Inhoudsopgave
Geologische argumenten voor een wereldwijde zondvloed (deel 2)
In het hoofdstuk ‘Was er een wereldwijde zondvloed?’ van het boek Klaar voor een Antwoord reikt auteur David R. Reid argumenten aan vanuit verschillende invalshoeken. Het vorige artikel ging over de Bijbelse argumenten die wijzen op het wereldwijde karakter van de zondvloed. Nu gaan we kijken naar geologische argumenten die in diezelfde richting wijzen. In deel 3 gaan we kijken naar argumenten vanuit de fossielen die de zondvloed heeft achtergelaten.
Wetenschappers die in de evolutie geloven, nemen aan dat de geologische kolom, een theoretische voorstelling van veronderstelde opeenvolging van de steenlagen in de aardkorst, en daarin aangetroffen fossielen, wijzen op een geleidelijke evolutie, die zich over een zeer lange tijd heeft uitgestrekt (zie de tabel in hoofdstuk 10). Wetenschappers die de Schrift hoogachten, geloven dat de steenlagen primair werden gevormd tijdens de zondvloed, omdat minstens 75% van het zichtbare aardoppervlak bestaat uit afzettingsgesteente, wat gevormd is in water. Met andere woorden, deze steenlagen werden in betrekkelijk korte tijd gevormd en de fossielen in deze steenlaag wijzen op dood door de zondvloed, beslist niet op evolutie.
De vorming van de gesteentelagen wijst op een wereldwijde zondvloed
De opbouw van de lagen gesteente
Minstens 75% van het zichtbare oppervlak van de aarde is afzettingsgesteente uit bewegend water. Tenminste 95% van de fossielen is gevonden in deze afzettingsgesteenten. Dat zo grote delen van de aarde bedekt zijn met afzettingsgesteenten is een sterke aanwijzing voor een wereldwijde zondvloed.
De eigenschappen van steenlagen
Afzettingsgesteenten
Over de gehele aarde liggen op heel veel verschillende plaatsen de lagen afzettingsgesteenten door elkaar heen. Soms zijn de lagen in vloeiende lijnen licht gebogen, soms helemaal samengevouwen, zonder een enkele scheur of breuk. Het lijkt alsof een reus in een speelse bui allerlei gekleurde lagen van boetseerklei op elkaar heeft gelegd en daarna alles heeft dubbelgevouwen. Uit onze kinderjaren weten we nog dat de boetseerklei alleen verbogen kan worden als zij nog zacht is. Maar ook enorm grote steenlagen kunnen alleen maar gebogen of zelfs dubbelgevouwen worden als ze nog zacht zijn. Dat we ze in lagen op elkaar dubbel gevouwen aantreffen, betekent dat ze alle op een bepaald moment nog zacht en vervormbaar geweest moeten zijn. Dit kan alleen het geval zijn geweest kort na de zondvloed. Als er eerst een steenlaag zou zijn opgebouwd in een tijdbestek van miljoenen jaren en er pas na een lange tussentijd een tweede steenlaag eveneens in een tijdsbestek van miljoenen jaren opgebouwd zou worden, en zo verder, met steeds lange tijdsperioden tussen elke twee lagen, dan zouden de inmiddels uitgeharde steenlagen gescheurd en gebroken zijn wanneer ze door tektonische aardbewegingen over en in elkaar terecht zouden komen. Het is onmogelijk vloeiende golven en vouwen te krijgen in gesteentelagen die al verhard zijn.
Rolstenen
Rolstenen zijn ruwe steenblokken, die door langdurig door het water te zijn meegevoerd, afgeronde vormen kregen. Het voorkomen van rolstenen in de hele geologische kolom geeft duidelijk aan dat er een krachtige werking van water was gedurende de hele tijd dat de kolom werd opgebouwd. Dit is opnieuw een sterk argument voor de wereldwijde zondvloed. Het is onmogelijk rolstenen te verklaren vanuit een zich over vele miljoenen jaren uitstrekkende geleidelijke opbouw van steenlagen.
Insluitsels
De meeste dode bomen en dieren worden geen fossielen. Hiervoor is een snelle bedelving onder zwaar sediment vereist, waardoor ze volkomen van de buitenlucht worden afgesloten. Anders zal het dode object geheel wegrotten en juist niet gefossiliseerd worden. Dat er in alle geologische steenlagen ingesloten fossielen zijn is alleen te verklaren door de wereldwijde zondvloed en het daarna snel weer droogvallen van de aarde.
Aaneengesloten steenlagen
Overal op de wereld sluiten de diverse steenlagen met duidelijke scheidslijnen mooi op elkaar aan. Nergens is er erosie aangetroffen. De enige verklaring hiervoor is snelle vorming van de steenlagen. Als er lange tijd tussen had gelegen, zou er juist overal oppervlakte-slijtage te zien zijn.
Uitgeslepen dalen dwars door verschillende steenlagen
De kronkelende rivieren, die de op elkaar gestapelde gesteentelagen doorsnijden (de zogenaamde ‘ingesloten meanders’), leveren verder bewijsmateriaal voor het snel inkerven van nog zeer zacht gesteente. Een langzaam inkerven gedurende vele miljoenen jaren is een onmogelijkheid. In hard gesteente kan een rivier een slingerend pad uitslijpen. Rotskloven, zoals de Grand Canyon, moeten betrekkelijk snel worden gevormd door uitslijten van nog zacht bezinksel door een zeer groot watervolume, wat er met zeer hoge snelheid doorheen stroomt. Dit kan alleen tijdens de zondvloed zijn gebeurd.
Nog maar kortgeleden, in 1980, ontstond door de vulkanische uitbarsting van de Mount Saint Helens in minder dan één week een rotsmassief van 65 km2. In de toen nog zachte as werd door een modderrivier een diep dal uitgeslepen. Dit is een prachtige illustratie van wat wereldwijd door de zondvloed gebeurd is.
Overal dezelfde opbouw in rotsformaties
Op de hele aarde voorkomende rotsformaties bevatten alle op elkaar gestapelde steenlagen dezelfde fossielen en ook dezelfde materialen. Dit toont aan dat elke laag van elke rots niet alleen vanuit dezelfde bron afkomstig moet zijn, maar ook dat dit soort rotsvorming overal op de wereld tegelijkertijd heeft plaatsgevonden. Ook hiervoor is de enige verklaring een wereldwijde overstromingsramp; de Bijbelse zondvloed. We geven twee voorbeelden van de geweldige afmetingen van de rotsformaties: de Dakotaformatie in West-Amerika beslaat een oppervlakte van meer dan 5 miljoen km2 en de Morrisonformatie, wat zich uitstrekt van Canada tot in Texas, minstens 10 miljoen km2. Geen enkele plaatselijke overstroming kan zulke opeenhopingen van afzettingsgesteente teweeg brengen.
Overal veel waterige insluitsels
Over de hele wereld vindt men modderige aardlagen. Deze zijn ontstaan toen modderstromen plotseling werden ingesloten door lagen van al verder uitgehard afzettingsgesteente. Dit alles moet heel snel zijn gegaan. Het heeft geen miljoenen jaren kunnen duren, maar moet een kwestie zijn geweest van op zijn hoogst enkele uren. Alweer een argument van de historiciteit van een wereldwijde overstroming; de zondvloed.
Dit artikel gaat verder met deel 3: Paleontologische argumenten.

