Het heelal, de ruimte in en buitenaards leven

by | dec 5, 2017 | Aardwetenschappen, Astronomie & Kosmologie, Biologie, Onderwijs

Ralph R. stelde enkele vragen aan de redactie. We vonden drs. Henk R. Murris bereid om de vragen te beantwoorden. Zowel de vragen als de antwoorden zijn hieronder te vinden.

Vragen

1. Mogen we met het oog op de Bijbel de ruimte in? Psalmen 115:16 zegt dat de hemel des HEEREN is, maar dat Hij de aarde aan de mensen gegeven heeft. Psalmen 37:11 zegt dat de zachtmoedigen de aarde erfelijk zullen bezitten. Vers 3 zegt dat we de aarde moeten bewonen en ons met getrouwheid moeten voeden. En zijn er niet nog meer teksten (in Genesis) die zeggen dat we de aarde moeten bewonen, bebouwen en regeren? Maar mogen we deze teksten zomaar naar nu vertalen? Of moet dat?

2. Mogen we in buitenaards leven geloven? Genesis 2 zegt: “des hemels en der aarde”. Zou God misschien leven van de Aarde naar een andere plaats in het heelal hebben gebracht?

3. Zijn er (wetenschappelijke) argument dat het heelal in zes dagen geschapen is? Zo niet, wat moeten we dan antwoorden op vragen hierover van evolutionisten?

Antwoorden

Beste Ralph, bedankt voor uw vragen. Het is het waard er goed over na te denken. Zelf ben ik bioloog met de mogelijkheid ook iets dieper te graven in de Schriften. Daarvoor put ik bijvoorbeeld uit de ‘Studiebijbel Oude Testament’ en ‘Studiebijbel Nieuwe Testament’ van uitgeverij Centrum voor Bijbelonderzoek te Veenendaal. Ook ben ik zelf al jarenlang bezig met de ‘problematiek’ rond de onderwerpen Schepping en/of evolutie en allerlei filosofische en natuurwetenschappelijke onderwerpen, die daarmee samenhangen. Het college, dat ik een tiental jaren af op de Evangelische Hogeschool noemde ik “oorsprongen – hete hangijzers”. Ik hoop dat u wat heeft aan de overwegingen van mij, die ik per vraag zal gebruiken voor ‘de’ antwoorden.

Met vriendelijke groet, Henk Murris

Mogen we de ruimte in?

Psalm 115 is een Psalm tot ere van God de Schepper, dan vooral zoals Israel Hem eer brengt en vers 16 verwijzend naar Genesis 1:28, dat de aarde de gegeven woonplaats van de mensen is en dat de hemel van de Heer is. Hier haal ik geen gebod of verbod uit. De stoffelijke aarde is inderdaad onze woonplaats in onze stoffelijke staat, zeker gezien wat bekend wordt in onze tijd over de verschrikkingen van de ruimte buiten de aarde – vraag maar aan Andre Kuipers. Om echter het onderscheid van wat wij zien als de (blauwe overdag of zwarte snachts) hemel, als de dampkring ook te zien als de hemel van de Here God, dat is wat al te ‘stoffelijk’ gedacht. In onze tijd ontdekken we hoe groots en enorm uitgestrekt het Heelal is, onbereikbaar voor ons mensen in onze stoffelijke staat. Dat zijn de ontdekkingen van onze tijd: ruimteschip Aarde is echt om te bewonen en het is dwaas om te menen dat het elders, Mars of zo, ook bewoonbaar is. Deze waarheid ontdekken we zo aan den lijfe. Zou het beter zijn om dat Heelal dan als hemel te zien? Maar dat is volgens mij ook ‘te stoffelijk’. De Hemel waar de Here God woont, gaat daar bovenuit – er zijn meerdere hemelen, Paulus spreekt van de derde hemel bijvoorbeeld. En de hemelse gewesten, waar de geestelijke strijd plaats vindt. Psalm 37 bevestigt dit alleen maar, net als de woorden van de Here Jezus in Matt. 5:5. Tot slot: de tekstgedeelten die je noemt zijn geen geboden of verboden of grensafpalingen. Wel aanwijzingen, die tot zegen zijn. De moeiten van de ruimtereizen in de praktijk ‘bewijzen’ dit alleen maar: ‘let op uw zaak lieve mensen, de Here God heeft de Aarde tot bewoning geformeerd, niet de onbewoonbare chaos daarbuiten. (naar Jesaja 45:18. Dus ik denk dat het is toegestaan om ‘de ruimte in te gaan’, al zullen we ontdekken dat we niet ver zullen komen. Daarnaast of daar boven uit: wat is de hemel in de zin van het ‘hiernamaals’? Dat is niet direct iets stoffelijks, net als het Koninkrijk van God / de hemelen. Dat is niet van deze Aarde, of deze wereld. Daar zullen we echter nog wel komen en een taak hebben, dat geloof ik.

Is er buitenaards leven?

In het ‘licht’ van de discussie tussen aanhangers van de evolutie en die van de Schepping is dat een interessant punt. Als ik als natuurwetenschapper en bioloog kijk naar het ‘raadsel van het ontstaan van leven’, dan kan ik er dit van zeggen: Zonder erfelijke informatie en ‘apparatuur’ om die erfelijk informatie te benutten, naast de benodigde precies gekarakteriseerde energie en zo nog wat meer, is stoffelijk leven onmogelijk. Niet onwaarschijnlijk, nee onmogelijk, want de chaotiserende werking van de warmtebeweging van de materie zelf vernietigt elk minuscuul begin, dat ‘vanzelf zou kunnen ontstaan’. Dat is de fysisch-chemische praktijk en stand van zaken op dit moment. De ingewijden weten daar echt wel van, maar toch worden er verhaaltjes ‘verkocht’ dat leven vanzelf kan ontstaan als er maar vloeibaar water is enz. Dat zijn nu echt de sprookjes van deze tijd, die helaas hun miljoenen verslaan.

De wetenschappelijke situatie is zo dat leven niet elders vanzelf kan ontstaan. Het enige argument eigenlijk is, dat het op aarde wel bestaat, dus moet het elders ook kunnen. Nu is de wonderlijke situatie dus eigenlijk omgekeerd geworden. Als je in Schepping en de Schepper gelooft, dan is het aan Hem of Hij besloten heeft ook elders leven te planten. Dus het zou mij niet verbazen, dat het elders in het Heelal ook voorkomt, voor mij is dat waarschijnlijker, omdat ik in de Schepping geloof. Dat de Aarde echter heel speciaal is, kan je in de Bijbel lezen. Daar komt het op aan het plan van God met de verlossing van de hele Schepping te begrijpen en daar spelen wij als verlosten des Heren ook een belangrijke rol. Het werk van de Here Jezus is op Aarde gedaan en voor ons, Zijn kinderen.

Zijn er wetenschappelijke argumenten voor de schepping van het heelal?

Het beste argument is dat het de mens is geopenbaard in Genesis. Daar zijn best goede Bijbelgetrouwe studies over, want geen mens heeft het gezien, wat er gebeurd is zoals in Genesis 1 -3 beschreven is. Heel veel van de discussies gaan over hoe en wat te zeggen of geloven van wat ons is overgeleverd in de Bijbel. Uiterst bijzonder dat boek Genesis! Natuurwetenschap, zoals wij dat nu kunnen bedrijven is afhankelijk van experimenten, die onze hypothesen moeten testen. Aanhangers van de seculiere en naturalistische wetenschappen willen echter van geen God of Schepper weten. Zij definiëren wetenschap, waarbij Ingrepen van buiten af niet zijn toegestaan. Zo is er onder hen een geheel nieuw model ontstaan van een 13,5 miljard jaar oud Heelal en een 4,5 miljard jaar oude aarde. Creationisten die met dit model van de big bang meegaan heten ‘oude aarde creationisten of theïstisch evolutionisten’. Tegenover deze worden dan de ‘jonge aarde creationisten’ geplaatst, die blijven bij het getuigenis van Genesis. Ooit zei een aardrijkskundecollega leraar tegen mij: “dus jij wil alle geologie in zesduizend jaar proppen?” Als je gewend bent steeds over miljoenen jaren te horen en uiterst langzame processen, dan heeft het zogenoemde uniformitarianisme zijn werk gedaan. Het uniformitietsprincipe stelt dat de processen van gebergtevorming, erosie etc. in hetzelfde tempo verlopen als we nu kunnen waarnemen. Maar in Genesis 6-9 wordt sober verslag gedaan van de gebeurtenissen van de Zondvloed. De zondvloed wordt in de visie van de ‘oude aarde’ weggeredeneerd als een plaatselijke catastrofe. Wat onze positie betreft doen we ook geologisch onderzoek, waarbij we ons proberen voor te stellen wat er toch gebeurd is bij de zondvloed en de eeuwen van heftige geologische verschijnselen daarna. Daar is wel meer over te vinden op de site van het Logos Instituut, of via links naar andere ‘creationistische’ sites van hoge kwaliteit.

Dus wat moet je antwoorden, dat is geen kort verhaal, maar er is veel te vinden. Ook over de vooronderstellingen en discrepanties van de (uniformitarische) dateringsmethoden. En dan de duizenden jaren waar het over gaat als ‘jong’ te betitelen komt dus voort uit de idee, dat ‘de’ wetenschap bewezen zou hebben dat de aarde ‘oud’ is. Het hangt een beetje af van de bril die je opzet om bijvoorbeeld bepaalde aardlagen te beoordelen. ‘Zie’ je uiterst langzame processen in gedachten, iets wat je niet experimenteel kan testen (de essentie van natuurwetenschap) en waar geen waarnemer bij stond. Of ‘zie’ je catastrofale processen in gedachten, iets wat je niet experimenteel kan testen (de essentie van natuurwetenschap) en waar geen waarnemer bij stond.