Het afgelopen half jaar was ik in debat met de, niet bij onderzoek betrokken, geoloog drs. Van den Berg. Deze derde bijdrage in het debat is van een andere orde dan de vorige twee bijdragen. Toen gaf ik een uitgebreide onderbouwing. Nu laat ik deze achterwege, omdat een uitgebreide onderbouwing door mijn opponent toch niet gelezen wordt. Van den Berg reageert namelijk nauwelijks op mijn punten. Een debat kun je het eigenlijk niet noemen. Het is meer een gesprek met mijzelf geworden dan met Van den Berg. Van den Berg vroeg veel, maar was daarna niet meer geïnteresseerd in de antwoorden. Mijn tweede bijdrage heeft hij nauwelijks gelezen.
Een doel van een debat is dat je met elkaar in gesprek gaat. Mijn voornemen is daarom in de derde bijdrage alleen en zeer beknopt te reageren op de tekst van drs. Van den Berg en daarna de discussie met de persoon in kwestie te sluiten. Het debat heeft mij het gevoel van ‘water naar de zee dragen’ gegeven. De tijd had achteraf gezien anders en beter besteed kunnen worden. Met Van den Berg de diepte in gaan bleek helaas niet mogelijk. Dit is overigens niet de eerste keer dat ik dat constateer.
Voordat we de discussie startten, was afgesproken dat het over de Harz en het Kanaal zou gaan. Ik heb beide locaties behandeld in mijn stukken. In zijn laatste bijdrage gaat drs. Van den niet meer in op de vorming van het Kanaal. Het gaat wel over de Harz, maar de onderbouwing mist. Er worden vooral stellingen geponeerd en onjuistheden over creationisten verspreid.
In mijn eerste bijdrage heb ik een voorlopig chronologisch overzicht gegeven. In mijn tweede bijdrage heb ik meer onderbouwing gegeven rond de vorming van Het Kanaal. Mijn opponent heeft daar niet op gereageerd. Hij verwijt mij dat het grootste gedeelte van de tweede bijdrage uit theologie bestaat. Dit is onjuist: het merendeel gaat over de geologie. De reden dat er een stuk bijbeluitleg wordt gegeven is dat Van den Berg dat van mij verlangde in zijn eerste en tweede bijdrage. Het zou zeer onbeleefd zijn de vragen van de opponent te negeren.
Helaas reageert Van den Berg in de afgelopen bijdragen sporadisch op mijn reactie op zijn stellingname. Moet ik dan aannemen dat de auteur het eens is met het antwoord of dat hij geen weerwoord heeft? Of heeft Van de Berg eigenlijk geen behoefte aan een debat en wil hij uitsluitend eigen stokpaardjes verkondigen?
De derde bijdrage is hieronder verder te lezen: