Evolutionisme en het intuïtieve denken

by | sep 18, 2018 | Biologie, Filosofie, Onderwijs, Theologie

Bij gesprekken tussen evolutionisten en creationisten is het belangrijk om goed naar de argumenten van de gesprekspartners te luisteren. Het komt regelmatig voor dat een redenatie voor degene die deze uitspreekt volkomen helder is, terwijl de ander, een even weldenkend mens, er geen touw aan vast kan knopen. In dat geval kan de gedachte postvatten dat de ander met opzet een verkeerd spoor uitzet. Dit is mogelijk, maar niet helemaal bevredigend, vooral ook omdat we geroepen worden om het goede van onze medemens te denken. Ik denk dat er nog iets anders meespeelt.

Twee gevallen in het recente verleden waren voor mij opvallend omdat de argumentatie van de evolutionist daarbij opmerkelijk fout liep. Het eerste geval was het volgende: Enkele maanden geleden gaf een zekere Wietze de Boer bij CIP vijf redenen om Genesis 1 serieus te nemen. De eerste reden die hij gaf, was de volgende:

’Sommige christenen proberen de evolutietheorie in te passen in het scheppingsverhaal. Ze zeggen dan dat het Hebreeuwse woord voor “dag” ook een onbepaalde periode kan betekenen. Zo worden ze misleid om een scheppingsdag te zien als miljoenen jaren van evolutie. Maar dan lezen ze over de volgende woorden heen: “Toen was het avond geweest en het was ochtend geweest.” Dit is niet anders op te vatten dan een letterlijke dag van 24 uur.‘(Wietze de Boer)

René Fransen, een wetenschapsjournalist van christelijken huize en promotor van het evolutiegeloof, is het daarmee radicaal oneens. Hij schrijft een weerwoord. Je zou dan veronderstellen dat René zou ingaan op de woorden ‘avond’ en ‘ochtend’. Dat doet hij echter niet. Hij schrijft:

‘Genesis 1 beschrijft een scheppingsperiode van zeven dagen. Het Hebreeuwse woord voor ‘dag’ is ‘yom’. Even los van het feit dat tal van theologen tal van argumenten hebben aangevoerd waarom de eerste hoofdstukken van Genesis meer als theologisch opstel dan als feitenverslag van de schepping moeten worden gelezen, het woord yom kent sowieso meer betekenissen. Het is ook na te kijken in Strong’s concordantie, waarin je kunt nazoeken waar yom nog meer wordt gebruikt.’ (René Fransen)

Hij mist het argument waar het om gaat, namelijk dat de dagen in Genesis 1 een ochtend en een avond hebben. Dat is opmerkelijk. Een ander geval kwam ik recent tegen toen ik tijdens een discussie de onmogelijkheid aan de orde stelde van de evolutie van de mens uit de aap in pakweg 6 miljoen jaar. Dat zouden dan wellicht 600 000 generaties zijn. Dat is veel te weinig om het zeer grote genetische verschil van miljoenen baseparen in het DNA tussen mens en aap te overbruggen. Er ontstond ophef omdat ik zei dat een evolutionist gelooft dat een mens van de apen afstamt. Die ophef verbaasde me. Evolutionisten geloven dat toch? Wat geloven ze anders? Nee, we stammen niet van de apen af, maar we hebben een gezamenlijke voorouder, was het argument. Dat die gezamenlijke voorouder dan toch echt door biologen als een aap wordt gezien, werd gemist. Deze week kwam ik hetzelfde tegen bij BioLogos, een Amerikaanse stichting van theïstisch evolutionisten, in een artikel getiteld ‘10 Misconceptions about Evolution’.

De eerste misvatting is volgens BioLogos: Evolution claims that we evolved from monkeys.
En de weerlegging van BioLogos is:

‘No it doesn’t. It doesn’t even claim we evolved from chimpanzees! Rather, evolution predicts that all life on the planet is related. That is to say that if you go back enough generations, you’ll come to a common ancestor for any two life forms. For humans and chimpanzees, the best evidence strongly suggests that the line leading to humans diverged from the line leading to chimpanzees six or seven million years ago. That original population was neither human nor chimpanzee.’ (BioLogos)

Dit is werkelijk een argumentatie om even de ogen bij uit te wrijven. Dus die zogenaamde gezamenlijke voorouder van mens en chimpansee was geen aap, want het was geen mens of chimpansee.

Ik denk dat ik afgelopen zomer de oplossing gevonden heb voor de vraag hoe het mogelijk is dat weldenkende mensen in het evolutiedebat zulke grote argumentatiefouten maken. De oplossing denk ik gevonden te hebben in een boek dat van het voorjaar op de tweedehandsboekentafel van de rommelmarkt van de kerk te vinden was. Het is een boek van Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman, getiteld ‘Ons feilbare denken’. Kahneman is een erudiet psycholoog die veel onderzoek heeft gedaan naar de wijze van denken van de mens. In het boek (helaas met fouten vertaald vanuit het Engels) legt Kahneman uit dat een mens beschikt over twee verschillende denksystemen. Een systeem 1 en een systeem 2. Voor mensen die het boek niet kennen: beknopte gegevens zijn te vinden op Wikipedia: https://en.wikipedia.org/wiki/Thinking,_Fast_and_Slow. Ook elders op internet is er veel over te vinden.

Systeem 1 is het systeem dat intuïtief is, weinig moeite kost, dat snel heel veel werk kan verzetten, dat ook vaak actief is, maar in het werk grove inschattingen maakt en daarbij vaak grote fouten maakt. Systeem 1 is een continue bron van suggesties voor bepaalde denkbeelden. Systeem 2 is voor het echte denkwerk. Hier zetelt het analytische denkvermogen. Dit systeem controleert systeem 1, maar is van zichzelf lui en neemt de foute suggesties van systeem 1 vaak zonder meer over. Kahneman beschrijft in zijn boek een scala aan fouten die systeem 1 maakt en die mensen in hun denken vaak maken, als ze niet bewust kritisch bij de materie stilstaan. Deze voorbeelden staan ook kort opgesomd bij Wikipedia. Bij het lezen van de verschillende foutentypen, kwamen bij mij herhaald voorbeelden uit de evolutie-creationisme-discussies naar boven. Veel fouten lijken te worden gegenereerd doordat slechts gebruik wordt gemaakt van het reflexmatige intuïtieve denksysteem 1. Een van de vele voorbeelden van de werkwijze van systeem 1 die leidt tot het maken van fouten, is substitutie. Dit woord beschrijft het verschijnsel dat als er een vraag bij iemand binnenkomt die moeilijk beantwoord kan worden, systeem 1 ter vervanging een makkelijke vraag verzint die op de moeilijke vraag lijkt, maar wel eenvoudig beantwoord kan worden. Vervolgens suggereert systeem 1 een eenvoudig antwoord op die eenvoudige zelfverzonnen vraag. Als systeem 2 niet alert genoeg is, wordt de oplossing aanvaard en denken we een goed antwoord gegeven te hebben, terwijl we niet eens beseffen dat het geen antwoord op de oorspronkelijke vraag was, maar op een zelfbedachte vraag.

Dit verschijnsel kunnen we terugzien in de argumentatie van René Fransen. De vraag hoe het zit dat de dagen in Genesis een ochtend en een avond hebben, is lastig te beantwoorden voor een theïstisch evolutionist. Een verwante vraag waarop het antwoord al wel paraat ligt, is of een dag in de Bijbel altijd een dag van 24 uur is zoals wij die kennen. Daarop is het voor de hand liggende antwoord mogelijk dat ‘dag’ in de Bijbel meerdere betekenissen kan hebben. Dus wordt de ingewikkelde vraag naar de ‘ochtend’ en de ‘avond’ vervangen door de vraag of ‘dag’ in de Bijbel altijd een dag van 24 uur is. Eenvoudige vraag. Eenvoudig antwoord. Probleem opgelost.

Hetzelfde verschijnsel kunnen we terugzien in de argumentatie bij BioLogos. Kennelijk is er weerstand om de implicaties van het eigen evolutionair standpunt te aanvaarden dat we van apen afstammen. Als dan gesteld wordt ‘we evolved from monkeys’, dan gaat het reflexmatige denksysteem 1 zoeken naar een verwante vraag die makkelijker te beantwoorden is. In dit geval is dat: ‘we evolved from contemporary monkeys’. Dan maken we het statement wat langer, namelijk dat we van hedendaagse apen afstammen. Dit veranderde statement is door systeem 1 eenvoudig te hanteren. De evolutietheorie leert niet dat we van de huidige apensoorten afstammen. Probleem opgelost.

In beide gevallen zien we dat er sprake is van een gebrekkige argumentatie. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt doordat onvoldoende energie wordt gestopt in het daadwerkelijk doordenken van de argumenten. Er wordt te oppervlakkig en te reflexmatig gereageerd. In geval van alledaagse probleempjes is dat niet erg. In een discussie over zaken als creationisme en evolutie is het echter een grote foutenbron. Voor een evolutionist is er echter een oplossing. Evolutieaanhangers beschouwen systeem 1 als evolutionair oud, iets wat we met dieren gemeenschappelijk hebben, en systeem 2 als nieuw en uniek voor de mens. Als een evolutionist een redenatiefout maakt vanwege onvolkomenheden van systeem 1, en hij wordt zich daarvan bewust, dan kan hij dat voor zichzelf weer als bewijs zien van evolutionaire verwantschap met de aap. Zo is de cirkel dan weer rond.

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!