Spreker en schrijver Gert-Jan van Heugten is samen met student Johannes Kalkman dino’s aan het opgraven in Amerika. Deze reis werd mede mogelijk gemaakt door Logos Instituut. Hieronder het zevende deel van zijn dagboek.
Dag 23 – donderdag 21 juni

Het bot van Raul.
Van hogerhand kwam de opdracht om een groot deel van de bovenlaag af te graven, tot vlak bij de bottenlaag. Daarvoor kregen we hulp van de mensen die bij Triceratops 2 werkten. Na een uurtje gingen ze weer en hadden we de zachtere grondlaag afgegraven. Voor de rest is een pikhouweel nodig, maar die lag bij een andere groeve. Na dit grove graafwerk gingen we weer terug naar het lospeuteren van onze botten. Ik slaagde erin om ein-de-lijk het bot dat ik vorige week blootlegde uit te graven (een gekromd bot, dat mogelijk deel is van een chevron). Daarna zette ik mijn zinnen op een ander bot dat Raul deels had uitgegraven en waarmee Evelyn gisteren verderging. Dat bot verdween echter de achtermuur in, dus kon ik een dikke meter materiaal van vlak aan de voet van een hudu uitgraven om bij het bot te komen. Eenmaal beneden ontdekte ik gelukkig dat het bot niet verder de ondergrond inging, maar eindigde binnen het gebied dat ik had uitgegraven. Nu de andere kant nog blootleggen. De reden dat ik met dat bot aan de slag ging was omdat Jared vanmorgen aankondigde dat we nog maar vijf graafdagen hebben. Het is nu dus zaak om de al blootgelegde botten prioriteit te geven.

Donkere wolken boven het kamp.
Dag 24 – vrijdag 22 juni
Vrijdag wasdag. Vandaag werkten we maar een halve dag in onze groeve, maar desondanks leverde me dat acht nieuwe botten op. Maar eerst moest er weer grof graafwerk gebeuren. Op de heenweg ging ik te voet en stopte ik even bij een tipicirkel. Daar ben ik, zonder het te weten, al verschillende keren doorheen gelopen. Een tipicirkel is een kring van stenen waar de Indianen vroeger een tipi (tijdelijk) hadden staan. De stenen werden gebruikt als haringen om de zijkanten van het tentdoek te verankeren. Bij het vertrekken rolden ze de stenen van het doek af en lieten ze liggen. Op de ranch zijn verschillende van deze tipicirkels te zien. Voor het graafwerk hadden we weer hulp van een drietal heren van Triceratops Quarry, en we hadden ook een pikhouweel en twee hakken. Zo konden we behoorlijk wat werk verzetten.

Tipicirkel (beetje moeilijk te zien in het hoge gras, maar de grijze stenen vormen een cirkel).
Daarna vertrokken we naar Isabella’s, een Italiaans restaurantje in Newcastle waar we met de groep hebben gegeten. Op de terugweg hadden we, door een logistieke rekenfout, meer mensen dan op de heenweg. Hierdoor moesten twee mensen zonder gordel op ‘illegale’ plekken zitten. En laten we juist dan een wagen van de Higway Patrol passeren. Gelukkig lieten ze ons met rust.
Dag 25 – zaterdag 23 juni

Cellphone Hill
Na de dienst gingen we met z’n vieren fossielen zoeken op de microsite: Johannes, Tyler, Nacho uit Brazilië en ik. Nacho heet eigenlijk Leonardo, maar omdat er nog een andere Leonardo is uit Brazilië, en omdat iemand hem per ongeluk aansprak met ‘Nacho’ toen hij een zak nachochips aan het eten was, is die bijnaam blijven plakken. In het kamp bleven Stephen en Danella Gray achter, samen met Kathleen Wilson (Stephen en Kathleen zijn quarry leaders), Erin met haar baby (Beata, maar meestal Bevo genoemd), Heidi (een Dino Dig-veteraan die vorige week aankwam), Wallace (een vriendelijke man van middelbare leeftijd die met ons mee is gereisd vanuit Keene) en Evelyn. Al met al was mijn groeve dus behoorlijk goed vertegenwoordigd.

Op de Micro site. Tyler (geknield) en Nacho (staand) op de achtergrond.
Na terugkomst begon er een storm op te bouwen, die mogelijk onze kant op kwam. Samen met Evelyn en Wallace gingen we even naar North Quarry om de boel wat beter af te dekken, maar die storm miste ons gelukkig. Bij wijze van experiment gingen we daarna door naar Cellphone Hill, een heuvel vlak bij het kamp waarop de satellietontvanger staat die ons wifi geeft en vanwaar je ook telefoonbereik hebt vanwege de hoogte. Helaas had ik mijn telefoon toen niet bij (die lag aan de lader). De storm ging ons aan de zuidkant voorbij, maar later kwam er weer een nieuwe aan. Ik had gehoopt deze blog geschreven te hebben voordat de storm kwam, maar toen ik zag dat dat niet meer ging lukken ben ik even snel de heuvel op gereden om wat berichten binnen te halen (maar ja, dan had ik weer een smoes om met de 4×4 te spelen).

Mijn buit. Op het rechterbord ligt een wervel met afgebroken uitsteeksel en een vingerkootje, beide van een Hadrosaurus.
Chadwick bekeek mijn botten, en ik mocht de twee grote stukken gewoon houden! Wel moest ik een mooi stukje van een Theropode-tand inleveren (met de gekartelde snijrand) en een vissenkaak. Om de een of andere reden werden ook de twee krokodillentanden geconfisqueerd (terwijl mooiere bij Johannes mochten blijven liggen). Gelukkig had hij er genoeg en ga ik alsnog met krokodillentanden naar huis.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website Waarom Schepping. Het originele artikel is hier te vinden.