Een nieuwe inscriptie van koning Hizkia in Jeruzalem?

by | jan 8, 2016 | Archeologie

Samenvatting: Tot nu toe waren er in Jeruzalem geen epigraven (uitgehouwen inscripties) gevonden die verwezen naar de in de Bijbel genoemde koningen. Hierin zou nu verandering zijn gekomen met de ontdekking van een Lapidair-inscriptie.

Lapidarinscriptie.wort-und-wissen

De Lapidar-inscriptie uit Jeruzalem (Deze heeft Wort-und-Wissen met toestemming overgenomen van prof. dr. R. Reich).

Hershel Shanks schrijft in het Amerikaanse tijdschrift “Biblical Archaeology Review” over een belangrijke ontdekking die mogelijk van belang is voor de archeologische geloofwaardigheid van oudtestamentische geschriften. Hij beschrijft de ontdekking van een nieuwe Lapidair-inscriptie in een gemetselde steen die in de Davidsstad (Jeruzalem) gevonden is bij opgravingen door Ronny Reich en Eli Shukron (Shanks 2009). Deze werd nog niet zo lang geleden gevonden in een antieke vullaag uit de 8ste eeuw v. Chr., dichtbij de Gihonbron. De steen lag te midden van aardewerk en veel zegeltjes uit de 9de en 8ste eeuw v. Chr. Dit type aardwerk bleef gedeeltelijk tot in de tweede helft van 8ste eeuw eeuw in gebruik.

Van de inscriptie is maar een zeer klein deel bewaard. Eigenlijk zijn maar drie letters in de bovenste zin en drie letters, met een woordscheiding ertussen, in de onderste zin te zien. De auteur stelt voor de zo fragmentarische inscriptie een misschien wat gewaagde reconstructie voor. Er staat: …qyh//kh . b = ,,[hz]qyh[w]//[br]kh” = ,,[His]kia//vijver.b…”. Met andere woorden, de inscriptie zou een deel van de persoonsnaam van koning Hizkia vermelden, die van 726-697 v. Chr. in Jeruzalem regeerde. Hizkia was ook de bouwheer van een lange watertunnel, die van de Gihonbron tot aan de zuidelijke punt van de stad naar de Onderste vijver liep. Heden ten dage kan men, al wadend in een laag water, nog steeds door de tunnel lopen. Iets wat voor veel bezoekers van Jeruzalem een echte attractie is! Reeds in de late 19de eeuw ontdekten scholieren op dezelfde plaats een veel langere inscriptie die kort daarna naar Istanbul werd overgebracht (destijds werd Palestina nog door de Ottomanen geregeerd). De inscriptie bevindt zich tegenwoordig nog in het Istanbulmuseum. Deze langere inscriptie bericht over de bouw van de tunnel en hoe het de steenhouwers lukte om van twee kanten werkend de verbinding mogelijk te maken. Voor de toenmalige tijd was dat een echte architectonische meesterprestatie.

De nieuwe steeninscriptie (en zulke inscripties zijn zeer zeldzaam – niet alleen in Jeruzalem, maar ook in heel Israël!) werd gevonden in de buurt van de Gihonbron, dat dus aan het begin van de tunnel ligt. Zou de nieuwe inscriptie iets met de bouw van de tunnel en met zijn koninklijke bouwheer Hizkia te maken kunnen hebben? Hoewel Shanks in zijn artikel niets nader uitlegt over de schriftstijl van de letters en ook door de archeologen Ronny Reich en Eli Shukron in een reeds einde 2008 verschenen artikel2 (Reich & Shukron 2008) het niet gewaagd hebben om uitsluiting te geven over een bepaalde persoonsnaam in de tekst, zou ik als auteur van dit artikel hier moedig een stap verder willen gaan.

Siloam-tunnel.wikipedia

“Hizkia was ook de bouwheer van een lange watertunnel, die van de Gihonbron tot aan de zuidelijke punt van de stad naar de Onderste vijver liep. Heden ten dage kan men, al wadend in een laag water, nog steeds door de tunnel lopen. Iets wat voor veel bezoekers van Jeruzalem een echte attractie is!”

Inderdaad duidt de schriftstijl (de zgn. paleografie) op de tijd tegen het einde van de 8ste eeuw v. Chr. De twee Hebreeuwse “hé”-letters hebben nog drie tamelijk rechte, (regel 1 en 2) horizontale dwarsbalken, terwijl die een eeuw later veel meer gebogen werden weergegeven. Het schrift is ook minder elegant en meer gekunsteld dan de in 1880 ontdekte Siloam-inscriptie. Het kan dus zelfs zo zijn, dat de Siloam-inscriptie een beetje later te dateren is, ongeveer tegen het einde van de regering van Hizkia, kort na 700 v. Chr. of tijdens de regering van zijn zoon Manasse (697-642 v. Chr.). Terecht hebben ook andere epigrafici beweerd, dat het schrift van de Siloam-inscriptie iets later dan 700 v. Chr. te dateren is, d.w.z. na de voltooiing van de tunnel, wat de inscriptie ons ook vertelt (o.a. Vaughn 1999). Dat het in zin 1 van de nieuwe inscriptie om een persoonsnaam gaat, mag men wel aannemen. De laatste twee letters (welke heel dicht tegen elkaar aan gedrukt zijn), zijn de eerste letters van de Godsnaam yh[w], zoals die als deel van het godselement in de persoonsnaam destijds vaak geschreven werden.

Zowel de letters alsook het aardewerk, dat in de onmiddellijke omgeving in de laag puin gevonden werden, duiden daardoor beide op de tijd rond 700 v. Chr., dus de periode waarin Jeruzalem inderdaad door Hizkia werd geregeerd. Hoewel niet alle Lapidair-inscripties koninklijke inscripties hoeven te zijn (er zijn bijvoorbeeld ook grafopschriften die in de muren van grafkamers gegraveerd werden), zou het eveneens fragmentarische woord in zin 2 inderdaad voor [br]kh = ”vijver” kunnen staan. Mocht dat het geval zijn, dan zou de verbinding met de watertunnel (die naar de vijver liep) gelegd kunnen worden. De opdrachtgever van deze waterwerken was niemand anders dan koning Hizkia en zoals we ook uit andere antieke inscripties uit omringende regio’s weten, beroemden de koningen van bijzondere werken zich in zulke monumentale opschriften.

Geen andere koning in deze tijd bezat een naam met q+yj[w], zodat Hizkia eigenlijk de enige echte kandidaat is, waarvan hier sprake zou kunnen zijn. Er dient wel vooropgesteld te worden dat het in de tekst inderdaad om een koning gaat, maar dat is, zoals eerder aangetoond, eigenlijk vanzelfsprekend. Pas meer dan honderd jaar later was er een volgende koning, wiens naam hier ook in gelezen zou kunnen worden, namelijk tsdwyhw = Zedekia. Maar in die tijd zou men de letter hé in de inscriptie anders hebben geschreven. Zou het dan kunnen zijn dat we hier de naam van de koning Hizkia aantreffen? Om verschillende redenen zie ik dat als een waarschijnlijkheid. Ook al kan men dit natuurlijk niet met 100% zekerheid zeggen, totdat er nog meer delen van dezelfde inscriptie ontdekt worden die dit bevestigen.

Een dergelijke ontdekking was tot onlangs een echt unicum. Uitgezonderd in buitenlandse inscripties, zoals koning David in een Aramese inscriptie en andere koningen van Israël in Assyrische inscripties, zijn er tot nu toe geen inscripties tijdens een legale opgraving aangetroffen, waarin persoonsnamen van Israëlitische en Judese koningen voorkwamen. Dat betekent dat men met zekerheid zeggen kan dat het hier om een authentieke inscriptie gaat! Koningsnamen kwamen weliswaar sporadisch op zegels en kleitabletten voor, maar nooit in de weinige ons bekende bouw- of monumentinscripties. De archeologie stelt ons nog steeds voor verrassingen! Begin december (2015) werd een nieuwe vondst bekend gemaakt uit de opgravingen van Eilat Mazar op de zgn. Ophel, het gebied direct ten zuiden van de tempelberg in Jeruzalem. Het gaat hier om een klein kleizegeltje dat met de persoonlijke zegel van koning Hizkia is bedrukt. Hoewel kleizegeltjes met dezelfde naam wel bekend waren van de antiquiteiten markt, is dit zegeltje de eerste met de naam van Hizkia die uit een legale opgraving tevoorschijn komt.

Bronnen

  1. Reich R & Shukron E (2008) A Fragmentary Palaeo-Hebrew Inscription from the City of David, Jerusalem. Israel Exploration Journal, 48-50.
  2. Shanks H (2009) A Tiny Piece of the Puzzle. Bibl. Arch. Rev. 35:2, 52-55.
  3. Vaughn AG (1999) Palaeographic Dating of Judaean Seals and Its Significance for Biblical Research, Bulletin of the American Society of Oriental Research 313, 43-64 (v. a. S. 58-59).
  4. Link naar de inscriptie: www.bib-arch.org/bar/article.asp?PubID=BSBA&Volume=35&Issue=2&ArticleID=10

Dit artikel is door de auteur enigszins bewerkt en met toestemming overgenomen uit Studium Integrale Journal. De volledige bronvermelding luidt: Veen, P.G. van der, 2009, König Hiskia in einer neuen Inschrift aus Jerusalem?, Studium Integrale Journal 16 (1): 51-52.