De Maculinea arion is een grote blauwe vlinder die tijdens zijn leven een buitengewone cyclus doormaakt. Het vrouwtje van Maculinea arion legt haar eieren op afzonderlijke knoppen van de wilde tijmplant. In de herfst komt de rups uit het ei en die eet dan ongeveer drie weken van de tijm. Dan verlaat hij de plant, om nooit meer iets van vegetatie te eten.
Op de grond ontstaat er contact tussen de rups en een rode mier met een kolonie in de buurt van de tijmplant. De mier streelt de rups met haar antennes waarna de rups een soort zoete melk afscheidt uit het tiende segment van zijn lichaam. Gedurende ongeveer een uur drinkt de mier hiervan tot de rups zich plotseling gaat krommen. De mier zet dan één poot aan elke kant van de kleine rups, pakt hem op met haar kaken en draagt hem mee naar het nest. Eenmaal in het nest drinken de mieren graag de rupsenmelk terwijl de rups graag de babymieren eet!
In juni van het daarop volgende jaar, terwijl hij nog in het mierennest zit, komt de rups uit zijn popstadium. En als een volwassen vlinder perst die zich door de nauwe gangen van het nest om uiteindelijk te ontsnappen naar boven de grond. Daar vliegt hij weg om dezelfde levenscyclus opnieuw te beginnen.
Het vergt een enorm geloof om te geloven dat evolutie deze complexe en ongelooflijke cyclus in het leven van deze vlindersoort heeft laten ontstaan, met die onderlinge afhankelijkheid tussen verschillende levensvormen. Een wijzer geloof vertrouwt erop dat de creatieve hand van God deze complexe kenmerken, die nodig zijn om te overleven in onze gevallen wereld, heeft voortgebracht.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de nieuwsbrief van ‘Search for the Truth’. Zie hier voor de website van deze organisatie.