Naturalis is een topmuseum. Je kunt er niet alleen heel veel prachtige dieren (en wat planten) aantreffen die nu nog wereldwijd voorkomen, Naturalis laat ook veel botten zien van dieren die reeds lang zijn uitgestorven. Die versteende botten worden zorgvuldig uitgeprepareerd en tot skeletten in elkaar gezet. Een beetje aan de zijkant van het gebouw kun je met een andere dan de centrale trap omhoog lopen, en dan zie je daar echte paleontologen aan het werk met echte Triceratops botten. En je mag vragen stellen. Dat hebben we gedaan.
Er was een mevrouw bezig met het uitprepareren van een groot plat stuk bot. Zorgvuldig werden met een trilapparaatje stukken gesteente verwijderd zodat het fossiele bot bloot kwam te liggen. Het bleek de nekplaat van een grote Triceratops te zijn. Uitgebreid werd verteld dat die nekplaat door personeel van Naturalis zelf was opgegraven in Amerika. Dit exemplaar was niet de enige. Het was behoorlijk uniek dat op de “site” de resten van zes Triceratopsen waren aangetroffen. De botten van de dieren lagen niet netjes bij elkaar. Integendeel, alles lag schots en scheef door elkaar heen. Aan de wand hing een poster van een wetenschappelijk congres. Daarop stond aangegeven wat de positie van de verschillende botten van de dieren was. De dijbenen waren aangegeven met rood. Je kon het van meters afstand zien: Die botten lagen allemaal dwars door elkaar heen. Volgens de uitleg betrof het grote en kleine Triceratops en een enkele middenwas. Een familie. Voor het uitzoeken van welk bot bij welk dier hoort zijn die middenwasjes het lastigste. Naar het verhaal zijn de dieren in een delta omgekomen. Gezien de positie van de botten moeten er minstens twee grote waterstromen zijn geweest, eerst de ene kant op en daarna de andere kant op. Maar dat heeft natuurlijk niets met een zondvloed van doen, vanzelfsprekend. In Naturalis gaat het tenslotte over 67 miljoen jaar geleden.
Er was ook een andere paleontoloog druk doende met een groot plat bot van rotsresten te ontdoen. Het dier lag naast de gipsen verpakking die was gebruikt om het vanuit het veld in het laboratorium te krijgen. Het bleek om een opperarmbeen te gaan. Het heeft een totaal andere vorm dan ons opperarmbeen. Dat komt doordat er een grote kam op zit. Deze kam is de aanhechtingsplaats voor een stel enorm krachtige spieren die nodig zijn om het bijzonder grote en zware dier te kunnen verplaatsen. Het dier is indrukwekkend geweest. Alleen de aanzet van de rib die getoond werd laat al zien hoe groot de wervels moeten zijn geweest. Uiteindelijk kwam de enthousiast vertellende paleontoloog aan met het schouderblad van de Triceratops. Een groot plat en zwaar gevaarte. Die mochten we allemaal even vasthouden om te ervaren wat het is om een bot “van zoveel miljoenen jaren oud” vast het houden. Het werken in het veld is naar verluid grof werk. Met geweld wordt de bodem verplaatst om de fossielen bloot te leggen. Daarna is het zaak om de botten zo heel en snel mogelijk ingekapseld naar het laboratorium te krijgen. Een van de belangrijke dingen die een paleontoloog in het laboratorium ter beschikking staan is: lijm. Als de botten worden blootgelegd dan blijken ze in duizenden stukjes uiteen te vallen. De botten zijn ten diepste totaal verbrijzeld. Dus als er een stukje bot is bloot gelegd wordt vervolgens dit volledig doordrenkt met lijm, totdat het hele bot volledig door lijm tot een geheel is samen versmolten. Dan vraag je natuurlijk hoe het komt dat de botten zo totaal verbrijzeld zijn. Volgens de uitleg komt dat omdat er in de tijd na de dood van de Triceratops de botten versteend zijn geraakt en daardoor de materialen verloren hebben die de botten taai maken, zoals collageen. Dat is natuurlijk zo. Maar dan blijft de vraag waarom de versteende botten dermate verbrijzeld zijn en de omliggende rotsen niet. Tenslotte zijn de botten versteend door het binnendringen van mineralen vanuit de omliggende rotsen. Waarom zijn de botten dan zo fragiel en waarom zijn de botsplinters niet onder druk of mineralisatie weer aan elkaar geplakt? Die vraag hebben we nog niet beantwoord gezien. Maar al met al was het bezoek aan de resten van het Triceratopsengezin dat de ark van Noach had gemist een bekroning op ons bezoek aan Naturalis.
Het bezoek van Eppie aan Naturalis leidde tot het schrijven van nog een artikel. Dit artikel wordt volgende week maandag op de website van Logos Instituut gepubliceerd.
Zie ook het project wat onze medewerker Jan van Meerten momenteel aan het opzetten is rondom dit museum.