Inhoudsopgave
In de 150 jaar sinds de publicatie van Darwins On the Origin of Species is de evolutietheorie een algemeen geaccepteerde ontstaanstheorie geworden. Zoals evolutie onderwezen wordt door scholen en media lijkt ze de enige mogelijke adequate verklaring te zijn voor de oorsprong van de wereld en het leven. Hierdoor hebben veel christenen besloten de evolutietheorie in te passen in de Bijbel, welke spreekt over een bovennatuurlijke schepping. Het is echter een misvatting, zo betoogt Gert-Jan van Heugten, dat evolutie de enige houdbare verklaring voor de oorsprong van het leven zou zijn: het Bijbelse model blijkt zo gek nog niet.

“De keuze voor het model is bepalend voor de interpretatie van de feiten. Zowel evolutietheorie als het scheppingsmodel zijn paradigma’s. Ze kunnen bewezen noch ontkracht worden, maar de beide modellen kunnen wel worden gecontroleerd op hun voorspellende waarde en hoe goed ze de werkelijkheid beschrijven.”
Modelvorming
Alvorens beide modellen behandeld worden moet eerst gekeken worden naar de aannames die aan deze modellen ten grondslag liggen. Bij het evolutiemodel is dat het methodisch naturalisme. Dit houdt in dat de enige goede argumenten en conclusies bestaan uit een naturalistisch antwoord – het bovennatuurlijke (God) heeft niet ingegrepen. Het Bijbelse model heeft als basisaanname dat de Bijbel het woord van God is, en als zodanig een getrouw beeld schetst van de werkelijkheid – en in dit geval de ontstaansgeschiedenis.
De keuze voor het model is bepalend voor de interpretatie van de feiten. Zowel evolutietheorie als het scheppingsmodel zijn paradigma’s. Ze kunnen bewezen noch ontkracht worden, maar de beide modellen kunnen wel worden gecontroleerd op hun voorspellende waarde en hoe goed ze de werkelijkheid beschrijven. Hieronder volgen enkele voorbeelden.
Het fossielenbestand
In de aarde worden allerlei resten van organismen gevonden. De evolutietheorie voorspelt dat er een geleidelijke overgang zou moeten zijn van het ene naar het andere taxon. De Bijbel stelt dat God alle dieren ‘naar hun aard’ schiep, en dat de basissoorten dus niet uit één gemeenschappelijke voorouder zijn ontstaan. Hoewel er ongeveer een miljard fossielen zijn gevonden, waarvan er miljoenen te bezichtigen zijn in musea over de hele wereld, ontbreekt van de voorspelde overgangsfossielen elk spoor. Er is een handvol (vaak incomplete) fossielen die worden bestempeld als directe voorouder van bijvoorbeeld de walvis, vogel of mens, maar elk van deze fossielen brengt zijn eigen problemen met zich mee. De ruimte ontbreekt om hier te diep op in te gaan.1

“Het evolutiemodel voorspelt dat de sedimentlagen zich in de loop van miljoenen jaren hebben afgezet. De Bijbel spreekt van een korte maar heftige periode van catastrofisme – de zondvloed.”
De aardlagen
Het evolutiemodel voorspelt dat de sedimentlagen zich in de loop van miljoenen jaren hebben afgezet. De Bijbel spreekt van een korte maar heftige periode van catastrofisme – de zondvloed. Als heersende geologische ideeën kloppen, moeten er tussen de vorming van de aardlagen periodes van erosie zijn geweest, maar de aardlagen sluiten vaak naadloos op elkaar aan, zonder sporen van erosie. Een mooi voorbeeld hiervan is te zien in de Grand Canyon. Dit is echter exact wat men kan verwachten bij een wereldwijde vloed: door de filterende werking van het water ontstaat een nette sortering van lagen die op elkaar gedeponeerd zijn.2
De menselijke geschiedenis
In de Bijbel staat dat de wereld na de zondvloed werd bevolkt vanuit Noach en zijn zonen. Enkele honderden jaren later – bij de torenbouw van Babel – verspreidde de mensheid zich over de aarde. Het evolutiemodel stelt dat de mens of menselijke voorouders al tienduizenden jaren in afzondering leefden op verschillende continenten. Als het Bijbelse model klopt, kan men verwachten dat in de oergeschiedenis volgens de afzonderlijke volken en beschavingen dezelfde elementen terugkomen. Dit blijkt inderdaad het geval. Veel volkeren hebben een (vaak verbasterde) versie van de hof van Eden, het zondvloedverhaal en/of de toren van Babel.3
Dinosauriërs
Volgens de evolutietheorie zijn de dinosauriërs 65 miljoen jaar geleden uitgestorven. De eerste mensen verschenen pas enkele miljoenen jaren geleden ten tonele. Mensen en dinosauriërs zouden elkaar dus nooit in levenden lijve zijn tegengekomen. Uitgaande van de Bijbel zijn de dinosauriërs en mensen beiden op de zesde dag geschapen (de vliegende en zwemmende reptielen op de vijfde dag). Mensen en dinosauriërs zouden dus wel gelijktijdig geleefd hebben. Op alle continenten en bij zo ongeveer elk volk vinden we beschrijvingen van monsterlijke reptielen, samengevat onder de noemer ‘draak’. Deze draken lijken in veel opzichten op dinosauriërs. Behalve de mondelinge of schriftelijke overlevering zijn er ook verscheidene afbeeldingen gevonden van voor de 19e eeuw (de eeuw waarin dinosauriërs werden ontdekt), die deze dieren accuraat afbeelden.4

“Uitgaande van de Bijbel zijn de dinosauriërs en mensen beiden op de zesde dag geschapen (de vliegende en zwemmende reptielen op de vijfde dag). Mensen en dinosauriërs zouden dus wel gelijktijdig geleefd hebben.”
Genetica
In de Bijbel staat dat Adam en Eva ‘zeer goed’ werden geschapen, en dat ze bij de zondeval onder de vloek van God kwamen. Hieruit valt op te maken dat het genoom van de mens (en waarschijnlijk al het leven) langzaam maar zeker verarmde.5 De evolutietheorie stelt dat het leven qua genetische complexiteit een opwaartse trend laat zien. Veel wat echter als evolutie wordt aangehaald in de wetenschappelijke literatuur, schoolboeken en de media laat juist een verarming van genetisch materiaal zien. Deze mutanten kunnen soms een voordeel hebben waardoor ze overleven in een bepaalde situatie. Dit evolutionaire voordeel gaat echter in veel gevallen gepaard met een verlies aan informatie.6
Model versus model
In de schepping/evolutie-discussie wordt vaak een oneerlijk kunstmatig voordeel gecreëerd door het evolutiemodel te bestempelen als wetenschap, en het scheppingsmodel als religie. Beide modellen zijn echter gelijkwaardig, daar beide modellen stoelen op aannames. De modellen dienen vervolgens op waarde beoordeeld te worden door deze aannames te bekijken, en door de voorspellende waarde van beide modellen te vergelijken.
Maar hoe zit het dan met…?
Een enkel artikel is veel te beperkt om alle argumenten en tegenargumenten te behandelen. En er zijn ook observaties die beter verklaard worden aan de hand van het evolutiemodel. Het is mijn opzet met dit artikel om u als lezer te laten nadenken over welke theorie u onderschrijft en welke aannames daaraan ten grondslag liggen. Het is dan ook mijn hoop dat u Paulus’ advies aan de gemeente in Thessaloníki ter harte zult nemen: Onderzoek alles, behoud het goede. 7.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen van www.geloofenwetenschap.nl.
Voetnoten
- Carl Werner, Evolution: the Grand experiment; Carl Werner, The Fossil Record; Jonathan Sarfati et. al, Hoe bestaat het?
- Jonathan Sarfati et. al, Hoe bestaat het?
- Tjarko Evenboer, De Wereldwijde Vloed
- Darek Isaacs, Dragons or Dinosaurs?
- De geslachtslijst in Genesis 11 laat deze trend mooi zien in de afnemende leeftijden van de generaties van Sem tot Terach, de vader van Abraham.
- Peter Scheele, Degeneratie: het einde van de evolutietheorie
- 1 Thessalonicenzen 5:21