Inhoudsopgave
Verscheidene christenen geloven dat God schiep door evolutie. Ze doen dat omdat ze denken dat de wetenschap geen ruimte laat voor een schepping in zes dagen. Omdat de wetenschap volgens hen met evenveel of meer gezag spreekt als de Bijbel, passen ze de bijbeluitleg aan. Hoe moeten we hier tegenaan kijken? Welk gezag moeten we toekennen aan de Bijbel en aan de wetenschap?
Schiep God werkelijk de wereld in zes dagen? Of is dat een verhaal met een hele mooie, diepe boodschap, maar niet echt gebeurd en daarom ten diepste fictie? Christenen die de Bijbel ‘herzien’ op basis van wetenschappelijke bevindingen, geloven dat bewezen is, dat de wereld miljarden jaren oud is. Zij geloven dat bewezen is dat er een ontwikkeling is geweest van oerknal tot het huidige heelal, van materie tot leven, van eencellig leven tot de mens. Helaas, want hiermee maken ze zich los uit de christelijke traditie, vindt er een principiële scheiding plaats. Al moet je wel zeggen dat ook zij toch graag zoveel mogelijk de Bijbel geloven. Op dat punt blijft een fundamentele verbondenheid!
Geloof in de Bijbel
Laat ik beginnen met een persoonlijke ervaring. Toen ik in 1962 van het gymnasium kwam geloofde ik – in goed vertrouwen in mijn docenten – dat de evolutietheorie waar was. En ik had enkele ‘oplossingen’ om de uitleg van de Bijbel aan te passen. Ik ging wiskunde studeren, maar op een gegeven moment bleek het mogelijk een doctoraal bijvak buiten de exacte vakken te kiezen. Omdat mijn geweten toch nog wat knaagde over dat aanpassen van de Bijbel ben ik toen hermeneutiek, de theorie van de exegese van de Bijbel, gaan studeren bij prof. dr. H. Berkhof. Hij was een geweldig docent, het vak was bijzonder boeiend en ik leerde twee dingen. In de eerste plaats dat ik de neiging had om van alles te poneren zonder bewijs, als vanzelfsprekend. Het heeft grote indruk op me gemaakt en ik heb daar later veel aan gehad! In de tweede plaats kwam ik op grond van de literatuur tot de conclusie dat er enkele uitgangspunten zijn voor het lezen en uitleggen van de Bijbel. Ik noem ze hier kort.
- De Bijbel is doorzichtig, helder
Je bent als lezer van de Bijbel bevoegd om je zelf een oordeel te vormen. Je bent niet afhankelijk van docenten, journalisten, theologen of andere wetenschappers. Een kind kan Genesis 1 lezen en begrijpen! - Gods Woord heeft de grond voor zijn geloofwaardigheid in zichzelf
Het hoeft niet bewezen te worden dat het waar is wat er in staat. Het valt evenmin te bewijzen dat de Bijbel onwaar is. De Bijbel is waar, omdat hij Gods Woord is. - De Bijbel verklaart zichzelf
Het geheel verklaart de delen en de delen samen vormen het geheel. Daar¬om is ‘eigenmachtige’ uitleg (2 Pet 1:20, 21) uit den boze. Daarom is aanpassing aan buitenbijbelse gegevens uit den boze. - Gods Woord heeft het hoogste en laatste woord
Het is beslissend, ook als er vanuit andere bronnen (ons gevoel, de cultuur, wetenschap) iets wordt beweerd dat met de Bijbel in strijd is.
Deze vier regels zijn naar mijn mening kenmerkend voor orthodoxie, rechtzinnigheid. Daarbinnen is allerlei verschil van mening over exegese mogelijk. Maar je bent dan toch verbonden door het aanvaarden van de Bijbel als het geïnspireerde Woord van God. En anders kan er wel inhoudelijke overeenstemming zijn op vele punten, maar is de grondslag van het christelijk geloof aangetast. Daar heb je de spanning tussen wat ik hierboven noemde: de mogelijke (inhoudelijke) verbondenheid en de principiële (methodische) scheiding.
Op grond van deze regels was het mij duidelijk, dat mijn ‘oplossingen’, compromissen, niet deugden. Ze waren een vorm om van twee walletjes te willen eten. En ik stond voor de keuze: of ik laat het Sola Scriptura, het geloof in het gezag en de inspiratie van de Bijbel los, of ik neem aan dat er iets fundamenteel mis is met de evolutietheorie, al had ik toen geen flauw idee wat. Zou ik vertrouwen op de natuurwetenschap of op de Bijbel? Ik koos voor het laatste en nam me voor ijlings te gaan onderzoeken wat er aan de hand was met de evolutietheorie. Deze gang van zaken kan verklaren waarom het me nu zo moeilijk valt, als mensen toch de bijbeluitleg aanpassen om aan de evolutietheorie te kunnen vasthouden terwijl zij (kunnen) weten hoe ondeugdelijk die theorie is en de bijbehorende exegese. Ik begrijp hun moeite, ik heb hun ‘oplossing’ gedeeld. Maar die is naar mijn vaste overtuiging niet orthodox, niet te rijmen met het aanvaarden van de Bijbel als het geïnspireerde Woord van God.
De neo-orthodoxie
In de laatste jaren is er een soort nieuwe neo-orthodoxie opgekomen. De discussies rondom Intelligent Design, het loslaten van de historiciteit en de kennelijke bedoeling van Genesis 1-3, de ommezwaai van mensen als Knevel, Ouweneel en (prof.) Van den Brink illustreren dat. Het ‘neo’ kan uitgelegd worden als: Niet Echt Orthodox. Kenmerkend voor de nieuwe visie op de Bijbel zijn de volgende punten (die niet bij ieder even zwaar wegen):
- De Bijbel heeft niet meer het hoogste gezag; de (natuur)wetenschap en de evolutietheorie worden gezien als ook openbaring van God. Daarom heeft wat de wetenschap leert evenzeer en in de praktijk zelfs meer gezag dan de Bijbel. Hetzelfde kom je overigens tegen bij de discussies over homoseksualiteit. Feilbare, tijdgebonden en vaak levensbeschouwelijk gekleurde theorieën worden gepresenteerd als geïnspireerde openbaring van God! Vervolgens fungeren ze als maatstaf om de Bijbel aan te passen en krachteloos te n1.aken.
- In de tweede plaats gaan velen er van uit dat, als er verschillende exegeses zijn, je dan niet kunt en mag zeggen dat er maar één orthodoxe is. Dat zou eigenwijs, bekrompen, fundamentalistisch zijn. Je mag zeggen: ‘Dit is mijn visie’, je mag niet zeggen: ‘Dit zegt de Schrift.’ De neo-orthodoxie is op dat punt typisch postmodern!
- Een derde kenmerk van de nieuwe bijbeluitleg (die overigens allesbehalve nieuw is!) is de opvatting: de Bijbel is geschreven in een andere tijd, in een andere cultuur, en daarom moeten we bepaalde uitspraken relativeren. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over de zon die opgaat of stilstaat, over het uitspansel, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen sterren en planeten en er wordt op voorwetenschappelijke wijze gesproken over soorten planten en dieren. Die aanpassing, ‘accommodatie’, is onmiskenbaar. Maar nu gaan voorheen orthodoxe theologen een stap verder. De Bijbel wist nog niet van homoseksualiteit als een natuurlijk scheppingsgegeven. Daarom is de veroordeling van de homoseksuele praktijk in de Bijbel niet relevant. Die heeft alleen betrekking op uitwassen. In de tijd van de Bijbel had men ook nog niet de kennis van nu over de wording van de wereld, over oerknal en evolutie en hoge ouderdom van aardlagen. Daarom moeten we op gezag van de evolutietheorie de geschiedschrijving van de Bijbel met vele korrels zout nemen. We moeten onderscheiden tussen de boodschap, de inhoud enerzijds en de verpakking anderzijds.
Deze drie punten vormen samen een hellend vlak waarbij het afhangt van het individu wat er allemaal op losse schroeven komt te staan. Het begint vaak bij de zes scheppingsdagen: dat zou alleen een dichterlijk schema zijn zonder letterlijke betekenis. Meestal volgt dan ook het loslaten van een wereldomvattende zondvloed, want daar is binnen het evolutiekader ook geen ruimte voor. Vervolgens is het de vraag of de schepping van Adam en Eva zo heeft plaatsgevonden als in de Bijbel staat. Daarna volgt het in twijfel trekken van de zondeval. Dan de spraakverwarring bij de torenbouw van Babel. En als je dan toch bezig bent, valt er nog veel meer in twijfel te trekken, niet alleen op het vlak van de historiciteit maar ook op het terrein van de ethiek. De geschiedenis van de laatste honderd jaar maakt duidelijk dat de aanpassing van het christelijk geloof aan de evolutietheorie als breekijzer heeft gefunctioneerd voor Schriftkritiek en secularisatie binnen de christelijke kerk.
Dit compromis van Bijbel en evolutietheorie, het theïstisch evolutionisme, heeft ook invloed op de toekomstverwachting. Als de wereld werkelijk al miljarden jaren oud is, dan is het toch wel heel onwaarschijnlijk dat er binnen afzienbare tijd een einde aan komt. Ik ben er van overtuigd dat er samenhang is tussen het aanvaarden van het theïstisch evolutionisme en het op de achtergrond raken van de christelijke toekomstverwachting.
Misleiding
Het zal duidelijk zijn, dat ik het theïstisch evolutionisme zie als een instrument waarmee het gezag van de Bijbel fundamenteel wordt ondermijnd. Dat is heel triest, maar mensen hebben de vrijheid om niet (meer orthodox) te geloven. Dat moet je respecteren. Mensen kunnen oprecht en te goeder trouw aan het dwalen raken. Maar ik heb er geen respect voor als vervolgens oude dwaling als nieuwe waarheid aan de man wordt gebracht. En dat komt veel voor! Augustinus, Calvijn, Kuyper – ze worden voor het karretje gespannen van de nieuwlichters met uit hun verband gerukte en tendentieus ingekleurde citaten. ‘Ik geloof in Genesis 1 ‘, verklaart iemand plechtig, en wat blijkt? Hij gelooft alleen in Genesis 1:1. ‘Ik geloof in de historiciteit van de Bijbel’, zegt een ander. En wat blijkt? Hij gelooft dat de Bijbel zozeer historisch bepaald en verouderd is, dat je niet hoeft te geloven dat echt is gebeurd wat de Bijbel als geschiedenis brengt. Dit is manipulatie van de meningsvorming. Het is een pogen om een schijn van rechtzinnigheid op te houden om het vertrouwen van orthodoxe christenen te behouden. Daar hoef je geen respect voor te hebben, integendeel!
Van theologie naar natuurwetenschap
Het theïstisch evolutionisme tast de grondslag van de bijbeluitleg aan. Je zou het kunnen vergelijken met de natuurwetenschap. Die is gebaseerd op de rationeel empirische werkwijze. We beperken ons tot het experimenteel verifieerbare en wetmatige en we laten het bovennatuurlijke buiten beschouwing.
Stel, twee wetenschappers zijn het eens dat er een aantrekkingskracht is tussen de maan en de aarde. De een beperkt zich tot de zwaartekracht maar de ander gaat uit van een natuurlijke genegenheid en verbondenheid tussen deze twee hemellichamen, die zich sterker doen gelden naarmate ze dichter bij elkaar zijn. De twee wetenschappers kunnen dan in hun berekeningen op hetzelfde uitkomen, maar toch zal de eerste de redenering van de tweede principieel verwerpen. Waarom? Omdat die geen recht doet aan het wezen en de methode van natuurwetenschap.
Zo kunnen een creationist en een theïstisch evolutionist het eens zijn over de betekenis van het offer van de Here Jezus op Golgota. En toch ligt er een principieel verschil als het gaat om het wezen en de grondslag van het geloof en de methode van de theologie.
Geloof in de wetenschap
In onze moderne wereld heeft de wetenschap een buitengewoon belangrijke plaats. Vooral door de combinatie met de techniek is de maatschappij in de loop van de laatste eeuwen ingrijpend hervormd. Denk aan de opkomst van de moderne geneeskunde, het vervoer met auto’s, treinen en vliegtuigen. Denk aan de massaproductie van consumentenartikelen en aan de intensieve land- en tuinbouw. Veel om dankbaar voor te wezen. Het lijkt bovendien of die ontwikkeling steeds sneller gaat. De opkomst van de computer heeft de techniek een enorme stimulans gegeven.
Het is geen wonder, dat velen het heil verwachten van de wetenschap. De wetenschapper moet antwoord geven op de vragen van goed en kwaad, op het probleem van beheersing en controle van maatschappelijke processen. Maar daarin schuilt een groot gevaar. De wetenschappelijke methode is namelijk fundamenteel beperkt. Ik noem drie punten.
- In de natuurwetenschap beperken we ons tot datgene wat experimenteel te toetsen valt. Dat is een prachtig principe. Het laatste woord is aan de werkelijkheid, aan de door God geschapen werkelijkheid. En het is mede daarom een doodzonde om met de feiten te knoeien. Het geeft niets om te zeggen: ‘Ik kan dit (nog) niet verklaren.’ Maar als je vasthoudt aan een verklaring, hoewel die in strijd is met de feiten, of als je die feiten onder tafel werkt, dan zou je onder de wetenschappelijke tucht moeten worden geplaatst. Je doet dan de waarneembare werkelijkheid geen recht. En dat is slecht. Het is bij wijze van spreken een even grote zonde als wanneer je knoeit met de feiten in de Bijbel en bijbelse gegevens onder tafel werkt!
- Verder gaan wetenschappers er vanuit, dat je bij de verklaring van waarnemingen geen beroep doet op God, op· Gods ingrijpen. Dat betekent helemaal niet dat je moet geloven dat God niet bestaat of niet ‘ingrijpt’ (wat dat ook moge betekenen). Maar wat God doet, valt niet in een wetenschappelijk model te vangen. En daarom lijkt het me te getuigen van eerbied, als we bij een wonder geen wetenschappelijke theorie opstellen over wonderen, maar als mensen eerlijk, al dan niet gelovig erkennen, dat er meer is tussen hemel en aarde dan de natuurwetenschappelijke werkelijkheid. Je zou kunnen zeggen: de wetenschap gaat uit van een methodologische beperking die prima is, zolang je maar voor ogen houdt dát het
een beperking is. De weigering van ongelovigen om te erkennen dat wonderen voorkomen is sprekend voor hun vooringenomenheid! - De wetenschap is beschrijvend. Ze neemt waar en brengt de waarnemingen in een model. Maar wat de wetenschap niet kan en niet mag is voorschrijven! Ze beschrijft wat is, niet hoe het moet zijn, wat we moeten doen. Ze kan beschrijven wat de gevolgen zijn van spaarzaamheid, liefdadigheid en verkwisting voor de economie en voor de geestelijke vorming van de mens. Maar ‘geld moet rollen’ is geen economische uitspraak maar een levensbeschouwelijke.
Drie problemen
Op elk van deze punten gaat het vaak fout als iemand gelooft in de evolutietheorie. Uit de geschiedenis van de wetenschap blijkt, dat wetenschappers uitgaan van een verklarend kader, een paradigma. Dat is een onbewezen uitgangspositie. Als je het vergelijkt n1et de wiskunde: een stelsel van axioma’s. Vanuit dat kader worden de waarnemingen geïnterpreteerd. En zo vindt er een proces plaats van het opstellen van hypothesen, de bijstelling ervan tot een voorlopige theorie. Bij de evolutietheorie wordt de theorie verheven tot ‘waarheid’. Wat er niet in past wordt terzijde gelegd. Dat gebeurt vaak onder het motto: er is geen betere theorie. Daar heb ik begrip voor. Maar dan zou het een zaak zijn van eerlijkheid om te erkennen dat je in feite te maken hebt met een soort voorlopige werkhypothese, die nog niet de status van theorie kan en mag hebben vanwege de vele ernstige tekorten. Door de evolutietheorie te presenteren als bewezen doet men de werkelijkheid geen recht.
Waarom deze haast irrationele gehechtheid aan de evolutietheorie? Dan komt het tweede punt. De evolutietheorie speelt een belangrijke rol in het verzet tegen de Bijbel en tegen God. Ze vormt de, in schijn natuurwetenschappelijke, basis voor het atheïsme. Daarbij wordt de beperking tot het waarneembare verabsoluteert tot de grondslag van het materialisme. Dat gaat zo:
- We beperken ons tot het waarneembare, het meetbare.
- Dat gaat prima. We hebben geen God nodig, er is geen God.
Compact geformuleerd: de goede methodologische beperking wordt verabsoluteerd tot een onterecht ontologisch dogma. We zijn dan bij het evolutionisme beland: een geloof, een levensbeschouwing over het wezen en ontstaan van de werkelijkheid. Dat heeft een eigen moraal die je kunt samenvatten met de stelling: ‘Vooruitgang ontstaat door de strijd om het bestaan en het recht van de sterkste.’ Die leer heeft onnoemelijk veel schade berokkend in het communisme (de verheerlijking van de klassenstrijd als middel voor het bereiken van de heilstaat); het racisme; het nazisme en de uitwassen van het kapitalisme.
De pr van de evolutietheorie
Het is geen wonder dat er veel verzet kwam tegen de evolutietheorie en het evolutionisme. Dat kwam vooral van christenen die inzagen wat de natuurwetenschappelijke tekorten waren, de wijsgerige ontsporing en de morele schadelijke gevolgen. Zij werden daarbij uiteraard geholpen omdat de evolutietheorie zo overduidelijk in strijd is met de Bijbel, zoals kan blijken uit de geschiedenis van de exegese tot ruwweg 1800.
Ik heb hierboven geschreven over misleiding op het terrein van bijbeluitleg door theïstisch evolutionisten. Christenen die de evolutietheorie met de Bijbel willen verzoenen geven vaak een misleidend beeld van de betekenis van de Bijbel om hun standpunt aan de man te brengen. Iets soortgelijks kom je tegen bij de propaganda van de evolutietheorie.
Het kan duidelijk zijn dat die theorie wetenschapstheoretisch en in natuurwetenschappelijk opzicht slecht is. Toch komt daarvan weinig naar buiten. Uit alle macht wordt geprobeerd een zo positief mogelijk beeld te geven. Dat valt alleen te verklaren uit de religieuze betekenis die de theorie heeft. Ze is de basis voor atheïsme, materialisme met behulp van de verabsoluteerde natuurwetenschappelijke methode. Tast die basis aan de en de evolutionistische inquisitie breekt los.
Het is begrijpelijk! De ‘taal van de hemel’ spreekt wereldwijd en overduidelijk van God de Schepper (Psalm 19:1-5). Gods ‘eeuwige kracht en goddelijkheid wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben’ (Rom. 1 :20). Om dat getuigenis en Gods openbaring te onderdrukken is het kennelijk nodig te doen alsof alles zo’n beetje koek en ei is in de evolutietheorie: ‘O ja, er zijn wel wat kleine probleempjes, maar dat is een kwestie van tijd en nader onderzoek. Maar het is een hele vruchtbare theorie, die zijn waarde in de loop van 150 jaar wel bewezen heeft.’
Dat is echter geen eerlijke weergave van de werkelijkheid maar ideologisch gedreven manipulatie. De kern daarvan is dat de grote fundamentele problemen worden verzwegen en dat enorme druk wordt uitgeoefend op wetenschappers om zich te conformeren aan de theorie, zoals die op dat moment is. Als je dan verder nagaat hoe de theorie zich heeft ontwikkeld, dan kun je dat proces samenvatten met: één groot proces van het ‘redden van de verschijnselen’, tot op het niveau van de paradigma’s. Drie voorbeelden:
- De evolutietheorie begon met het principe: ‘het heden is de sleutel tot het verleden’, de intensiteit van processen nu is altijd zo geweest. En daarom moet bijvoorbeeld de vorming van aardlagen miljoenen jaren hebben geduurd. Denk aan wat Petrus zegt over spotters: ‘Waar blijft de belofte van zijn komst? Want sedert de vaderen ontslapen zijn, blijft alles zó, als het vanaf het begin der schepping af geweest is’ (2 Pet. 3:4). Deze redenering is de kern van het uniformitarisme, het geleidelijkheidsprincipe. Onder druk van de feiten heeft dit axioma na meer dan honderd jaar (!) plaatsgemaakt voor het catastrofisme: er zijn geweldige catastrofes geweest die in korte tijd hebben bewerkt waar anders heel lange perioden voor nodig zouden zijn geweest. Petrus verwijst daar al naar in het volgende vers 5. En dat was nu net een uitgangspunt van het creationisme! Het catastrofisme is nu aanvaard door de evolutionisten binnen de astronomie, de geologie en de biologie!
- Het Darwinisme ging er vanuit, dat de evolutie van planten en dieren ontstond door kleine toevallige veranderingen die door geografische isolatie en de strijd om het bestaan zich ‘opstapelden’ en ten slotte leidden tot nieuwe soorten en de complete ontwikkeling van eencellige tot de mens. Later werd meer bekend over het erfelijkheidsmechanisme en werd het Darwinisme vervangen door het Neodarwinisme met een theorie over evolutie door mutaties. Maar ook die theorie heeft haar beste tijd gehad. Immers, ook dan wordt niet duidelijk hoe de toename van informatie bij het ontstaan van hele nieuwe organen en eigenschappen heeft kunnen plaatsvinden.
- Uit de Reformatorische Wijsbegeerte heb ik geleerd dat verschijnselen soms onherleidbaar zijn. Zo is een schilderij van Rembrandt meer dan de optelsom van verf en doek. Kunst en schoonheid hebben een onherleidbaar karakter dat niet tot puur materiële aspecten te herleiden valt. Dat geldt naar mijn overtuiging voor het verschil tussen levenloze materie en leven, voor schoonheid, voor bepaalde vormen van informatie en doelmatig ontwerp, voor instinct, voor de menselijke geest. Op deze punten biedt het scheppingsverhaal veel waar de evolutietheorie geen recht aan kan doen vanwege de beperking van de natuurwetenschappelijke methode.
Ten slotte
De evolutietheorie is een religieus geïnspireerde poging om de wording van de wereld te verklaren op naturalistische basis. Het is meer dan een natuurwetenschappelijke beschrijving en interpretatie van de werkelijkheid, van wat is. Het is een pseudo-natuurwetenschappelijke constructie van het verleden die vele fundamentele manco’s vertoont maar niettemin als ‘zo goed als bewezen’ aan de man wordt gebracht. Christenen die de evolutietheorie willen combineren met de Bijbel, doen dat in het geloof dat de evolutietheorie voldoende betrouwbaar is, in ieder geval voldoende om de Bijbel als minder betrouwbaar te zien en te beroven van zijn overduidelijke historische betekenis. Ze doen dat doorgaans onder druk van de evolutionistische propaganda. Dat leidt helaas tot grote spanningen in de onderlinge omgang tussen christenen.
Zou het anders kunnen? Ik denk dat het in ieder geval veel beter zou kunnen. Ik noem drie punten.
- Als er eerlijk en open duidelijkheid komt over wat empirisch feit is en wat interpretatie is, zou er veel gewonnen zijn. Evolutionisme en creationisme hebben allebei hun paradigma’s, hun levensbeschouwelijke kader. Beide stromingen hebben ook hun zwakke punten. Die zouden onbevangen en ontspannen ter discussie moeten kunnen worden gesteld waarbij de concrete reconstructies van het verleden de status hebben van een ontwerp, een model waarover te discussiëren valt. Anders gezegd: de discussie op het niveau van de levensbeschouwing en die op het niveau van theorie-, modelvorming zou gescheiden moeten worden.
- Daarvoor is nodig dat er meer respect komt voor de opponent. Nu vindt er veel karikatuurvorming plaats, monddood maken van de tegenstander. Het gezegde ‘macht corrumpeert’ vind je helaas vaak terug in de discussie. Dat geldt in het bijzonder voor evolutionisten tegenover theïstisch-evolutionisten, ID-ers en creationisten, waarbij de evolutionisten verreweg de grootste macht, invloed en propagandamogelijkheden hebben. Het geldt eveneens voor theïstisch-evolutionisten tegenover creationisten, gezien de ‘machts’ -verhoudingen.
- Theïstisch-evolutionisten zouden moeten erkennen dat ze afWijken van de kern van wat orthodox is. Waarom moet de geschiedenis misvormd worden en de schijn van orthodoxie opgehouden? Geef gewoon toe, dat de wetenschap evenveel of meer gezag wordt toegekend dan de Bijbel en dat dit geen orthodox standpunt is. Geef toe, dat het dan betrekkelijk willekeurig is, waar je nog wel en waar je niet meer aanvaardt wat de Bijbel openbaart. Stop met de kretologie en de misleiding zodat duidelijk wordt wat de echte verschillen zijn en wat ons ten diepste bindt. Wat heeft het voor nut als creationisten en theïstisch evolutionisten uitspreken dat hun verschillen niet zo groot zijn, dat ze elkaar niet als christenen kunnen aanvaarden? Wat heeft dat voor zin als de omgang met elkaar niet getuigt van een christelijke levensstijl?!
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Profetisch Perspectief. De volledige bronvermelding luidt: Delden, J.A. van, 2009, Feit of fictie?, Profetisch Perspectief 15 (64): 51-56.