Inhoudsopgave
In het ND 08 mei 2017 staat dat de evolutietheorie een verfrissing is van het boek Genesis, en ons helpt hoe we dat zouden moeten lezen. Mij is het persoonlijk nog niet gelukt om het boek Genesis te verenigen met de evolutietheorie. Mijn voornaamste interesse ligt bij de zondvloed. Waar mensen zich niet van bewust zijn, is dat het zondvloedverhaal niet verenigbaar is met de evolutietheorie. Zodra ik begin over de zondvloed, word ik echter vaak gedwongen ook iets te vinden van radiodatering, astronomie en jawel, de evolutietheorie. Daar heb ik mij dan ook maar in verdiept.
Evolutiepap
De evolutietheorie wordt ons met de paplepel ingegoten. Op school, in musea en op tv. Ook in goede tv programma’s, waar ik met veel plezier met mijn kinderen naar kijk, zoals Het Klokhuis. Overal wordt zonder blikken of blozen gezegd: “deze dinosaurus liep 66 miljoen jaar geleden rond op aarde!” Wie van diegene die dat zeggen heeft geverifieerd of dat daadwerkelijk zo is? De meeste van die mensen niet, want die hebben de informatie van school, musea en Het Klokhuis. Neem ik die mensen dat kwalijk? Nee. Zij praten anderen na, en weten ook niet beter. Hoe moeten zij nou weten dat er iets verkeerd aan zou zijn? Iedereen gelooft dat toch?
Door het massale napraten en de langzaam groeiende taboe op zondvloed- en scheppingswetenschap wordt de illusie gewekt dat de evolutietheorie heel erg goed onderbouwd en waar is. Laten we radiodatering, zondvloed, geologie en astronomie voor een andere keer bewaren en ons voor nu uitsluitend richten op de evolutietheorie.
Bijbel of de wetenschap? – Vals dilemma
Er wordt vaak gesteld: moeten we kiezen tussen de Bijbel of de wetenschap? Dit is een vals dilemma. Je hoeft niet te kiezen tussen de Bijbel en het periodiek systeem. Evenmin hoef je te kiezen tussen de Bijbel en een ronde aarde. Deze twee spreken elkaar niet tegen. Deze zaken zijn bovendien verifieerbaar. Je kunt het altijd nameten, en er komt steeds weer hetzelfde antwoord uit. Dit is wetenschap over processen die nu plaatsvinden. Het interessante aan dit type wetenschap is dat we het kunnen toepassen. We hebben heel veel te danken aan het periodieksysteem, zoals plastic, lippenstift, kerncentrales, edelgassen etc. Aan de kennis over de ronde aarde hebben we o.a. coördinatensystemen en GPS te danken.
Ook in de biologie hebben we heel veel wetenschap waarbinnen wij dingen kunnen verifiëren. Kennis over hoe genen werken, hoe die genen worden gelezen door kleine moleculaire machines, hoe die gelezen waarden vervolgens worden omgezet in eiwitten en hoe die eiwitten vervolgens een organisme bouwen. Ook back-ups en automatische reparatie maakt deel uit van dat systeem. In deze wetenschap kunnen we ook dingen toepassen, zoals genetische modificatie en medicatie. In dit soort toetsbare wetenschap geldt “de theorie is waar, totdat het tegendeel bewezen is”.
Evolutie: waar tot het tegendeel is bewezen?
Evolutie wordt vaak gelijk gesteld aan “de wetenschap”. Dat is niet terecht. De evolutietheorie valt in een ander soort wetenschap. Het is een interpretatie van wat wij aan bewijsmateriaal vinden. Deze wetenschap lijkt meer op forensische wetenschap. Er heeft iets in het verleden plaatsgevonden, en wij proberen met puzzelstukjes te achterhalen wat er gebeurd is. In de forensische wetenschap is na de middeleeuwen de wet gemaakt “de verdachte is onschuldig tot het tegendeel bewezen is”. In de middeleeuwen was dat nog niet zo, en belandden veel onschuldigen achter de tralies, of nog erger. Voor de evolutietheorie wordt echter nog steeds gehanteerd “de theorie is waar, totdat het tegendeel bewezen is”.
Hoe werden dino’s vogels?
Vogels zouden afstammen van dinosauriërs. Eerst was het overtuigende verhaal dat ze langzaam de mogelijkheid hadden om flinke sprongen te maken, zodat ze later konden vliegen. Daarna was het overtuigende verhaal dat ze vroeger in bomen klommen, en van daaruit glijvluchten konden maken. Doordat er in de theorie bijna altijd wel weer een ander verhaal te bedenken is om een gesneuveld idee te vervangen, is het vrijwel onmogelijk de theorie te falsificeren. Daardoor lijkt de theorie allesverklarend.
Na nog meer bewijsmateriaal te verzamelen is de huidige stand van zaken wat betreft hoe de dino ging vliegen: “alle ideeën die we erover hadden, lijken niet te kloppen, en we hebben eigenlijk geen goed alternatief.” Maar men accepteert dit soort doodlopende wegen. Er wordt niet getwijfeld of we überhaupt wel op het goede spoor zitten met de evolutietheorie. De gedachte lijkt: “dit probleem lossen we later wel op”. En tot die tijd blijven de tekstboeken en musea ongewijzigd.
Vogels hebben een totaal ander longsysteem, holle botten, aerodynamische veren en een gigantische spierkracht in de borst, welke alle vier noodzakelijk zijn om te kunnen vliegen. Er is geen progressielijn gevonden welke van die vier nou eerst zou zijn geëvolueerd en welke daarna. Er wordt vaak gesproken van “protoveren”, de voorloper van veren. Dit is eigenlijk gewoon een vacht. Deze is gevonden op dino’s die iets weg hadden van vogels, maar die 70 miljoen jaar geleden op aarde zouden hebben rondgelopen. De oudste duidelijk echte vogel, archeopteryx, is echter bijna honderd miljoen jaar ouder, volgens de reguliere wetenschap. Dus zou de protoveer veel minder oud zijn dan de echte veer. Dit soort fouten in de theorie komen niet aan bod in musea.
Evolutie: wat heb je eraan?
Ook is het interessant dat de evolutietheorie niet kan worden toegepast. Welke uitvinding en welk medicijn hebben we nou concreet te danken aan de evolutietheorie? Ik heb nog nooit antwoord gehad op die vraag.
Evolutie: een rekbaar begrip
Daarnaast is het heel lastig om “evolutie” te vangen als begrip. Het woord betekent te veel. Het is een containerbegrip, dat simpelweg “verandering” betekent. Als we een langzame verandering van kleur in een groep vlinders waarnemen, dan heet dat evolutie. Dan heb je “evolutie bewezen”. Maar betekent dit dat we van dezelfde voorouder afstammen als de chimpansee of zelfs vissen en insecten? Dat is een hele andere “evolutie”. Dat is een enorme extrapolatie. Maar omdat het woord zoveel betekent, kan tijdens het gesprek ongemerkt worden gewisseld tussen de ene en de andere betekenis van het woord.
Ter vergelijking: de aarde verandert (evolueert) van vorm door erosie door water en wind. We kunnen dit meten, en dan hebben we de evolutie van de aarde gemeten. Hebben we dan bewezen dat de aarde door wind en water is ontstaan? Natuurlijk niet. Dan trek je de extrapolatie veel te ver door.
Wat met “evolutie” meestal wordt bedoeld is “de evolutie van het leven door middel van natuurlijke selectie”. Ook hierin vinden we bewijzen. Vogels die hun nesten bouwen op plateaus op steile rotsen hebben veel puntigere eieren dan kippen. De puntige eieren rollen minder ver weg, waardoor ze minder snel van de rots afvallen. Dus bij die vogels zijn de rondere eieren wellicht weggeselecteerd. Dat is de “erosiewind” die “waait door de biologische wereld”. Maar betekent dat dat we van de apen afstammen?
Wat vertelt DNA over onze stamboom?
Ook het veelgehoorde argument “we hebben 99% van de genen overeen met chimpansees” is een schijnargument. Wat er niet bij wordt vermeld, is dat we dan alleen naar genen kijken waarvan we op voorhand al weten dat ze op elkaar lijken.1 Dat betekent wel dat er maar naar een heel klein deel van de genen wordt gekeken. Als je àlle genen gaat bekijken, dan kom je eerder uit op ca. 81% overeenkomst. Om maar wat te noemen, de genetische code van de mens verschilt ca. 10% alleen al in lengte met die van de chimpansee.
Dan wordt vaak geantwoord “ja, maar het gaat er ook alleen om dat we er een stamboom van kunnen maken. De mens staat het dichtst bij de chimpansee”. Dat klopt. Maar er is altijd maar 1 die het dichtst bij de mens staat.
Als we naar auto’s gaan kijken, en daar vergelijkingen gaan maken, dan kun je ook een stamboom maken. Dan kun je erop uitkomen dat een Aston Martin en een Ferrari het dichtst bij elkaar staan. Hebben ze dan dezelfde voorouder? Natuurlijk niet.
Een andere interpretatie is dat ze dezelfde ontwerper hebben. Dan hebben we twee theorieën die je met elkaar kunt vergelijken. Interessant wordt het dan om te gaan kijken naar bijvoorbeeld het vogelbekdier. Die geeft melk als een zoogdier, legt eieren, heeft een gif zoals sommige reptielen die ook hebben, heeft 5 x-y chromosoomparen en heeft een soort van snavel. Zet hem maar ergens in de stamboom. Het is heel makkelijk, want je kunt hem bijna overal wel kwijt. Maar hoe je hem ook plaatst, er zijn dingen die meerdere malen identiek, onafhankelijk van elkaar zijn geëvolueerd. Zelfs het oog zou volgens de evolutiestamboom ca. 50 tot 100 keer opnieuw van bijna nul af aan zijn geëvolueerd.
Wat zich dus vooral heeft opgestapeld, zijn problemen voor de evolutietheorie. De evolutietheorie is geen wetenschap. Het is een interpretatie, een paradigma.
Goed ontworpen
Ikzelf heb een andere interpretatie. Als ik kijk naar DNA, dan zie ik een hele kleine harde schijf van 4 gigabyte. Als ik kijk naar een cel, dan zie ik een hele kleine 3D printer. Hersenen zijn een computer, zenuwen een elektronisch stelsel, ogen een camera, evenwichtsorganen een gyroscoop, de neus een sensor, de nieren een filter, het hart een pomp, enzovoort. Er zit geen toeval in. Het zijn machines, zorgvuldig gebouwd door machines. Hoe meer ik in detail kijk, zie ik wat de Bijbel zegt: het is gemaakt, en het is zeer goed.