Interviews met topwetenschappers op het ICC

by | jul 28, 2023 | Bezoekersverslag, Debat, Getuigenis, Interview, Nieuws, Wetenschapsfilosofie

ICC 2023

Zo’n 350 wetenschappers, voorgangers en geïnteresseerde leken bezochten deze week de negende internationale conferentie over creationisme ICC op de Cedarville University in de Amerikaanse staat Ohio.

Dr. John Whitmore, geoloog van de universiteit van Cedarville, kreeg de taak de negende internationale conferentie over creationisme ICC op touw te zetten. „Het is voor het eerst dat we de ICC hier op Cedarville University organiseren.”

Zo’n 350 creationistische wetenschappers, voorgangers en geïnteresseerde leken kwamen deze week bijeen op de Cedarville University in de Amerikaanse staat Ohio. Een breed scala aan onderwerpen passeerde de revue, van radiometrische datering — een set methoden om de ouderdom van voornamelijk gesteenten te bepalen, doorgaans vastgesteld op miljoenen of miljarden jaren — tot aardlagen en van soortvorming tot Schriftanalyse.

Voor ieder wat wils, al leken sommige wetenschappers ervan uit te gaan dat iedereen in het publiek een universitaire opleiding in hun vakgebied had afgerond. Diverse deelnemers beklaagden zich dat er te veel interessants was en dat ze moeilijk konden kiezen. Grote delen van het programma vonden gelijktijdig plaats.

Voorafgaand aan de conferentie konden wetenschappers hun onderzoeksresultaten als artikel indienen, om ze vervolgens op de ICC zelf te presenteren.

Zwaar

Geoloog John Whitmore organiseerde de negende ICC op de Cedarville University. „Voor het eerst”, vertelt Whitmore. „De vorige eigenaar was het Creation Science Fellowship in Pittsburg, maar de leden van die groep werden een dagje ouder en besloten de hele organisatie over te dragen aan Cedarville.”

Dat juist hij een hart heeft voor creatieonderzoek is niet vreemd. „Ik groeide op in een christelijk gezin en ging geologie studeren aan een seculiere onderwijsinstelling. Daar kwam ik erachter dat wat ik op school leerde in conflict was met mijn christelijke geloof.”

Hoewel er tijdens zijn studie begin jaren tachtig al creationistische onderzoeksinstituten waren, was Whitmore zelf daarvan niet op de hoogte. „In die tijd was er nog geen internet, dus het vinden van informatie en boeken was een stuk moeilijker dan vandaag de dag. Via vrienden uit de kerk kwam ik erachter dat er ook mensen bestonden die anders dachten. Ik vertelde mijn professor dat ik dat ik een jongeaardecreationist was. Die zei daarop: „Als je niet van gedachten verandert, mag je hier niet verder studeren.””

Gelukkig bood het Institute for Creation Research (ICR) uitkomst, daar kon Whitmore zijn studie afronden onder begeleiding van de ook op het ICC aanwezige geoloog dr. Steve Austin. Na zijn afstuderen kwam Whitmore op Cedarville University terecht als geologiedocent en researcher. „Ik ben bij verschillende onderzoeksprojecten betrokken geweest, zoals het bestuderen van visfossielen uit de Green River Formation in Wyoming. Momenteel besteed ik veel tijd aan onderzoek naar de bovengrens van de zondvloed in de aardlagen.”

John Whitmore

Seculier

Zijn andere grote project is de Coconino Sandstone. Dit is de naam van een zeer uitgestrekte zandsteenlaag in de Grand Canyon. Seculiere wetenschappers stellen dat dit de versteende zandduinen van een woestijn zijn, maar dat kan volgens Whitmore niet: „De hoek van afzetting wijst erop dat deze laag onder water is gevormd.”

Het presenteren van nieuw onderzoek is wat Whitmore betreft echter niet het hoofddoel van de conferentie. „Creationisten werken vaak zelfstandig, ze hebben geen interactie met andere wetenschapsgebieden. En dat is juist zo belangrijk. Scheppingswetenschappers moeten in gesprek gaan met theologen om zich ervan te verzekeren dat ze op het juiste spoor zitten. Maar ook chemici en biologen of geologen moeten met elkaar praten.
Bijeenkomsten als deze moedigen mensen aan om samen te werken.”

Scheppingswetenschappers moeten in gesprek gaan met theologen om zich ervan te verzekeren dat ze op het juiste spoor zitten.

Whitmore heeft zelf de daad al bij het woord gevoegd. „Dankzij mensen die ik in het verleden op de ICC heb ontmoet, is mijn project veel beter uit de verf gekomen”, zegt hij, verwijzend naar zijn zandsteenonderzoek.

Het programma begon op zondagavond met algemene lezingen over de huidige staat van het creationistisch onderzoek en onderwijs, alsmede welke vragen er nog openliggen voor de toekomst. Verdeeld over de drie avonden kwamen alle natuurwetenschappelijke vakgebieden, archeologie en theologie aan bod.

Iedere ochtend vonden de presentaties van de ingediende artikelen plaats. De middag was gereserveerd voor posterpresentaties, rondetafeldebatten en excursies. Aan het eind van de woensdagmiddag was het programma afgelopen. Veel deelnemers gingen echter in de loop van de middag al naar huis. Niet verwonderlijk, gezien sommigen nog een urenlange autorit voor de boeg hadden.

Alle gepresenteerde onderzoeken worden, zo is de verwachting, volgende maand gepubliceerd op de website van ICC. Wanneer de volgende editie van het ICC plaatsvindt? „In de toekomst,” grapt John Whitmore. „Maar hoewel het de eerste keer is dat het congres hier op Cedarville plaatsvond, zullen we hier nog wel een poos terug blijven komen.

Is een wasbeer een kat of een hond?

dr. Todd Wood

Een van de onderzoekers die meerdere keren in het ochtendprogramma aan het woord kwam was bioloog dr. Todd Wood. Wood is de oprichter en voorzitter van de Core Academy of Science, een creationistisch onderzoeksinstituut gevestigd in Tennessee (VS).

„Ik ben opgeleid als bioloog en biochemicus. Daarbij maakte ik veel gebruik van berekeningen en statistiek. Ik combineer mijn kennis van biologie en rekenkunde om interessante problemen te bekijken, zoals hoe het zit met geschapen soorten.”

Waar evolutionisten uitgaan van één levende cel die zich in de loop van miljarden jaren heeft ontwikkeld tot alle levensvormen die er ooit zijn geweest, zegt de Bijbel juist dat God de dieren en planten ‘naar hun aard’ heeft geschapen, als basistypen waaruit soorten zich hebben gevormd.

„Je hebt een model nodig om te testen met deze rekenkundige methoden. Vroeger, en ook nu nog, geloofden veel creationisten dat de geschapen basistypen goed te onderscheiden, afgekaderde groepen vormen. Maar er was nog geen manier om dat te doen, dus moest ik die zelf bedenken. Zo kwam ik terecht bij clusteranalyses, waarbij je soorten ordent naar eigenschappen om te zien of er onderscheiden groepen ontstaan.”

Woods data geeft niet altijd de mooie clusters die hij verwachtte te zien, maar daarvan is hij niet echt onder de indruk. „Geen clustering kan betekenen dat je dataset slecht is, of dat er iets anders aan de hand is.”

Aan de andere kant lijken er ook groepen te zijn die behoorlijk complex in elkaar zitten. Denk bijvoorbeeld aan vleesetende zoogdieren: de hondachtigen zijn goed gedefinieerd, en de katachtigen zijn ook allemaal herkenbaar. „Je hebt panters, leeuwen, tijgers, katten. Je kunt zien dat het allemaal katten zijn. Maar dan kom je bij zoiets als wezels en wasberen, en dan wordt het heel snel heel ingewikkeld. Je hebt ofwel een aantal kleine basistypen met weinig soortenvariatie, of het is een heel groot basistype met een enorm aantal soorten. Dat onduidelijk, er is geen voor de hand liggende clustering”, erkent Wood.

De vraag is dus: wat zien we hier? Zien we hier zaken die echt biologisch gezien zo ingewikkeld in elkaar steken, of hebben we in dit geval onvoldoende informatie, en zouden we ze met meer gegevens wel goed kunnen indelen? Mijn persoonlijke mening hierover is op dit moment een hele duidelijke „ik weet het niet”.”

Wood is niet de enige wetenschapper die met onbeantwoorde vragen zit.

Studeren op gammastraling uit zwart gat

dr. Russel Humphreys

Dr. Russell Humphreys zou graag zien dat jonge wetenschappers zich storten op een paar „kleine projectjes”: „Uitzoeken hoe sterrenstelsels zich hebben gevormd, het fundament onder de kwantummechanica, de aard en structuur van het uitspansel en uitzoeken hoe tijd precies werkt.” Elk van deze vragen kost hele slimme mensen waarschijnlijk meer dan een leven lang onderzoek doen, maar dat zou ze volgens Humphreys niet tegen moeten houden.

Zelf ziet de 81-jarige natuurkundige het niet meer zitten om deze projecten te ondernemen, maar dat weerhoudt hem er niet van zich op andere projecten te storten. Een daarvan heeft te maken met antimaterie.

„Er zijn aanwijzingen dat antimaterie niet naar beneden valt, maar naar boven. Bij zwarte gaten is de zwaartekracht zó sterk, dat de ruimte zelf kan scheuren. Hierbij ontstaan elektronen en de antimaterie-tegenhangers, positronen. De elektronen vallen in het zwarte gat, maar de positronen ‘vallen’ er juist bij vandaan. Wanneer ze een ander elektron tegenkomen ‘annihileren’ ze elkaar.” Dat is: ze stoppen te bestaan, maar laten we1 een ‘lichtflits’ na in de vorm van gammastraling.

„In het midden van de Melkweg bevindt zich een heel groot zwart gat, vier miljoen keer zo zwaar als onze zon,” vervolgt Humphreys. „Daar komt heel veel gammastraling bij vandaan, maar niemand heeft dat nog kunnen verklaren. Die straling blijkt echter precies overeen te komen met de energie die vrijkomt bij de botsing tussen een elektron en een positron.”

Dit onderzoek zal Humphreys waarschijnlijk niet in de creationistische literatuur publiceren. Wel gaf hij een presentatie over koolstof-14 en zijn interpretatie van waarom de gemeten ouderdom afwijkt van de Bijbelse ouderdom.

Hierbij bouwde hij voort op zijn eerdere werk voor het RATE-project begin jaren 2000. Toen concludeerde hij dat er een periode van versneld radioactief verval moest zijn geweest tijdens de zondvloed. Die gedachte werkte hij verder uit in zijn voordracht op dit congres. Hij liet zien dat versneld verval bij de zondvloed ook leidde tot een intenser brandende zon, wat zorgt voor meer aanmaak van koolstof-14 op aarde.

Aanboren van nieuw talent

Origins 2023

De zaterdag voorafgaand aan de ICC vond de Origins-conferentie plaats. Origins is een congres dat jaarlijks wordt georganiseerd door de Creation Biology Society (CBS), de Creation Geology Society (CGS) en de recent opgerichte Creation Theology Society (CTS), iedere keer bij een andere christelijke onderwijsinstelling in de VS. Normaal gesproken worden hiervoor drie dagen ingepland, maar eens in de vijfjaar komt er een verkorte versie van één dag, altijd op dezelfde locatie en aansluitend aan de ICC. Nieuw op dit congres was het programmaonderdeel „future leaders in creationism”. Hierbij mocht promovendus Caleb LePore vertellen over zijn onderzoek naar een specifiek type uitgestorven reptiel, de op krokodillen lijkende phytosauriërs.

Ook op de ICC was aandacht voor aankomend onderzoekstalent. Verschillende studenten mochten zelfs de studieresultaten presenteren. „Dat vond ik wel spannend,” vertelt bachelorstudent geologie Micah Beachy, die samen met informaticastudent Benjamin Kinard een artikel over de betrouwbaarheid van radiodateringsmethoden besprak. „Ik was blij dat we het achter de rug hadden.” Voorlopig dan, want hopelijk komen de namen van Micah, Benjamin, Caleb en hun medestudenten in de toekomst nog vaker voorbij.

Ir. Gert-Jan van Heugten was namens Weet Magazine en Logos Instituut bij‘ het ICC aanwezig. Samenvattingen van de bijgewoonde lezingen en dagelijkse video-updates zijn te bekijken via logos.nl/icc2023.

Bronvermelding
Dit artikel is met toestemming overgenomen van het Reformatorisch Dagblad. Urenlang rijden voor conferentie over schepping, Reformatorisch Dagblad van vrijdag 21 juli 2023, Gert-Jan van Heugten.