Volgens de evolutietheorie is alle leven simpel begonnen, en daarna in de loop van miljoenen jaren steeds complexer geworden. Bewezen is echter dat zelfs sommige van de oudste soorten al ongelooflijk complex zijn, zoals deze wormachtige lobopoden. Hoe leg je dat uit?
Een fossiel van de lobopode Collinsium ciliosum uit het onderste Cambrium – (een van, red.) de oudste fossielhoudende aardlaag die er is – laat helemaal geen evolutie van simpel naar complex zien. Integendeel. De oudere exemplaren zijn vaak complexer dan de jongere.
Lobopoden zijn een uitgestorven groep zeediertjes die vaak worden gezien als de voorouder van de hedendaagse fluweelwormen. Maar hoe rijm je dat met een recente vondst in China? Daar is namelijk 8,5 centimeter lang fossiel van Collinsium gevonden met eigenschappen die zelfs andere lobopoden niet hebben; ook de fluweelwormen niet. Aan de voorkant heeft Collinsium antennes. Daarachter zitten zes paar ‘veerachtige’ structuren, die mogelijk dienden om voedsel uit het zeewater te filteren. Zijn pootjes hadden klauwen waarmee hij zich aan de zeebodem kon vastgrijpen, en op zijn rug en zij zaten in totaal 72 harde stekels. Dit maakt Collinsium tot de meest complexe lobopode die momenteel bekend is.
Kortom, volgens het evolutiemodel zou Collinsium juist hoger dan andere soorten gevonden moeten worden, maar je vindt ‘m lager. En hedendaagse fluweelwormen zijn weer eenvoudiger dan lobopoden… Deze worm gooit de evolutietheorie helemaal op z’n kop!
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Heugten, G.J.H.A., 2015, Fossiele worm gooit evolutie op zijn kop. Dat hij er zo complex uit ziet, is een grote verrassing, Weet 35: 12.