Historicus Van der Land stelt dat de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta, betrouwbaarder is dan de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament, de Masoretische tekst.1 Op basis van de Septuaginta past hij de chronologie van Israël aan, met een andere datering van de uittocht. Deze keuze is ingegeven door het feit dat de Egyptische chronologie en de Israëlische moeilijk met elkaar te synchroniseren zijn.

Van der Lands voorkeur voor de Septuaginta boven de Masoretische tekst is niet terecht. De laatste weergave van het Oude Testament geeft juist een aaneengesloten chronologie en kent geen hiaten in de geschiedenis van de Godsopenbaring.
De Jood Immanuel Velikovsky heeft in zijn boeken duidelijk aangetoond dat de Egyptische chronologie aanleiding geeft tot misverstaan. Hij toonde aan dat er een goede synchronisatie mogelijk is tussen de Egyptische en de Israëlische chronologie.
Daarbij is de Septuaginta – met deze vertaling werd rond 280 voor Christus begonnen – omgeven door legendes. Achterdocht over de zuiverheid van deze vertaling is daarom gerechtvaardigd, ook omdat ze ten doel had de hellenistische cultuur te promoten.
Van der Land dateert de uittocht tijdens de regering van de farao Amenhotep II. In navolging van Velikovsky ben ik van mening dat de 18e dynastie, waartoe Amenhotep II behoort, samenvalt met de periode van het twee- en tienstammenrijk. De uittocht zou dan veel eerder in de Egyptische chronologie hebben plaatsgehad, namelijk rond de ineenstorting van het Middenrijk, de 12e dynastie, van Egypte.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Visser, W. de, 2019, Chronologie Israël, Reformatorisch Dagblad 49 (178): 23.