De aarde zag er ooit heel anders uit. Daar waar nu de zuidpool ligt, zwierven vroeger waarschijnlijk dinosaurussen door uitgestrekte regenwouden. Dat kun je opmaken uit de objecten die met een booreiland in het westen van Antarctica naar boven zijn gehaald.
Een internationaal team van paleontologen en geologen heeft in Krijtlagen goed bewaard gebleven, gefossiliseerde wortels, resten van bloeiende planten, stuifmeel en pijnboompollen uit oude regenwouden blootgelegd. Hun materiaalanalyse geeft aan dat het continent vroeger net zo warm was als delen van Europa nu. De bossen waren vergelijkbaar met de bossen die nog steeds op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland zijn te vinden. Dat het er warm was, maken de onderzoekers op uit het feit dat de regenwouden gematigd en moerassig waren. Dichte vegetatie overheerste. Massa’s landijs, zoals op de huidige zuidpoolkap, waren in geen velden of wegen te bekennen.
Let wel, dit is bekeken vanuit het evolutiemodel. Evolutionisten smeren de continentverschuiving uit over honderden miljoenen jaren. Creationisten plaatsen de bulk van continentverschuiving echter in het zondvloedjaar. Daardoor krijg je door de Bijbelse bril een andere blik op de feiten. Je kunt dan niet zomaar aannemen dat Antarctica voor de zondvloed op ongeveer dezelfde plek lag als tegenwoordig. Ook kun je niet hard maken dat dit regenwoud in situ is begraven, op de plek waar het groeide. Het kan zijn dat de resten door de vloedwateren wel van honderden kilometers verderop kwamen aanspoelen.
Toch kan dit onderzoek een doorkijkje geven in de wereld van voor de zondvloed. Kennelijk was het toen veel warmer dan nu. De ijskappen kwamen pas na de vloed.
Weet meer:
www.weet-magazine.nl/doorkijkje