Heeft u de zomervakantie nog niet geboekt? Dan is het wellicht een idee om naar Duitsland te gaan en een bezoek aan de Harz te brengen. Dit gebergte ligt slechts vier uur rijden van de Nederlandse grens.

Op de laatste vrijdag en zaterdag van april was ik samen met een groepje geïnteresseerden op geologie-excursie in de Harz. De excursie stond onder leiding van de ervaren en belezen drs. Hans Hoogerduijn. Tijdens de excursie waren waardevolle discussies waardoor we met nieuwe inzichten maar toch ook met veel vragen weer terug naar huis gingen. Over deze excursie zal door mijn Nederlandstalige mede-creationisten nog veel gesproken en gediscussieerd worden. Want bij welke creationistische werkhypothese passen de waarnemingen nu het beste?

Ik kon pas op vrijdag afreizen, maar de rest van de groep al de dag daarvoor op excursie gegaan. Van de groep hoorde ik enthousiaste verhalen over de gipsgroeve die een belangrijke plaats heeft in de zogenoemde zoutdiscussie onder Nederlandstalige creationisten. Ook hoorde ik van een bezoek aan de Solhop Berg ten noorden van Seesen. Hier werd een Rotliegend landschap bezocht. Volgens onze gids drs. Hoogerduijn kenmerkt dit landschap zich door conglomeraten en eolische afzettingen. Het zijn volgens hem afbraakproducten van de Variscische gebergten. Omdat het afbraakproducten betreffen van gebergten moet ten tijde van van de vorming van deze lagen volgens de gids, die verdediger is van het zogenoemde rekolonisatiemodel1, de zondvloed al zijn afgelopen. De roodkleuring is en teken van atmosferische oxidatie. Drs. Hoogerduijn ziet het Rotliegend als een belangrijk argument voor het rekolonisatiemodel.2
Op vrijdag begonnen we met een bezoek aan een diabaasgroeve ten noorden van het dorpje Zorge. De documentatie, die Hans van tevoren had gemaakt, geeft aan: “Diabaas is een vulkanisch gesteente dat onder water in een marien milieu is uitgestroomd en in gestolde vorm een soort basalt vormt. Alleen is onder invloed van het zeewater de samenstelling van het basalt veranderd: het witte mineraal plagioklaas is omgezet in albiet en het zwarte mineraal pyroxeen in groen chloriet.”3 Interessant om te bekijken.


Een ander punt wat interesse wekt is de Gabbro groeve bij de Bärensteinberg. Gabbro is een keihard gesteente dat gebruikt wordt voor de wegenbouw. Het is ook een uniek gesteente omdat het een dieptegesteente is. Volgens de uitleg was het “oorspronkelijk een onderdeel van de continentale onderkorst”.8 Wat een geweldige krachten moeten er een rol gespeeld hebben bij het opstuwen van deze onderkorst.
We gaan nog meer interessante locaties langs (zoals het Kellwasserdal, met een uitstervingsgolf in het Devoon, en het Iberg-Winterberg ‘rif’, een rifstructuur waarvan het zeer onwaarschijnlijk is dat deze in situ is) maar het voert te ver om dat in dit korte verslag te bespreken. Op zaterdag bezoeken we nog enkele groeves in het midden en het zuiden van de Harz. Dit gebied bestaat voor het grootste deel uit olisthostromen. De reisgids geeft: “Dit type afzettingen is ontstaan door stijging van het graniet aan het einde van het Carboon. Daardoor worden grote delen van de oorspronkelijke bekkenopvulling omhooggeduwd en opzij geschoven. Deze sedimenten vermengen zich en glijden naar het zuiden weg.”9 Dat moet een mega aardverschuiving geweest zijn! Nauwelijks voor te stellen. We bekijken de kaart die achterin de auto ligt. Als laatste bezoeken we de indrukwekkende Teufelsmauer, een verticaal staande aardlaag aan de rand van de Harz. De excursie wordt afgesloten in een lokaal museum. Daarna nemen we afscheid van de Harz en rijden terug naar huis. Deze excursie geeft onderweg genoeg stof tot nadenken, ook de komende tijd zullen Nederlandstalige creationisten hun hoofd nog wel even buigen over de bevindingen die opgedaan zijn.10 Als we alle waarnemingen overzien dan kunnen we wel de conclusie trekken dat het ontstaan van Harz past binnen een chronologie van veel geologisch geweld in een relatief korte tijd.
Voetnoten
- Voor een uitwerking van het rekolonisatiemodel (RKM) zie het niet gepubliceerde manuscript.: Hoogerduijn, J.E., Wit, J.R. de., 2009, Zoeken naar de zondvloed. Een grensverleggende speurtocht aller tijden (Urk: De Oude Wereld). Zie ook chronologie 2 uit een kader van dit artikel over een fossiele pinguïn: https://logos.nl/waggelden-er-pinguins-rond-leefomgeving-dinosauriers/.
- Hoogerduijn, J.E., 2017, Harztocht: een geologische excursie naar de Harz (niet gepubliceerd manuscript), p. 3-5.
- Ibid., p. 22.
- Ibid., p. 24-26.
- Ibid.
- De Oderteich is een 180 meter lange en 18 meter hoge stuwdam in de Oder.
- Ibid., p. 29-30.
- Ibid., p. 33-34.
- Ibid., p. 45-46.
- Over het Harz-gebergte is door creationisten vrijwel niets gepubliceerd. Dat maakt het extra interessant om ons er het komende jaar mee bezig te houden.
Erg leuk om enige geologie langs te zien komen, vooral omdat het geologische gedeelte (niet het tijdgedeelte) klopt. Dat geologische gedeelte zou creationisten [kunnen] bekeren. (…) De Variscische orogenese was in het Palaeozoicum, Devoon/Carboon/Perm/Trias, dus in de periode van 420 miljoen jaar geleden tot 200 miljoen jaar geleden, als gevolg van botsingen van Gondwana met andere continenten. [Zie:] https://de.wikipedia.org/wiki/Variszische_Orogenese
“Kellwasserdal, met een uitstervingsgolf in het Devoon” Het gaat over massa-uitsterven tegen het einde van het Devoon, 360 miljoen jaar geleden. [Zie hiervoor:] https://de.wikipedia.org/wiki/Kellwassertal#Geologie, https://de.wikipedia.org/wiki/Kellwasser-Ereignis [en]https://en.wikipedia.org/wiki/Late_Devonian_extinction#The_Kellwasser_event
“Als we alle waarnemingen overzien dan kunnen we wel de conclusie trekken dat het ontstaan van Harz past binnen een chronologie van veel geologisch geweld in een relatief korte tijd.”
Niets van het bovenstaande rechtvaardigt een dergelijke ‘conclusie’.
“Deze excursie geeft onderweg genoeg stof tot nadenken, ook de komende tijd zullen Nederlandstalige creationisten hun hoofd nog wel even buigen over de bevindingen die opgedaan zijn”
Deze excursie zou genoeg stof tot nadenken geven, omdat het duidelijk uit de geologie blijkt dat een zondvloed 4000 jaar geleden met dergelijk geweld er vlak na niet mogelijk is. Chronologie 2 uit https://logos.nl/waggelden-er-pinguins-rond-leefomgeving-dinosauriers zegt dat “Dit model stelt dat het Carboon leven bevat dat vóór de zondvloed voorkwam. Het Perm zou dan een afzetting zijn die afgezet is toen de aarde droog kwam te liggen, maar de ark zich nog op de bergen van Ararat bevond. Alles van ná Perm dateert van ná de zondvloed.” Dat klopt niet met de variscische orogenese. Een uitstervingsgolf in het Devoon van voor de zondvloed? Klopt het model van Hoogerduijn hier met Hoogerduijns handleiding en de geologie van de Harz?
Geachte Peter, hartelijk bedankt voor uw compliment en het delen van uw naturalistische mening over de Variscische orogenese en het Kellwasser event. Als laatste meent u op basis van een onderdeel van mijn artikel over pinguïns een contradictie te zien tussen het model van Hoogerduijn en het Kellwasser-event. In de kadertekst van het artikel is een foutje geslopen. Het betreft niet de aardlagen van het Carboon alleen maar de lagen Precambrium/Cambrium tot en met Carboon/Perm. Het artikel is op mijn verzoek aangepast. Hartelijk bedankt voor uw opmerking.
De Variscische orogonese vond tijdens de Zondvloed plaats. Onder water werd die gebergte t.g.v. sterke stromingen direct afgesleten, waarna onder water het Rotliegend en de lagen van het Mesozoïcum werden afgezet. Aan het eind van de Zondvloed trok het water zich terug, door het terugtrekkende water werden veel afgezette lagen van het Mesozoïcum weggeërodeerd en vormden zich onder water afgeschraapte schiervlaktes (Planation Surface) die daarna in de laatste fase van de Zondvloed t.g.v. terugtrekkend water ingesneden werden en er zo valleien ontstonden. Ondertussen werden deze gebieden opgeheven t.g.v. breuktektoniek en andere gebieden daalden en raakten opgevuld met sediment. Dit was dan in de periode Tertiar. De bovengrens van de Zondvloed bevindt zich dan aan het begin van het zogenaamde Pleistoceen, waarna zich de IJstijd plaatsvond.
Je kunt bij gebergtes vaak duidelijk de planation surface nog wel zien, bergtoppen zitten vaak op ongeveer dezelfde hoogte. Ook in de Duitse middelgebergtes als de Eifel, Hunsrück en het Zwarte Woud is dat duidelijk te zien. Op http://michael.oards.net/GenesisFloodRunoff.htm “Earth’s Surface Shaped by Genesis Flood Runoff” kun je lezen over hoe de huidige landschappen zijn ontstaan t.g.v. het zich terugtrekkend Zondvloedwater.
Dat het Rotliegend rood is, kan ook door andere chemische processen onder water zijn gebeurd. Bijv. heet en zuurstofrijk water dat afgezette lagen met ijzer rood doet kleuren.
@D Mast “Onder water werd die gebergte t.g.v. sterke stromingen direct afgesleten” Hoe kan dat? “De bovengrens van de Zondvloed bevindt zich dan aan het begin van het zogenaamde Pleistoceen, waarna zich de IJstijd plaatsvond” Dat is door Marcus Ross volstrekt duidelijk weerlegd.
@JvM, Een zondvloedbovengrens oo de grens Perm/Trias betekent dat alle evolutie van zoogdieren, vogels, = fdbedektzadigen na de zondvloed valt. Het concept baramin = families valt dan niet te handhaven. De geologie van de Harz had toch duidelijk moeten maken dat elk zondvloedscenario onmogelijk is als [je] het naast de geologische observaties legt. De ‘naturalistische mening’ is wat de geologie je vertelt. Voor het creationisme is in dit verslag van een geologieexcursie geen enkel argument te vinden. Er is alleen een creationistische mening, en dan moet de geologie daar maar met “veel geologisch geweld in een relatief korte tijd” aan voldoen. Dat [vind ik] jammer voor de geologie.
Michael Oards legt op http://michael.oards.net/PostFloodBoundary.htm waarom de bovengrens van de Zondvloed zich helemaal aan het eind bij het begin van het zogenaamde Pleistoceen moet liggen.
[…] Hierboven heb ik laten zien dat ik in de discussie met drs. Van den Berg uitga van twee werkmodellen. Het rekolonisatiemodel en het K/Pg-zondvloedmodel.8 Veel creationisten – maar niet alle – accepteren de geologische kolom in de zin van ‘accept the chronology, reject the timescale’.9 Uitgaande van deze geologische kolom denken creationisten die een rekolonisatiemodel verdedigen dat het Paleozoïcum (dus tot en met het Perm) zondvloedafzettingen zijn. Creationisten die een K/Pg-zondvloedmodel verdedigen gaan ervan uit dat ook de lagen van het Mesozoïcum tot de zondvloedafzettingen behoort. We merken hier dat er overeenstemming is over de aard van de zondvloed (het wereldwijde karakter), maar als het gaat om de vraag tot hoe ver de zondvloed reikt, is er discussie. Het lijkt erop dat de meeste creationisten het erover eens zijn dat het Paleozoïcum in ieder geval een zondvloedafzetting is.10 Hieronder wil ik beknopt een chronologie beschrijven over de Harz en het Kanaal vanuit de twee werkmodellen.11 […]
JvM schreef: “Als laatste bezoeken we de indrukwekkende Teufelsmauer, een verticaal staande aardlaag aan de rand van de Harz.” Bijgaand een foto van die “Teufelsmauer”
link 1: http://www.harzkaleidoskop.de/harz%20entstehung.htm
link 2: http://www.harzregion.de/files/rvh/downloads/geopark_infotafeln/lm9/09_Teufelsmauer%202015.pdf
Die kompakte Erdgeschichte des Harzes link: http://www.harz-seite.de/geologie.htm
JvM schreef: “Als we alle waarnemingen overzien dan kunnen we wel de conclusie trekken dat het ontstaan van Harz past binnen een chronologie van veel geologisch geweld in een relatief korte tijd.”
Dat blijkt toch helemaal niet uit hierbovenstaande links!