Evolutie en Gods karakter

by | feb 16, 2017 | Biologie, Ethiek, Onderwijs, Theologie

Enige tijd geleden plaatste Rik Peels op de website van ForumC, over geloof, wetenschap en samenleving, een drieluik waarin hij een probleem van de theïstische evolutie aan de orde stelde en argumenten aandroeg om dat probleem op te lossen.1 Het moet gezegd worden dat te midden van het atheïstische geweld her en der op internet, de bijdragen van Rik Peels een verademing zijn. In zijn bijdragen benoemt hij een groot aantal eigenschappen van God, die voluit Bijbels zijn. Helaas gebruikt hij deze gegevens echter niet als correct argument, maar dat is een andere zaak. Het drieluik betrof een poging om de contradictie tussen de aard van God en de aard van evolutie op te heffen. Deze contradictie wordt door zowel creationisten als door atheïsten gebruikt als argument tegen theïstische evolutie. De eersten gebruiken het als argument tegen het bestaan van evolutie, de tweeden als argument tegen het bestaan van God. Rik Peels stelde de contradictie als volgt: God is niet alleen volkomen goed, maar ook een God die opkomt voor zwakken. Peels staaft dit met voorbeelden uit de Bijbel. Deze karaktertrek van God is echter in tegenspraak met het evolutieproces, waarbij het best aangepaste overleeft en niet de zwakste. De vraag is dan: waarom heeft God, die consequent kiest voor het zwakke, zo’n proces in werking gezet? Peels gaat uitdrukkelijk niet in op het probleem van het lijden, van gerechtigheid of van het onvolmaakte in de hedendaagse schepping, en op de tegenstelling tussen voorzienigheid en toevalligheid in mutaties in de evolutietheorie. Het gaat hier puur over de tegenstelling tussen het karakter van God, die gevende Liefde is, en het karakter van evolutie: genadeloos.

liefdesverdriet.pixabay

Eigenlijk dient zich in de eerste zin van het betoog van Peels al een probleem aan. Hij stelt dat God niet alleen volkomen goed is, maar ook… Hierin wordt een verschil gecreëerd tussen Gods goedheid en Zijn “consequent opkomen voor het zwakke”. De deugden van God kunnen echter niet onderling gescheiden worden. De goedheid van God omvat alle deugden. Daarnaast is het onduidelijk welke deugd er bedoeld wordt met het “consequent opkomen voor het zwakke”. Is dat Zijn barmhartigheid? Zijn lankmoedigheid? Zijn goedertierenheid? Zijn genade, Exod. 34 : 6; Deut. 4 : 31; 2 Kr. 30 : 9; Neh. 9 : 17; Jona 4 : 2; Ps. 103 : 8; 111 : 4; 112 : 4; 145 : 8; Luk 6 : 36; Jak 5 : 11? Is consequent opkomen voor het zwakke wel een karaktereigenschap? Is het niet een activiteit, een uiting van een karaktereigenschap? In het dagelijks leven kan iemand consequent opkomen voor het zwakke vanuit goede, maar evengoed vanuit slechte karaktereigenschappen. De volgende vraag die opkomt is: is het wel waar dat God consequent opkomt voor het zwakke? Beloont God het als iemand door een zwak karakter zich door dronkenschap of drugsverslaving naar de vernieling helpt? Moet met “het zwakke” dat God beloont, niet veeleer iets geestelijks verstaan worden? De nederige ziet Hij aan, maar de hoogmoedige kent Hij van verre (Psalm 138 : 6)? Er zijn dus bij de stelling zelf al heel veel vragen te stellen. Maar toch, laten we met de stelling meegaan.

In het tweede deel van het drieluik gaat Peels in op een aantal argumenten die de contradictie zouden moeten opheffen, maar die naar zijn mening niet voldoen.
1. De eerste redenatie is dat de evolutie het gevolg is van de zonde van de mens, die God vooraf zou voorzien hebben. Dit is volgens Peels een contradictie, want God zou dan ook de evolutie voorzien hebben. Bovendien gaat dan het gevolg aan de oorzaak vooraf.
2. De tweede redenatie die Peels afwijst is dat het evolutieproces een offer is. Peels wijst er terecht op dat dit offer dan niet vrijwillig is, in tegenstelling tot offers die waarde hebben voor God.
3. De derde redenatie is dat op deze manier de schepping deel kan krijgen aan verlossing. Verlossing is echter verlossing van schuld (Psalm 51 : 16). Die is er in de evolutie niet.
4. Een vierde oplossingsrichting kan gezocht worden door een derde macht te veronderstellen die evolutie in gang zet. Dit strijdt tegen de ‘creatio ex nihilo’, is door de kerk altijd bestreden en strijdt met Gods soevereiniteit en almacht.
5. De vijfde oplossing is een boedelscheiding. Dit strijdt echter met de opdracht om God zowel met ons hart als met ons verstand te dienen. Hierbij vraag ik me wel af wat bedoeld wordt met “God dienen met ons verstand”. Betekent dat God op enigerlei wijze begrijpen, of betekent dat dat het verstand buigt voor de majesteit van het Woord en gebruikt wordt om Zijn wil te zoeken (Psalm 86 : 11)?

kind_oorlogsgeweld.pixabay

Peels benoemde hier een aantal krachtige argumenten tegen evolutie. In het derde deel gaat Peels in op drie mogelijke oplossingsrichtingen om de contradictie op te heffen. Drie oplossingen, die hij niet op voorhand onwaarschijnlijk acht.

De eerste oplossingsrichting

Het eerste argument is het ‘the only way’-argument. God zou het leven door evolutie hebben voortgebracht omdat dat de enige manier was die voor God beschikbaar was, of in ieder geval de minst slechte manier. Peels is terecht erg terughoudend met dit argument. Aanvullend kan gezegd worden dat het in de gereformeerde dogmatiek (bijv. H. Bavinck) als een ernstige ketterij wordt gezien als gedacht wordt dat er vanuit God noodzaak was om te scheppen. Dan zou God niet in Zichzelf genoegzaam zijn. Zijn soevereiniteit staat dan op het spel (Psalm 115 : 3). Eigenlijk is het ‘the only way’-argument een argument in dezelfde lijn als het ‘de derde macht’-argument hierboven, dat Peels al afgeserveerd had. Andere facetten van deze verklaring liggen in de zienswijze dat evolutie een mooi proces is, en dat God als Hij door een machtswoord te spreken, de soorten gemaakt had, dit mooie proces er niet geweest was. Tsja, een argument dat erop gefundeerd is dat we een proces van destructie, dood en verderf, genadeloosheid en egoïsme als iets moois beschouwen, is net zo sterk als het gevoel of de smaak die men daarvan heeft.

Een volgend deelargument is werkelijk opmerkelijk: Als God de soorten direct geschapen zou hebben, zou het bestaan van God voor de mens zonneklaar zijn geweest. Die zou dan geen geloof meer nodig hebben! Aan deze optie liggen mijns inziens drie vooronderstellingen ten grondslag: 1) God riep niet de soorten tot aanzijn door het spreken van Zijn Woord, maar door evolutie, 2) God heeft aan de mens bekendgemaakt dat Hij door evolutie schiep en 3) De visie dat leven door evolutie tot stand kwam, is schadelijk voor het geloof. De eerste vooronderstelling is van naturalistische bodem, in tegenspraak met het getuigenis van de Schrift. De tweede vooronderstelling is wellicht gebaseerd op het idee dat seculiere wetenschap een betere bron is voor Godskennis dan de woorden van de Dader zelf (tegenover Psalm 19 : 8). De derde vooronderstelling is een eyeopener. Maar goed. We nemen de veronderstelling in overweging dat God niet schiep in zes dagen, maar door evolutie om het geloven voor de mens moeilijk maken. Doet God dat soort zaken? Plaatst God valkuilen voor het geloven in Hem? Deed de Schepper dat toen Hij op aarde kwam? Liet Hij Zijn wonderen achterwege of verrichte Hij ze alleen ergens in achterkamertjes (Markus 8 : 1)? Nee. En toch geloofden velen niet in Hem (Joh 6. : 36). Ligt de fout wellicht aan onze kant? Maken wij het onszelf moeilijk? Is het ten diepste ons zondige hart (Jakobus 1 :13 e.v.)?

graanveld.pixabay

De andere reden die Peels noemt is, dat God misschien wel een goede reden had om niet helder te zijn. Zo moet God tenminste gezocht worden en doen mensen niet goed om een verkeerde reden, bijvoorbeeld louter om God te behagen of uit angst. Nu kan ik er niet met mijn verstand bij dat het fout zou zijn om louter God te willen behagen (Gal. 1 : 10 ; Kor. 11 : 24). Het is de ramp dat we niet louter God willen behagen. Voor Augustinus is het zonde als we in plaats van het hoogste goed kiezen voor een minder hoog goed (Over de vrije wilskeuze).

De tweede oplossingsrichting

Een andere oplossingsrichting die Peels aangeeft, is dat God ook een machtige glorieuze kant heeft. Om met C.S. Lewis te spreken: Hij is ook een Leeuw die brult. Peels toont met een aantal Bijbelteksten aan dat dit een Bijbelse zienswijze is. Het is een facet van God dat we maar al te vaak vergeten. Het echte liefhebben van de Heere gaat altijd gepaard met groot ontzag voor Zijn majesteit en heerlijkheid. Hij is ons vriendje niet. Ook zegt Peels terecht dat er mogelijk niets aan het zwak zijn op zichzelf is, dat God liefheeft of aantrekt. Toch is het problematisch om met dit beeld het gat tussen het karakter van God en het karakter van het evolutieproces te dichten. Als de Leeuw brult, doet Hij dat dan tegen het zwakke? Tegen degene die barmhartigheid nodig heeft? Tegen degene die onder ligt? God komt op voor de weduwe en wees omdat er kwaad is. Hij brult tegen degenen die in hoogmoed en boosheid tegen Hem opstaan (Psalm 138 : 6). Dat zijn de machtigen en de trotsen, degenen die geslaagd zijn, de fitsten.

De derde oplossingsrichting

Als laatste geeft Peels aan dat tegen een evolutionaire achtergrond de mens kan kiezen voor goed of kwaad. Moreel gedrag eist een offer. “Werkelijk verantwoord leven wordt daarmee een reële mogelijkheid.” De notitie dat moreel gedrag een offer eist, is waar in deze wereld. Ik weet niet of het waar was in een volkomen wereld zonder kwaad. Misschien dat op deze wereld voor bepaalde mensen een bepaalde mate van moreel gedrag mogelijk is. Het is echter de vraag of dat in zichzelf opweegt tegen het immorele gedrag van diezelfde mensen of van anderen. Moreel gedrag vereist hét Offer. Alleen door de kracht van Christus kan sprake zijn van moreel gedrag (Rom. 8). Het offer bestaat niet in het overwinnen van onze evolutionaire geaardheid, want, zoals Peels al aangaf, die geaardheid was geen schuld. Het offer is nodig vanwege de schuld waarmee we de goede schepping in het verderf hebben gestort (Rom 5 : 12).

gotisch_kerk.pixabay

Het valt op dat Peels bij vrijwel al zijn stellingen of zienswijzen uiterst terughoudend is in zijn stellingname. In het eerste deel bakent hij het probleem drastisch af, zodat belangrijke problemen niet onder de definitie vallen. In het tweede deel ontkracht hij een vijftal argumenten die de kloof tussen de aard van God en de aard van evolutie moeten overbruggen en in het derde deel noemt hij drie zienswijzen waarop het overbruggen van de kloof wellicht mogelijk was, maar doet hij dat met zoveel nuanceringen, dat het lijkt of hij zelf niet in de zeggingskracht van die argumenten gelooft. Intelligent man als hij is, ziet hij zelf heel goed de zwakheden in de argumentatie. Dat hij die argumentatie toch gebruikt, zou veroorzaakt kunnen zijn doordat hij macro-evolutie ziet als een voldongen feit. Het zou voor hem mogelijk moeten zijn om de vooronderstellingen van de macro-evolutionaire visie te doorzien. Dat is echter ook een keuze… Dan wordt het voor hem tijd om weer gewoon creationist te zijn en ook op die manier God met zijn verstand te eren.

Voetnoten

  1. Dr. Rik Peels schreef de artikelen voor de website Geloof & Wetenschap. Hierbij de verwijzing: Deel 1, Deel 2, Deel 3.