Vraag
Ik heb een vraag over Genesis 3, want daar staat dat de slang als straf door het stof moest kruipen. Moet je dat opvatten als dat de slang eerst pootjes heeft gehad en is dat dan een bewijs voor de evolutietheorie? Ik had het aan onze dominee gevraagd en die heeft mij naar jullie doorgestuurd.
Antwoord
De slang uit Genesis 3 en zijn straf is ‘op uw buik zult gij gaan en stof zult gij eten, zolang gij leeft.’ (NBG vertaling) Je vraag is of je dit moet opvatten als dat de slang eerst pootjes heeft gehad en of dat dan een bewijs is voor de evolutietheorie.
Ik zal proberen je een eindje op weg te helpen met deze vraag, die misschien wel nog veel meer vragen aangaande het geloof in de Here Jezus Christus herbergen. Zelf ben ik bioloog en zeker geïnteresseerd in dit soort vragen. De studie in de biologie heeft mij niet van het geloof af gebracht, vanwege de evolutietheorie of zo. Integendeel. Maar ik heb ook ontdekt, dat dit soort vragen niet zomaar met biologische kennis of wetenschappelijke kennis in het algemeen zijn op te lossen. Dat komt aan de ene kant doordat ons kennen en weten beperkt is, maar aan de andere kant speelt ook, dat in de Bijbel er sprake is van steeds verdere openbaring. Het vervolg, maar ook wat voorafgaat aan deze vloek (van jouw vraag) over de ‘slang’ laat daar al iets van zien. Er staat nog veel meer en dan komt al naar voren, dat het niet zomaar een slang is als biologische soort, zoals we nu slangen kunnen bestuderen. Om met die biologie te beginnen: een bewijs voor de evolutietheorie is het zeker niet, want deze theorie moet zou juist moeten verklaren hoe dieren poten kregen. Het verliezen van poten zou juist degeneratie zijn. De biologische vraag die bij mij dan opkomt is: zouden slangen – in het algemeen – nog erfelijke informatie bevatten voor de aanleg van poten? En wat is dan de erfelijke insteek of deze aanleg wordt onderdrukt, of dat het genenpakket voor poten verdwenen is. De Python heeft zogenoemde rudimentaire achterpoten. In de evolutietheorie wordt gesproken van rudimentair, omdat zulke structuren ooit meer waren, zoals echte poten. Ook dat rudimentaire structuren niet meer gebruikt worden, omdat ze geen nut (meer) zouden hebben. Dat staat biologische echter niet zomaar vast, want ze zijn als klauwen zeker van nut voor deze soort slangen. Maar voordat we hier een biologische benadering of verklaring, zeg maar als een intellectuele prestatie of spelletje, van een belangrijk Bijbelgedeelte gaan geven, moeten we wel de veel grotere betekenis van de Bijbelse boodschap niet over het hoofd zien.
Want waar gaat het dit Bijbelgedeelte van Genesis 3 over? Het is het waard dat zeer zorgvuldig te bestuderen en dan zijn we ook afhankelijk van de vertaling van de grondtekst en de bijbehorende interpretatie. Ik zou dan ook vragen wat de zondeval eigenlijk was of is en welke boodschap daaruit spreekt en het plan van God om de gevolgen ongedaan te maken door het werk van de Here Jezus Christus (de kern vindt je in Johannes 3:16). In de Christelijke Encyclopedie deel III (Kok, Kampen, 2005) op pag. 1922 staat een afbeelding van een prachtig fresco van Rafaël (1483-1520), waar het moment van de verleiding door de ‘slang’ is weergegeven. Het lichaam is wel slangachtig, maar hij heeft een menselijk gelaat en Adam en Eva zijn vol aandacht voor wat hij te vertelen heeft enz. Ik citeer verder uit de Studiebijbel Oude Testament, Bijbelcommentaar Genesis/Exodus (Centrum voor Bijbelonderzoek, red. en schrijvers M.J. Paul, G. van den Brink (niet Gijsbert), J.C. Bette. pag. 51: “Het gaan op de buik is een element van de vloek. Het is niet de bedoeling dat we speculeren hoe de slang er uit heeft gezien vóór die tijd. (…) Vanuit de latere openbaring weten we dat in de veroordeling niet slechts het dier bedoeld is, maar ook de boze macht erachter, de satan.”
Op mij geeft het de indruk, dat de slang (nachasj, zoals in Gen.3:1; Ex.4:3) maar elders in het Hebreeuws nog tal van ander soorten, die we duidelijke soortnamen kunnen geven (Bijbelse Encyclopedie p. 684) afhankelijk van de context listig of sluw wordt genoemd, of voorzichtig en schrander. Een kruipende herinnering aan het grote gebeuren van Genesis 3. Als biologen naar slangen kijken, dan zijn het zeer interessante dieren met hun eigen betekenis in de orde van de Schepping, in het ecosysteem, maar ook wat hun gedrag betreft: ze moeten wel voorzichtig en sluw zijn om prooien te bemachtigen die eigenlijk veel groter zijn dan zijzelf. Al zijn een deel van de slangen giftig: daar moet je extra voor uitkijken. De Here Jezus stelde zijn leerlingen al de vraag: “welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om een vis vraagt, zal hij hem toch geen slang geven” En dat gaat om gebedsverhoring (Matteus 7:7-11). En “Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven; weest dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven” (Mat. 10:16)(NBG).