Het bittere conflict: Schepping en evolutie

by | dec 28, 2015 | Bijbel, Theïstisch evolutionisme vs. creationisme, Theologie

Zoals wij hier bij elkaar zitten, zijn wij allemaal – in meer of mindere mate- besmet met de tijdgeest. De tijdgeest is het geheel van opvattingen over wat mensen voor normaal en geaccepteerd houden. Seculiere mensen zijn nog al eens geneigd een discussie af te kappen met de opmerking: Dat is toch niet meer van deze tijd! Lekker makkelijk is dat, dan hoef je niet meer met argumenten te komen. Toen ik in Amsterdam werkte op een school voor christelijk onderwijs zei ik eens tegen een collega dat ik niet in evolutie geloofde. Deze collega barstte prompt in schaterlachen uit. Argumenten kwamen er niet aan te pas. Wat ik zei was gewoon niet van deze tijd. Klaar. Simon Rozendaal, wetenschapsredacteur van Elsevier schreef eens dat hij niet eens meer wil praten met christenen die niet in evolutie geloven. Dat vindt hij verspilling van zijn tijd. Minister Plasterk zei in het programma Witteman en Pauw: De evolutietheorie is afdoend bewezen. Gezien de bewijzen twijfelt niemand daar nu toch nog aan. Plasterk zei niet wat er bewezen was. Niemand vroeg er ook naar. Mijn eerste vraag zou zijn: wat is er nu eigenlijk bewezen? Evolutiegeleerden verschillen immers op elk kernpunt onderling van mening. Hoe kan dat als de zaak bewezen is? Het begint al met het begin van het leven. De een houdt het op een Big Bang, de ander op een chemische oersoep, een derde op spontane generatie. Wat is er dan bewezen? Zolang wetenschappers totaal verschillende verklaringen geven voor dezelfde waarnemingen is er niets bewezen.

Elsevier_betere_ziekenhuizen.elsevier

“Simon Rozendaal, wetenschapsredacteur van Elsevier schreef eens dat hij niet eens meer wil praten met christenen die niet in evolutie geloven. Dat vindt hij verspilling van zijn tijd.”

Bewijsvoering en waarheid

Waarheid hangt niet altijd af van onze bewijsvoering. Wij kunnen niet bewijzen dat God bestaat. Is daarmee bewezen dat God niet bestaat? Nee, want wij kunnen evenmin bewijzen dat Hij niet bestaat. Let er ook op dat wetenschappers continu veranderen van opvatting. De wetenschappelijke waarheid van heden is de leugen van morgen. De wetenschappelijke consensus van vandaag is over tien jaar weer anders. Met deze constatering komt ook vast te staan dat overtuigingen die we niet kunnen bewijzen, zoals het bestaan van God, nog niet onwaar zijn. Dat bestaan is namelijk niet afhankelijk van onze bewijsvoering. Als we iets niet kunnen bewijzen volgt daaruit nog niet dat het niet bestaat. Christenen veranderen daarin niet van opvatting, maar wetenschappers veranderen continu van opvatting. Het valt mij op dat zij voor steeds grotere vraagstukken komen te staan. Ik heb de indruk dat de twijfel toeneemt. Antwoorden worden steeds gezochter en de toevalsfactor neemt onwaarschijnlijke proporties aan.

Het zelfbevestigende karakter van een cultuur

Als je van jongs af aan op school en buiten school alleen maar evolutie, evolutie, evolutie hoort word je gehersenspoeld. En hiermee stuiten we op een belangrijk kenmerk van de tijdgeest. De tijdgeest werkt zelfbevestigend. Herbert Marcuse, in de jaren zestig van de vorige eeuw een heel bekende filosoof, noemde dat “het affirmatieve karakter van de cultuur waar we in leven”. Dat is dus: zelfbevestigend, en heel eenvoudig gezegd: we praten ons zelf graag naar de mond. En we passen ons net als kameleons graag aan. Als het om de tijdgeest gaat, gedragen veel mensen zich als kameleons. We nemen graag de kleur aan van onze omgeving en vallen liever niet buiten de boot. We praten mee of op z’n best zwijgen we. Het is heel moeilijk om opvattingen uit te dragen die regelrecht tegen de heersende cultuur ingaan. De groepsdruk is groot. De mainstream is dat abortus een recht is, emancipatie een bevrijding is en euthanasie onnodig en ondraaglijk lijden beëindigt. Het ontbreekt aan grondige zelfkritiek en zelfonderzoek. We moeten de tijdgeest niet kritiekloos volgen.

De Bijbel spreekt over het Schema van de wereld, het denkraam van de wereld, het kader waarbinnen de wereld denkt en oordeelt, en Paulus waarschuwt ons dit denkraam niet over te nemen. In Romeinen 12: 2 schrijft Paulus: “En wordt deze wereld niet gelijkvormig”. Volgens de Kanttekening staat er in het Grieks: “Wordt deze eeuw niet gelijkvormig”. Vertaald naar onze tijd: Pas je niet aan op de tijdgeest. De Kanttekening vermeldt verder: Deze wereld ligt in het boze en daarom moeten we de vorm, de gedaante van die wereld niet over nemen. Calvijn schrijft hetzelfde in zijn Institutie bij deze tekst. “Wij worden hier vermaand om ons niet te voegen naar de gedaante en het wezen van deze wereld.” Met andere woorden: wij moeten ons het denkschema van deze wereld, de tijdgeest, niet eigen maken.

Tijdgeest gestempeld door Verlichting

De tijdgeest is gestempeld door de Verlichting. Seculieren vinden dat andersdenkenden, vooral moslims en christenen, hoog nodig door de wasmachine van de Verlichting heen moeten. Dan worden het eindelijk rationele mensen die elke waarheid relativeren, alles tolereren en geloven in mensenrechten. Een kernwaarde van de Verlichting is rationaliteit en vertrouwen op wetenschap. Wetenschappelijk denken bestaat uit waarnemen, proeven opzetten, observeren, meten. Verlichtingsfilosofen, zoals Voltaire en Diderot, zagen de nieuwe stijl van denken als een kans om af te rekenen met het Bijbelse scheppingsverhaal. Vanaf het allereerste begin heeft de Verlichting zich gekeerd tegen kerk, Bijbel, en Schepping. Tot aan de Verlichting was het Bijbelse kader de basis voor een geschiedverhaal. Maar Voltaire schrijft een boek en begint niet bij de schepping, maar bij het oude China, India, Perzië en Arabië. Daar is niets op tegen, maar Voltaire had er een antichristelijke bedoeling mee. Die kernwaarde heeft ons onmetelijk ver gebracht. De iPad b.v. is een geniale uitvinding.

evolutie van mijn denken - de denker, rodin

“De tijdgeest is gestempeld door de Verlichting. Seculieren vinden dat andersdenkenden, vooral moslims en christenen, hoog nodig door de wasmachine van de Verlichting heen moeten. Dan worden het eindelijk rationele mensen die elke waarheid relativeren, alles tolereren en geloven in mensenrechten. Een kernwaarde van de Verlichting is rationaliteit en vertrouwen op wetenschap.”

De keerzijde is dat elke wetenschap uitgaat van veronderstellingen en geneigd is de door ons gewenste uitkomst te krijgen. We zijn immers graag op zelfbevestiging uit. Dat leidt nog al eens tot tunnelvisie, ook in de wetenschap, alle rationaliteit ten spijt. Een heel bekend voorbeeld is de wolf die terug zou zijn in Nederland. Drie gerenommeerde wetenschappelijke instituten stelden vast dat het beest vanuit de Karpaten in Nederland terecht was gekomen en hier door een auto was overreden. Het Journaal bracht dit nieuws als een feit. De wolf was terug in Nederland. Later bleek het beest twee kogelgaten in de huid te hebben en uit Polen te komen. Iemand heeft het beest vermoedelijk hier aan de kant van de weg gelegd. Wetenschappers hebben de kogelgaten over het hoofd gezien omdat ze vanuit een tunnelvisie werkend er niet op gelet hebben. Tunnelvisie komt veel voor, denk maar aan blunders bij politie en rechtbanken. Maar de wetenschap lijdt er net zo goed onder.
Wetenschap is dus niet onfeilbaar:
(1) tunnelvisie komt veel voor
(2) hypothesen zijn de grondslag
(3) uit dezelfde waarnemingen worden verschillende conclusies getrokken

Niemand is aanwezig geweest bij de Schepping. Christenen niet en evolutiegeleerden niet. Dat zou iedereen tot enige bescheidenheid moeten brengen. De wetenschappelijke methoden falen hier. Nabootsing van het ontstaan van het leven in een laboratorium is niet mogelijk. Waarneming van wat er is gebeurd door proeven te doen zijn tot op heden uitgesloten. Wetenschappers kunnen het weer voor over een week nog niet eens nauwkeurig voorspellen. Toch doet men wel stellige uitspraken over wat een paar miljard jaar geleden zou zijn gebeurd. Het is zelfs zo erg dat de christen zijn mening achter de voordeur moet houden. Het openbare terrein is aan de burger, die zogenaamd neutraal is.

Wij zijn allemaal min of meer besmet met de tijdgeest. Er bestaat een tegengif. Het tegengif is dagelijks nauwgezet de Bijbel bestuderen. De Bijbel staat altijd haaks op wat mensen vinden, staat haaks op de tijdgeest, op elke cultuur, altijd, in elke eeuw. Vertrouwd raken met het schema van de Bijbel kan ons behoeden voor zelfbevestiging.
Dan moeten we dus wel actief worden en gaan lezen. Veel christenen wapenen zich onvoldoende tegen de tijdgeest en passen zich aan de tijdgeest aan. Maar lezen is uit de tijd. Ook onder christenen wordt steeds minder gelezen, laat staan dat er in de Bijbel gelezen wordt Dat blijkt bij uitstek als het gaat om evolutie. Veel christenen vinden het volstrekt achterhaald om Genesis 1 serieus te nemen als het gaat om een verklaring van de herkomst van de mens.

boring

“Dan moeten we dus wel actief worden en gaan lezen. Veel christenen wapenen zich onvoldoende tegen de tijdgeest en passen zich aan de tijdgeest aan. Maar lezen is uit de tijd.”

Christenen die de evolutie onderschrijven

Anne van der Meiden, emeritus-hoogleraar en opgegroeid in een orthodox-protestants gezin zegt: “Je kunt heel goed een gelovig mens zijn en niet in het scheppingsverhaal geloven. Calvijn geloofde dat ook niet”.
Ds. Nico ter Linden schrijft: “Het is idioot om het scheppingsverhaal tegenover de evolutieleer te stellen”.
Andries Knevel gaf een verklaring uit aan zijn kinderen en kijkers waarin hij zich verontschuldigde voor het feit dat hij vroeger in een schepping van zes dagen van 24 uur had geloofd en die boodschap had uitgedragen.
Willem Breedveld, redacteur van het christelijke dagblad Trouw vroeg zich af hoe orthodoxe christenen het voor elkaar kregen hun verstand op nul te zetten en of ze wel in staat waren de Bijbel goed te lezen.
Ds. P. de Jong, voorheen predikant in Rotterdam-Delfshaven, vindt het “onzinnig” om vast te houden aan een schepping in zes keer 24 uur. Verzet tegen de evolutie stuit alleen maar op weerstand, ongeloof en spot, stelt hij.
Benno van den Toren, hoogleraar Protestantse Theologisch Universiteit Groningen stelt: Genesis 1 kan gelezen worden in relatie tot de evolutietheorie.

Wie bovenstaande uitspraken van christenen leest, denkt onwillekeurig aan het woord van Kuyper: evolutie is als een hypnose.
Dat is jammer. En het is ook niet nodig. De Bijbel biedt wel degelijk ook een samenhangende uiteenzetting over het ontstaan van aarde en mens. Een uiteenzetting die zich ook leent voor rationeel onderzoek. Maar het denkkader is geheel anders dan dat van de wetenschap. Het heelal is een ontwerp van God. Het ene kader is dat van de autonome mens. Het andere kader is dat van de afhankelijke en beperkte mens.

Genesis 1-3: zijn de dagen tijdperken?

Wat lezen we in Genesis 1-3 en hoe interpreteren we dit? Laten we eerst aandacht geven aan de scheppingsdagen. Veel seculieren en christenen hebben moeite met een Schepping in zes dagen. Dat kan toch niet? Nee, die dagen staan voor tijdvakken, voor perioden van miljoenen jaren. Kunnen we aantonen dat Genesis dagen bedoelt zoals wij die kennen? Ja, dat kan. God is eeuwig en almachtig. Als we niet uit gaan van wat de Bijbel zegt, namelijk dat God eeuwig en almachtig is, lopen we vast in de Bijbel. Hij spreekt en het staat er, Hij gebiedt en het is er. Een almachtig God is natuurlijk in staat het heelal in zes dagen te scheppen. Zo Hij gewild had, had dit ook in een tel kunnen gebeuren. Maar dat is niet het geval. En de reden daarvoor lezen we in het vierde gebod. Zes dagen moet de mens werken, want in zes dagen heeft de Heere hemel en aarde gemaakt. Die zin gaan we nader ontleden.

De mens moet zes dagen werken. Niemand zal betwisten dat hier dagen van 24 uur worden bedoeld. Gewone dagen zoals wij die kennen. Daar achter komt dan de opmerking dat God het heelal in zes dagen heeft geschapen. En die twee worden gelijkgeschakeld met het woord “want”. Dit woord “want” maakt het onmogelijk om in het eerste deel van de zin dagen van 24 uur te lezen en in het tweede deel van de zin perioden. Anders zou er grote onzin staan en als we dat geloven kunnen we de Bijbel net zo goed dicht slaan en terzijde leggen. Als we nu wel gewoon ons verstand gebruiken, zoals Verlichtingsmensen zo graag willen, en volgens de regels van de grammatica zoals Willem Breedveld graag wil, dan staat hier niet anders dan dat de scheppingsdagen gelijk zijn aan werkdagen en dus 24 uur omvatten. Wie er wat anders van maakt, maakt er wartaal van. De vergelijking die het vierde gebod maakt tussen werkdagen en scheppingsdagen gaat toch totaal mank als het een een dag is zoals wij die kennen en het ander een periode van miljoenen jaren? Dat zou nergens op slaan. En daarom zeg ik tegen Willem Breedveld: wij kunnen wel degelijk lezen. En richting Andries Knevel: Besef je wel dat dan ook het vierde gebod in de prullenbak verdwijnt? De reden die God had voor een schepping van zes dagen, was dat hij ons het ritme van een week wilde geven waarin arbeid wordt afgewisseld met rust. De Bijbel is een coherent, logisch, samenhangend geheel. Als je ergens een steen los wrikt, gaat elders het gebouw inzakken. We hoeven het niet alleen met dit gegeven te doen.

Het Hebreeuwse woord voor dag is “yôm”. En het is dit woord dat zowel in Genesis 1 staat als in het vierde gebod. Opnieuw: het is niet logisch als het woord “yôm” de ene keer op een gewone dag slaat en een andere keer op een tijdvak. Het begrip yôm is een sleutelwoord. De link die het vierde gebod legt met Genesis 1 is zodanig dat er geen ruimte ontstaat om yôm in de werkweek letterlijk op te vatten en in de scheppingsweek figuurlijk. We kijken naar Numeri 7. In dit hoofdstuk worden voorschriften gegeven voor het brengen van offers op verschillende dagen. De wijze waarop de dagen in het Hebreeuws worden weergegeven is exact hetzelfde als in Genesis 1. Toch is er niemand die beweert dat de dagen in Numeri 7 perioden zijn. Wie denkt dat de scheppingsdagen geologische tijdperken zijn geweest, moet aanvaarden op grond van gevonden fossielen, dat dood, lijden, ziekte en bederf altijd al hebben bestaan, ook voor de schepping van Adam. Dit strijdt met Genesis 1:3 waar staat dat “God zag al wat Hij gemaakt had en zie het was zeer goed’. Het strijdt ook met de aankondiging van de dood als straf op de zonde van de mens. Zorgvuldig lezen van de tekst kan maar tot één conclusie leiden: wat er staat is letterlijk bedoeld. We moeten niet de weg opgaan om alles wat niet spoort met onze tijdgeest weg te redeneren, zoals we doen met gelijkheid tussen man en vrouw, homoseksualiteit, het bestaan van de hel. Op een gegeven moment horen we dan niet meer de stem van God, maar onze eigen stem die als een echo terug komt omdat we de Bijbel laten buikspreken.

calvijn.wikipedia

“Er is onder critici die ik genoemd heb ook veel gemakzucht en zelfingenomenheid. Neem nu eens Anne van der Meiden die beweert dat Calvijn geen punt van de scheppingsdagen zou maken. Niet gehinderd door kennis van zaken roept men maar wat en praat men elkaar na. Daarom wek ik u op om niet zo maar op gezag van anderen iets te geloven, maar zelf op onderzoek te gaan. Doe dat ook met mijn verhaal.”

Wat zegt Calvijn werkelijk?

Er is onder critici die ik genoemd heb ook veel gemakzucht en zelfingenomenheid. Neem nu eens Anne van der Meiden die beweert dat Calvijn geen punt van de scheppingsdagen zou maken. Niet gehinderd door kennis van zaken roept men maar wat en praat men elkaar na. Daarom wek ik u op om niet zo maar op gezag van anderen iets te geloven, maar zelf op onderzoek te gaan. Doe dat ook met mijn verhaal. Ik heb de bewering van Anne van der Meiden gecontroleerd. In het voorwoord van zijn Commentaar op Genesis schrijft Calvijn dat hij het scheppingsverhaal letterlijk op neemt. Calvijn gelooft in een jonge schepping, want hij schrijft dat er van de schepping tot aan Mozes maar weinig tijd is verlopen. Calvijn merkt ook op, dat God Zijn schepping naar het bevattingsvermogen van mensen heeft willen regelen en daarom een tijdvak van zes dagen voor Zich heeft genomen. In zijn Institutie gaat Calvijn er van uit dat de aarde nog geen 6000 jaar heeft bestaan. Opnieuw: hij gelooft in een jonge schepping. Elders schrijft Calvijn dat God Zijn werk in de tijd van zes dagen heeft volbracht. Het verband maakt duidelijk dat hij doelt op dagen van 24 uur. En nog weer op een andere plek: God heeft in zes dagen Zijn werk in orde geschikt en voltooid. Wie kan er nu niet lezen? Zou het niet beter zijn dat onze critici eens in een boek keken voor ze wat riepen? Hier verschaf je jezelf rugdekking door je tenvonrechte op Calvijn te beroepen. Dat is gewoon niet in de haak en niet eerlijk. Op de manier die ik hier schets met betrekking tot de scheppingsdagen moeten we te werk gaan. Wat staat er? Hoe is het verband? Hoe is de samenhang met andere schriftgegevens? Wat is de uitleg van Bijbelgetrouwe theologen?
Daarna gaan we eens kijken naar onze critici. Wat zijn hun bronnen? Van der Meiden deed zijn uitspraak in het Parool zonder enige verwijzing naar bronnen. Wat zijn de argumenten? Ds. Ter Linden gaf geen argumenten, maar een mening. Het ontgaat me ook volledig waarom we het zelfgetuigenis van de Schrift achter de kiezen moeten houden omdat de buitenwacht er toch maar de spot mee steekt, zoals ds. De Jong stelt. Moeten we dan ook maar zwijgen over de Opstanding?

Genesis 1-3: de finetuning van het heelal

Wat kunnen we verder lezen in Genesis 1? Ik wijs op een tweede zaak. Genesis 1 geeft nauwkeurig aan dat God de voorwaarden schiep die al het leven mogelijk heeft gemaakt. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond hoe nauwkeurig de waarden op elkaar zijn afgestemd. We noemen dat de finetuning van het heelal. Al zou maar één waarde een fractie anders zijn, dan zou het evenwicht verstoord zijn en was leven niet mogelijk. Het is heel lastig om die finetuning toe te schrijven aan het gevolg van blinde krachten die in de natuur werken. Genesis schrijft de orde en het bestaan van vaste regels toe aan de scheppende kracht van God. Genesis 1 laat ons zien dat het leven geschapen is. Die waarheid moeten we koesteren en lief hebben. Het leven en dus ook mijn leven is gewild en gepland. Ik ben er maar niet toevallig en per ongeluk. Het leven is kostbaar en moet beschermd worden. Ook het ongeboren leven. Nergens, in geen andere denkstroming vind je deze gedachte. Genesis 1 en het daarop gefundeerde christelijk geloof is uniek. Als je niet gelooft in de schepping geloof je dan ook niet in de herschepping?

Genesis 1-3: schepping is ontwerp en geen toeval

Genesis 1 geeft aan dat de Schepping een ontwerp is en geen toevalsproduct van de evolutie. Pieter Bouma schrijft in het Apologetisch Handboek dat in 2014 is verschenen dat het eeuwenoude ontwerpargument één van de krachtigste argumenten blijft voor de schepping van het leven. Alles in de natuur wijst op een ontwerp. Zowel op macro-niveau (denk aan de finetuning) als op micro-niveau (denk aan onze ledematen en organen). Alles heeft een functie, alles is doelgericht en grijpt in elkaar. Als één orgaan niet goed functioneert, heeft dat direct zijn uitwerking op de rest. Overal zien wij dat ontwerp terug. Een veel gebruikt voorbeeld betreft het menselijk oog. Zo lang het oog nog in ontwikkeling zou zijn, is het niet functioneel. Hoe kan het dan de evolutie overleven? Een incompleet oog functioneert niet, heeft dus geen zin, en zou volgens de wet van Darwin weer moeten verdwijnen. Hoe is volgens de evolutie de lichtgevende plek in het oog ontstaan? Darwin gaf zelf al aan in zijn boeken dat hij met deze vragen worstelde. De vragen zijn alleen maar indringender geworden. Dat ontwerp zien wij overal terug. Het oog begint met een pigmentvlek. Er is een vlek links, maar ook een vlek rechts. Door een gelijk proces ontwikkelt zich uit beide pigmentvlekken eenzelfde oog. De vraag is nu: hoe komt het dat onafhankelijk van elkaar, twee ontwikkelingsprocessen, in de juiste proportie en zuiver symmetrisch, tot gelijk resultaat hebben geleid? De evolutiegeleerden hebben voor zover ik weet geen afdoend antwoord op dit soort vragen. Daarom: laten we het houden op een ontwerp. God heeft dit zo gemaakt, met het doel dat wij kunnen zien en de schoonheid van Zijn schepping kunnen bekijken. Alles heeft dus een functie, is doelgericht en heeft een zin. Evolutie is ongericht, kent op zich geen doel, en is zonder zin. Kan het zinloze de zingeving voortbrengen? Abraham Kuyper wees op een ander ontwerp, de vleugels van vogels waarmee ze kunnen vliegen. Volgens de evolutie zijn er eerst ongevleugelde vooroudervogels geweest. Daarna komen er stompjes die tot vleugels uit groeien. Kuyper constateert dat er nergens fossiele resten van de verschillende fasen zijn te vinden. We vinden alleen fossiele resten met vleugels. Hij stelt ook de vraag wat het nut van die stompjes evolutionair bezien moet zijn geweest. Dat nut is er niet in de struggle for life. Volgens de eigen theorie zou het beest dus onmogelijk kunnen overleven. En toch zijn er vogels! In een magistrale rede waarschuwt Kuyper zijn studenten tegen de evolutieleer. Hij heeft het over “de hypnose van de evolutieleer”. De echo van zijn woorden is aan de VU reeds lang verstorven.

Het ontwerpargument, zegt Pieter Bouma, bestaat al duizenden jaren. En daar is een goede reden voor. Het is een krachtig argument. Tot op heden zijn aanhangers van het evolutiedogma niet in staat dit argument te weerleggen. Prof. Van Bemmel schrijft dat het wetenschappelijk bezien een raadsel is hoe de onvoorstelbare hoeveelheid informatie in onze DNA-moleculen tot stand is gekomen. Informatie is noch materie noch energie. Evolutiegeleerden zitten met de handen in het haar. Laten we daarom maar uitgaan van een ontwerp. En een ontwerp is doelgericht en functioneel. Het is het tegendeel van toevallig en zinloos, wat de evolutie ons aan wil praten. Waar komt die biologische informatie vandaan? Dat is de vraag. Als er ook maar één essentiële schakel ontbreekt, stopt het hele proces. Darwin houdt ons voor dat al het leven is opgebouwd via vele tussenstappen. Maar hoe selecteer je iets als er geen functie is? Als er een ontwikkeling is van amoebe tot mens, is er sprake van een gigantische toename van biologische informatie. De juiste volgorde in het aminozuur is van kardinaal belang voor de werking van het eiwit. Hoe groot is de kans dat er toevallig een eiwit ontstaat met de aminozuren in de juiste volgorde? Die is praktisch nul. Het meest eenvoudige leven, de bacterie, is al een wonder van geïntegreerde moleculaire machinerie. Dat strookt niet me de evolutie, die leert dat de ontwikkeling van eenvoudig naar complex gaat, maar wel met een Schepper van al het levende. Waar is het bewijs voor de gemeenschappelijke afstamming van alles wat leeft?

Genesis 1-3: het immateriële kan nooit uit het materiële ontstaan

De mens is geschapen met lichaam en ziel. Ook dus met een geweten, gevoel voor het schone, het ware, het recht, het goede. Het lichaam staat voor het materiële, de ziel voor het immateriële. Het immateriële is het vermogen om te genieten van het schone, het goede en het ware. Het immateriële is onze moraal, onze ethiek, ons denkvermogen. De mens was er dus vanaf het begin compleet, met een geweten, met gevoel voor recht en moraal, het schone en het goede. Volgens de evolutieleer is materie – dode stof – spontaan, vanzelf tot leven gekomen. Vervolgens is daaruit het immateriële ontstaan. Maar er is werkelijk niemand die kan bewijzen dat uit materie bewustzijn kan ontstaan en die kan laten zien hoe dat proces is verlopen. Dat proces zou beginnen met de amoebe en eindigen met de miljoen zenuwbanen in onze hersenen. Maar hoe kan ongerichte evolutie bereiken dat elk mens uniek is te midden van miljarden anderen? Als we niet geloven in een schepping, geloven we ook niet in een herschepping. Dan is er geen leven na de dood. Dat betekent dat we nu gelukkig willen zijn. Dan moet nu alles perfect zijn, want straks is er niets meer te halen. Dat stempelt onze moraal. Daarom is er abortus, want als we geen kind willen, kunnen we na een abortus de draad weer oppakken. Daarom leren we niet meer hoe we om moeten gaan met tegenslag in het leven. We zetten integendeel alles op alles om het leven te vieren.

bewaar_het_mooiste_voor_het_laatst

“Adam heeft behoefte aan gezelschap. Zo laat de Bijbel zien dat relationaliteit net zo belangrijk is als rationaliteit. Het christendom is een door en door relationeel geloof. Daarom zijn huwelijk, gezin en familie zo belangrijk. We hebben onze naasten en leven in een netwerk van relaties. In onze samenleving is individualisering het sleutelwoord. Zelfs gehuwden worden als apart individu aangeslagen door de belastingdienst. “

Evolutie heeft in wezen een amorele moraal

Evolutie wil doen geloven dat materie spontaan tot leven kwam en dat uit het materiële ook het immateriële is voortgekomen. Materie heeft dus bewustzijn, geest, esthetiek en moraal voortgebracht. De gevolgen hiervan zijn ingrijpend. Als we Genesis aan de kant schuiven en God niet erkennen als Schepper gaat er nog veel meer schuiven. Hoe zit het dan met onze moraal? Evolutionisten zeggen dat moraal is ontstaan omdat bepaalde opvattingen gunstig waren voor de mens om te overleven. Dat maakt moraal tot iets willekeurigs. Het is in een bepaalde tijd voor een bepaalde groep mensen gunstig om een bepaalde moraal aan te hangen. Maar hoe zit het dan met de overtuiging dat “verkrachting slecht is”? Is dat ook de willekeurige uitkomst van evolutie en had het net zo goed anders kunnen zijn? Wijst het feit dat alle mensen in alle tijden verkrachting een slechte zaak vinden niet op het bestaan van een norm die absoluut is? Hoe gevaarlijk deze manier van denken is, hebben we in het verleden gezien. Slaven werden niet gezien als personen met rechten. Het waren dus ‘dingen’ en ‘voorwerpen’. Let op de tijd van de Tweede Wereldoorlog. De nazi’s zagen Joden als ongedierte. De vervolging van Joden was daarom een weliswaar onaangename, maar noodzakelijke taak. De nazi’s ontwierpen wetten die de Jodenvervolging legaliseerden. Na de oorlog beriepen de nazi’s zich in het proces van Neurenberg op deze wetten. De rechters gingen daar niet in mee. Daarmee gaven ze te kennen dat er een hogere norm is dan de wetgeving van mensen. Denk nu eens aan een abortusarts die tegen de heer Van der Staaij zei: “Jullie in Den Haag maken de wet. De wet legaliseert abortus, dus is het geen moord.” Als je zo pragmatisch met moraal om gaat, waar liggen dan de grenzen? Kun je dan ook polygamie weer invoeren als de meerderheid dat wil? Mag je dan bejaarde mensen die hun nut gehad hebben en alleen nog maar een kostenpost vormen medische handelingen gaan onthouden? Mogen we kinderen ongevraagd belasten met het meervoudig ouderschap? We zijn in onze samenleving op weg naar een moreel failliet als gevolg van een moraal die onze verantwoordelijkheid wegneemt. En die moraal is geënt op het evolutiedogma.

Genesis 1-3: we zijn er voor elkaar

Genesis 1 vertelt dat de schepping goed was. Genesis 2 vertelt echter dat er toch iets niet goed was. Het is niet goed dat Adam alleen is. Hij heeft behoefte aan gezelschap. Zo laat de Bijbel zien dat relationaliteit net zo belangrijk is als rationaliteit. Het christendom is een door en door relationeel geloof. Daarom zijn huwelijk, gezin en familie zo belangrijk. We hebben onze naasten en leven in een netwerk van relaties. In onze samenleving is individualisering het sleutelwoord. Zelfs gehuwden worden als apart individu aangeslagen door de belastingdienst.

Conclusie

Laten we de zaak maar op scherp stellen: schepping of evolutie sluit elkaar uit. We kunnen niet in beide geloven. Of God schiep het leven of het was het toeval van de evolutie. Het zijn twee wereldbeelden die elkaar uitsluiten. Genesis 1-3 verhaalt over schepping, zondeval en verlossing. Dit is het fundament voor een Bijbelse wereldbeschouwing. Deze hoofdstukken zijn cruciaal voor onze moraal. Het is intriest, schrijft de reeds enkele malen geciteerde Pieter Bouma, dat het zwakke concept van darwinistische evolutie in staat is om zoveel christenen te doen twijfelen aan de schepping.

Deze lezing werd uitgesproken op 11 oktober 2014 op het symposium ‘De waarde van de schepping voor wetenschapsbeoefening en ethiek’ te Opheusden.