Een nieuw kosmologisch model?

by | feb 3, 2017 | Astronomie & Kosmologie, Natuurkunde, Onderwijs

Samenvatting: Het werk van Barry Setterfield, een Amerikaans fysicus/geoloog van Australische origine, geeft aanleiding tot de hoop op een nieuw kosmologisch model, dat concludeert tot een jong heelal, gebaseerd op veel oud, nieuwer en zeer recent materiaal.

ruimte_sterrenstelsel_planeten.pixabay

Toestand van de huidige natuurkundige theorieën

In 2007 schreef de Amerikaanse fysicus Lee Smolin een boek ‘The Trouble with Physics’, waarin hij de fundamentele moeilijkheden aangeeft:
• Grote problemen maar in 30 jaar geen voortgang naar een oplossing (in 2017 dus al 40 jaar):
o Drie incompatibele theorieën
o Relativiteit en kwantumtheorie, geen ‘common ground’
o Verschillende sets vooronderstellingen
o Problemen met oneindige waarden (zwarte gaten als wiskundig gevolg)
• Geen unificatie van deeltjes en krachten
• (Super)string theorie (nieuwste hype):
o Alleen maar complexe wiskunde
o Principieel geen enkele test met de realiteit mogelijk
• Bron van deeltjesmassa onbekend (CERN – Higgs boson, nog steeds onduidelijkheid))
• Te weinig materie om heelal te vormen en in stand te houden.

Nu waren deze problemen ook in 2007 niet nieuw. Verschillende architecten van deze natuurkundige theorieën, als Einstein, de Broglie en Dirac, hebben principiële kritiek op de huidige natuurkunde geuit maar – zoals Max Planck al opmerkte – in diegenen die zich met al hun vermogens aan een bepaalde theorie hebben overgegeven, is deze tot in de verste uithoeken van hun bewustzijn verankerd; voor hen is het vrijwel onmogelijk om zich nog revolutionaire nieuwe, alomvattende ideeën toe te eigenen.

Dit was voor Louis de Broglie aanleiding tot het schrijven van zijn boek ‘New Perspectives in Physics’ (1962), waarin hij tekenen zag van een nieuwe natuurkunde, gebaseerd op het werk van Max Planck uit 1911, en voor Paul Dirac was het aanleiding tot zijn wereldreis langs verschillende universiteiten (1960-er jaren), om professoren en studenten op te roepen om te zoeken naar een nieuwe natuurkunde, waarin de problemen van de ‘standaard’ theorieën zouden ontbreken, en nieuwe perspectieven op de ontwikkeling van de natuurkunde zouden kunnen opbloeien. Dat was ook het verlangen van Lee Smolin.

Albert_Einstein.pixabay

Maar ook Einstein heeft zich al vanaf 1927 afgekeerd van de heersende kwantumtheorie QED. Hij zei daarover: “Dit is slechts wiskunde over wiskunde”, en is tot aan zijn dood bezig geweest met het zoeken naar een oplossing, die de problemen met de kwantumtheorie zouden wegnemen. Hij is er niet in geslaagd. Door velen werd hij beschouwd als iemand die de boot gemist had.
Enkele pogingen om de problemen te lijf te gaan

Door verschillende fysici zijn pogingen gedaan om de impasse te doorbreken en nieuwe mogelijkheden voor te stellen. Maar ook zij leden onder het verschijnsel dat Planck beschreef; het blijkt moeilijk, zo niet onmogelijk om je los te maken van dat wat je hele geest is gaan vullen. Zo hebben we bijv. de astronoom Halton Arp, die zich heeft geconcentreerd op anomalieën in de roodverschuiving. Maar buiten dat veld is hij gewoon aanhanger van de bestaande theorieën gebleven. De praktijk is dat het moeilijk blijft om wijzigingen in bepaalde delen van de theorie te laten sporen met de ongewijzigde rest ervan. Een ander voorbeeld is Masreliez met zijn EST (expanding spacetime theory). Voor hem blijft het heelal vierdimensionaal, en de verwarring tussen tijd en klok wordt niet opgeheven. Einsteins relativiteitsopvattingen blijven in zijn theorie bestaan. En hoewel hij belangrijke vaststellingen heeft gedaan, die lijken te wijzen op een niet-synchroniteit tussen atomaire en planetaire klokken, gaat hij daar niet op door maar probeert hij deze een plaats in zijn theorie te geven. Ook hier weer: enkele aspecten van de natuurkunde worden op de schop genomen, maar de grondslagen worden niet aangepakt.

Situatie met betrekking tot bijbels-georiënteerde kosmologische modelbouw

De overweldigende acceptatie van het evolutiedenken over de hele breedte van de cultuur, inclusief de theologie, heeft kennelijk ook christen-denkers en -wetenschappers dusdanig geïntimideerd, dat er lange tijd weinig anders is gebeurd, dan pogingen tot aanpassing van Bijbelse opvattingen omtrent kosmos en geschiedenis aan het heersende evolutiemodel. Genesis 1-11 moest er aan geloven, zeker wat de tijdrekening betreft. De argumenten pro evolutie zijn overtuigend en onweerlegbaar, zo wordt vaak geredeneerd.

NGC_602.pixabay

Het Big Bang-model voor het ontstaan van het heelal lijkt overeenkomsten te hebben met de Bijbelse scheppingsgeschiedenis. Reden waarom het voor sommige seculiere wetenschappers nog steeds niet acceptabel is. Diezelfde schijnbare overeenkomsten hebben veel christen-geleerden ertoe gebracht, dit model voorzichtig te omhelzen. Maar wie dat doen, moeten ook de hele filosofische entourage op de koop toe nemen. Inclusief de miljarden jaren, de opvattingen over het spontaan ontstaan van leven, etcetera. Niet echt iets waar christelijke wetenschappers (inclusief de theologen) blij mee zouden moeten zijn.

Tot vrij recent was er dan ook niet een enigszins compleet wetenschappelijk model voor het ontstaan van het heelal, in overeenstemming met Bijbelse gezichtspunten. Er was, voornamelijk in de na-oorlogse jaren, door verschillende onderzoekers wel studie gemaakt van diverse onderdelen, maar een omvattend onderzoek was niet gedaan. Dat kwam mede doordat christen-wetenschappers, die geïnteresseerd waren in deze materie, veelal op zichzelf werkten zonder al te veel contact met de rest van de wetenschappelijke wereld. Die communicatie is in de laatste jaren sterk vergemakkelijkt door de opkomst van Internet. Via dit medium publiceren thans vele onderzoekers van diverse pluimage. Zo komt een grote hoeveelheid recent onderzoek beschikbaar voor iedereen. Het voordeel is, dat de strenge filtering door het ‘peer-review’-proces van gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften – dat nieuwe ideeën vaak verhindert om bekend te worden – hier ontbreekt. Het nadeel is wel, dat het materiaal vaak nog vrij ruw is, en dat er nog veel discussie, aanpassing en verfijning nodig is, voordat er serieuze wetenschappelijke modelbouw op dit terrein tot stand kan komen.

De kosmologische modellen die door de creationistische onderzoekers John Hartnett en Russell Humphreys zijn ontwikkeld, kaderen ook binnen de bestaande theorieën en passen die enigszins aan. Ook hier kan de tijd sneller of langzamer lopen, hoewel bedoeld wordt dat atoomklokken sneller of langzamer lopen. Hartnett hanteert boven Einstein nog een vijfde dimensie. Eenvoudiger wordt het er allemaal niet door. Beide modellen bevatten nogal veel speculatieve elementen, reden waarom ze m.i. niet bruikbaar zijn als alternatief voor de alomtegenwoordige natuurkundige theorieën.

zonnestelsel_ontwikkeling_naturalist.pixabay

Toch is er, ondanks het bovenstaande, ook goed nieuws te melden.

Het gepresenteerde model

Er is nl. een onderzoeker, die de stap heeft gewaagd. De Australische fysicus/geoloog Barry Setterfield is niet gestart vanuit de huidige modellen, maar is zijn onderzoek begonnen om een aantal anomale meetresultaten te verklaren, resultaten die niet goed in de huidige theorieën in te passen zijn. Hij dacht die anomalieën snel op te kunnen lossen, binnen een paar weken. Maar het liep anders; hier begon het onderzoek dat zijn leven zou bepalen. Zijn devies werd: ‘Let data lead to theory’. Ga niet uit van het bestaande, maar kijk naar de realiteit, ook als die in strijd is of lijkt met de huidige opvattingen. Zo werkte Galileï; hij ging ‘achterom’ de Aristotelische leerstellingen en keek gewoon wat zijn kijker opleverde. Zo ook Setterfield. Dat levert niet per definitie een prettig leven op, verre van dat, maar het heeft een aantal belangrijke voordelen: hij had en heeft de handen vrij, was en is niet gebonden aan een instituut, of afhankelijk van subsidies of donateurs.

En van het een kwam het ander. Begonnen met de blijkbaar afnemende waarden van de lichtsnelheid in de laatste eeuwen, waarmee enkele andere natuur-‘constanten’ leken te sporen, liep hij van tijd tot tijd tegen weer andere anomalieën op, die voor hem eerst ongerelateerd leken. Maar voortgaand onderzoek bracht hem steeds verder op de weg naar de formulering van wat in feite een nieuwe natuurkunde leek te worden, waarbij steeds meer verschijnselen bleken terug te voeren te zijn op een gemeenschappelijke oorzaak: het reële wereldwijde Zero Point Field.

Hij maakt daarbij gebruik van recente publicaties, en werkt soms samen, c.q. houdt contact met andere wetenschappers op het gebied van nieuwe theorieën – nl. SED, de stochastische elektrodynamica en de plasmatheorie – die elk op hun gebied specialist zijn. Het in de volgende artikelen gebodene moet niet gezien worden als HET definitieve antwoord van christen-geleerden op het gebied van het ontstaan van de kosmos, zo werkt dat niet in de wetenschap, maar als een presentatie van wat er thans reeds mogelijk is, gebaseerd op voor ieder toegankelijke wetenschappelijke gegevens.

Maar wie is eigenlijk die Setterfield? Daarover meer in het volgende artikel.

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!