicht een win-win situatie geweest?

Hoewel voorstelbaar, dringt zich toch een interessante vraag op. Hoe kan het zijn, dat wilde dieren geen optimaal welzijn hebben en het domesticeren van dieren door de mens leidt tot een toename van kwaliteit van dierenleven? Hoe kunnen zondige mensen beter voor dieren zorgen dan dat in de natuur door God voor de dieren gezorgd wordt? Kunnen mensen beter zorgen dan dat God dat kan? Die gedacht zou te dwaas zijn.

platteland_koeien.pixabay

Zou het niet zo kunnen zijn dat het gebrek aan dierwelzijn, dat zich in de natuur openbaart de schuld van de mens is. Past dat niet in de lijn van de Schrift dat door de zonde dood en leed in de wereld gekomen is? Is het niet de schuld van de mens dat de curve van dierwelzijn zich niet continu op 100% bevindt? Hier gaan de wegen van de creationist en de theïstisch evolutionist uiteen. Theïstisch evolutionisten en creationisten belijden beiden dat dieren te lijden hebben van acties van mensen, dat zondige mensen dierenleed teweeg brengen. Een theïstisch evolutionist denkt dan vaak aan de rechterzijde van de curve. Aan mensen dier dieren slecht behandelen, dieren in kleine hokken, dieren die te ver doorgefokt zijn en bezwijken onder het eigen gewicht of die niet normaal geboren kunnen worden. De linkerkant van de curve, het systematische gemis aan dierwelzijn in de natuur blijft dan buiten beeld. Het dierenleed buiten de directe invloedsfeer van de mens zoals dat in de natuur aanwezig is, en zoals dat volgens theïstisch evolutionisten honderden miljoenen jaren tot misschien wel miljarden jaren aanwezig is, kan volgens de theïstisch evolutionist niet aan de mens toegeschreven worden. Dan blijven er maar twee wegen over. Of dit leed wordt genegeerd of dit leed wordt aan de Schepper toegeschreven. Dan is het kennelijk de Geest die broedde op de wateren die het leed voortbracht. De Schepper die vervolgens zag dat het goed was. De Schepper die op aarde kwam om voor zondaren te lijden en te sterven maar die geen verlossingsplan voor de dieren had, die al miljoenen generaties aan het leven te geleden hadden.

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!