Is Jezus God?

by | sep 25, 2023 | Apologetiek, Logos Basics, Theologie

Is Jezus God?

Is Jezus God? Als Jezus niet meer was dan een goed mens, dan was Hij of gek, of slecht! Schrik je van deze uitspraak? Toch is het een goed voorbeeld van gezond verstand en logisch redeneren. Alle christenen zouden dit argument kunnen gebruiken als niet-christenen zeggen: ‘Jezus was een goed mens’. Hij maakte er aanspraak op dat Hij God is. Als Hij een gewoon mens was, is dit een hele ongepaste aanmatiging en kan dit niet waar zijn. Dan was Hij helemaal geen goed mens, maar een geesteszieke fantast of een bewuste bedrieger; dan misleidde en misleidt Hij vele mensen. Als Hij niet God is, dan misleidt Hij nog steeds miljoenen mensen, die hun eeuwige bestemming op Hem baseren. Jezus is veel meer dan een goed mens, Hij is God! Laten we eens kijken of we dit met goede argumenten hard kunnen maken.

Jezus God

Bestudeer dit hoofdstuk aan de hand van het schema ‘Is Jezus God?’. We gaan stap voor stap de verschillende keuzes na, die mensen maken over Jezus. We bekijken hierbij de wegen, die zij bewandelen om hun doel te bereiken. Is dit volgens de wetten van de logica? Onjuiste informatie leidt tot verkeerde conclusies. Eerlijk bronnenonderzoek leidt tot de logische conclusie dat Hij God is. Houd het schema bij de hand. Iemand, die geconfronteerd wordt met de aanspraken van Jezus Christus, kan uit niet meer dan vijf mogelijkheden kiezen. Welke zijn dat?

Is Jezus God?

De Persoon van Jezus Christus is alleen maar een legende

Er zijn maar weinig mensen, die geloven dat Jezus Christus een legendarische figuur is. Er is te veel bewijsmateriaal voor Zijn bestaan. De meeste mensen, zelfs de niet-christenen, realiseren zich dat er veel historisch bewijsmateriaal bestaat dat Jezus van Nazareth werkelijk geleefd heeft op aarde. Encyclopedieën en geschiedkundige boeken accepteren dit gegeven zonder meer en vermelden zijn leven als historisch feit. Hoewel de exacte datum van Zijn geboorte en dood niet bekend zijn, bestaat er geen twijfel over zijn historisch bestaan. Vier schrijvers van het Nieuwe Testament doen verslag van zijn leven en vele vroegchristelijke geschriften benadrukken de historiciteit van zijn bestaan.

We voegen hieraan toe de getuigenissen van niet-christelijke geschiedschrijvers uit de eerste eeuw, die over Jezus Christus schrijven als een werkelijk bestaand persoon. Hieronder geven we er enkele voorbeelden van uit de tweede helft van eerste en het begin van de tweede eeuw.

Tacitus

Deze Romeinse geschiedkundige schreef: ‘Toen Nero hoorde dat de burgers hem verdachten de aanstichter te zijn van de grote brand van Rome in het jaar 64, beschuldigde hij, om dit gerucht de kop in te drukken, de mensen, die gewoonlijk christenen genoemd worden, er ten onrechte van en bestrafte hen met de meest geraffineerde folteringen’ en ‘Christus, de oprichter en naamgever van hen, werd ter dood veroordeeld door Pontius Pilatus tijdens de regering van Tiberias’ (uit ‘De Annalen’, deel XV.44, geschreven omstreeks het jaar 100).

Suetonius

Ook deze Romeins geschiedkundige noemt ‘volgelingen van Chrestus…’ (uit ‘Leven van Claudius’, 25.4, geschreven omstreeks 120). ‘Chrestus’ is een andere spelling van ‘Christus’.

Plinius de Jongere

Dit was een Romeins gouverneur van Bithinië. Hij schreef in 122 aan keizer Trajanus, dat hij had geprobeerd de christenen te laten knielen voor het beeld van de keizer Trajanus en Christus te vervloeken, waartoe een onvervalst christen niet te bewegen is. ‘… Ze bevestigden … dat ze gewoon zijn samen te komen op een vastgestelde dag, voordat het licht werd, waar ze een lofzang tot Christus als God zongen, en zichzelf verbonden aan een plechtige eed, geen enkele goddeloze daad te doen, nooit enig bedrog te plegen, of diefstal, of overspel, en ook nooit hun woord te verdraaien…’ (uit ‘Brieven’, X.96).

Flavius Josephus

Flavius Josephus, een Joodse historicus, schreef: ‘… Jezus, een wijs mens, als het wettig is om hem een mens te noemen, want hij deed wonderen, een leraar als een die de waarheid had ontvangen … Hij trok vele Joden naar zich toe en ook vele heidenen. Hij was de Christus en toen Pilatus, op de inblazingen van de voornaamste leiders onder ons, hem had veroordeeld tot het kruis … Degenen die hem liefhadden vanaf het begin, verlieten hem niet.’ (uit ‘Joodse Oudheden’, xviii.33, geschreven begin tweede eeuw).

De Talmud

De Talmud en andere vroege geschriften van Joodse rabbi’s ontkennen niet dat Jezus geleefd heeft en ontkennen ook niet dat Hij wonderen deed. Zij noemen Hem Yeshua van Nazareth (Yeshua is het Hebreeuwse woord voor Jezus.)

Conclusie

De historische geschriften ondersteunen het bestaan van Jezus van Nazareth, die leefde in Israël in de eerste eeuw. Zelfs de oudste tegenstanders van het christendom hebben nooit getwijfeld aan de feiten over Zijn leven. Jezus als slechts een legende is logisch niet aannemelijk te maken. Het historische bewijsmateriaal voor Zijn leven is te groot om te ontkennen dat Hij geleefd heeft.

Jezus Christus was alleen maar een groot menselijk leider

Volg hierbij de pijl ‘onwaar’ op de grafiek, onder ‘Hij Beweerde God te zijn’. Deze pijl wijst naar de mensen die geloven dat Jezus inderdaad op aarde geleefd heeft als een buitengewoon mens. Hij was een verheven morele leraar en een groot menselijk leider, die onzelfzuchtige liefde liet zien, maar nooit wonderen verrichtte en nooit beweerde God te zijn.

Hoe komen mensen tot deze conclusie? Eind vorige eeuw spraken een aantal godsdienstwetenschappers met elkaar af om ‘de historische Jezus’ te gaan ontdekken. Reeds voor het begin van hun zoektocht, die zij ‘Jesus Seminar’ noemden, verklaarden zij al dat Hij niet God was en dat zij niet geloofden dat God de Auteur van de Bijbel is. Hun uitgangspunt was dat de Bijbel uitsluitend de woorden van mensen over God bevat, maar het is niet het Woord van God voor de mensen. In de Bijbel zouden allerlei menselijke fouten zitten en de evangelisten hadden de meeste verhalen over Jezus verzonnen. Maar deze godsdienstwetenschappers geloofden wel dat ‘de historische Jezus’ een goed mens was en moedigden elkaar aan om ‘deze echte Jezus’ te ontdekken. Dit deden ze door te onderzoeken welke van Zijn ethische uitspraken en menslievende daden als ware historische gebeurtenissen gezien kunnen worden en deze te scheiden van de ‘niet-historische mythologie’. Zij gebruikten als bronnen voor hun onderzoek vijf evangeliën, waaronder het gnostische Evangelie van Thomas.

Het ‘Jesus Seminar’ werd gepresenteerd als zuiver wetenschappelijk onderzoek, maar was al vanaf het begin door zijn methode van stemmen zeer omstreden. Zij telde al snel tweehonderd vooraanstaande wetenschappelijke theologen, maar deze selecteerden alleen dié daden en woorden van Jezus, die ze wilden aanvaarden. Zijn maagdelijke geboorte, zijn lichamelijke opstanding, al zijn wonderen en ruim 80% van zijn in de evangeliën opgenomen uitspraken schoven ze als mythologie terzijde. Ook het Onze Vader ontsnapte niet aan hun wetenschappelijk onderzoek. Hiervan bleven twee woorden over als historische betrouwbaar; alleen de aanhef ‘Onze Vader’.

Toen de media de wetenschappelijke conclusies van het als verfrissend aangekondigde ‘Jesus Seminar’ bekendmaakten, namen velen hun conclusies blindelings als vaststaande feiten over.

Het grootste probleem, waar deze manier van denken tegenaan loopt, is dat overtuigend is aangetoond dat de Bijbelse documenten zonder meer zeer betrouwbaar zijn. Dit hebben we in de eerste drie hoofdstukken al besproken. Er ligt maar heel weinig tijd tussen het leven van Jezus en de vroegst geschreven nieuwtestamentische geschriften; minder dan twintig jaar. Dat betekent dat toen de evangelisten het opschreven, er nog veel mensen leefden, die Jezus gekend en gezien hadden. Realiseer je ook, dat onder hen zowel gelovigen als ongelovigen waren. Dit leidt tot twee conclusies: het is ondenkbaar dat de eerste generatie christenen, waarvan velen Jezus gekend hebben, misleid konden worden door te geloven in wonderen, die Hij niet verricht heeft! Evenzeer is het ondenkbaar, dat ongelovigen, die Jezus gekend hebben, passief blijven als er zoveel onware dingen over Hem de ronde deden en zelfs werden opgeschreven en verspreid. Uiteraard is onderzocht of er uit de tijd, dat alles nog te controleren was door de nog levende ooggetuigen te ondervragen, aanwijzingen te vinden zijn dat men het bedrog en de geschiedvervalsing van de evangelisten wilde stoppen of ontmaskeren. Hiervoor zijn geen aanwijzingen gevonden. Dit is des te opvallender omdat de evangelieverkondiging al vanaf het allereerste begin in zowel de joodse als de heidense wereld op heel veel weerstand en tegenwerking stuitte. Door tijdgenoten, die als ooggetuigen als het sterkste bewijsmateriaal gelden, is de historiciteit van Jezus nooit betwijfeld.

Zelf deed Jezus fundamentele uitspraken over zijn goddelijkheid. Hij maakte er aanspraak op de Messias te zijn, de Zoon van God. Deze uitspraken doet Hij in één adem met zijn ethisch onderwijs. Het vreemde is dat de sceptici het eerste verwerpen en het tweede aanvaarden. Dit is onwetenschappelijk en getuigt van ernstige vooringenomenheid. De Schrift kan niet gebroken worden.

Daarbij komt dat wat de evangelisten uit Zijn eigen mond hoorden en later opschreven, ook door de Joodse leiders is gehoord uit Zijn eigen mond. Zij verstonden het en begrepen heel goed wat Hij ermee bedoelde, want zij probeerden Hem veroordeeld te krijgen wegens godslastering. Dit zou het inderdaad geweest zijn als Hij erover had gelogen of het gefantaseerd had.

Enkele duidelijke uitspraken:

In Johannes 5:18 stelt Hij Zich met God gelijk:

‘Daarom dan probeerden de Joden des te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen het gebod van de sabbat brak, maar ook zei dat God Zijn eigen Vader was, en daarmee Zichzelf aan God gelijk maakte’.

In Johannes 8:58-59 presenteert Hij Zich met de Naam Jahweh als de ‘Ik Ben’ en de Eeuwige,

‘Jezus zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóór Abraham geboren was, ben Ik (letterlijk: ‘Ik ben’). Zij namen dan stenen op om ze op Hem te werpen. Maar Jezus verborg Zich en ging de tempel uit’.

In Johannes 10:30 zegt Hij dat God de Vader en Hij dezelfde macht hebben om te verlossen en te bewaren:

‘Ik en de Vader zijn één’.

Uit wat op deze uitspraak volgt blijkt dat de Joden heel goed begrepen wat Hij daarmee bedoelde.

Johannes 10:31-33

‘De Joden dan pakten opnieuw stenen op om Hem te stenigen. Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele goede werken van Mijn Vader laten zien. Vanwege welk van die werken stenigt u Mij? De Joden antwoordden Hem: Wij stenigen U niet vanwege een goed werk, maar vanwege godslastering, namelijk omdat U, Die een Mens bent, Uzelf God maakt’.

Hetzelfde vinden we in de volgende Bijbelgedeelten:

Mattheüs 26:63-66

‘En de hogepriester antwoordde Hem: Ik bezweer U bij de levende God, dat U ons zegt of U de Christus bent, de Zoon van God. Jezus zei tegen hem: U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel. Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: Hij heeft God gelasterd. Waarom hebben wij nog getuigen nodig? Zie, nu hebt u Zijn godslastering gehoord. Wat denkt u? En zij antwoordden en zeiden: Hij is schuldig en verdient de dood’.

Lukas 22:70,71

‘En zij zeiden allen: Bent U dan de Zoon van God? En Hij zei tegen hen: U zegt dat Ik het ben. En zij zeiden: Welk getuigenis hebben wij nog nodig? Want wij hebben het zelf uit Zijn mond gehoord’.

Johannes 19:6,7

‘Pilatus zei tegen hen: Neemt u Hem en kruisig Hem, want ik vind in Hem geen schuld. De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet en volgens onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt’.

Conclusie

De levensbeschrijvingen van de evangelisten laten duidelijk uitkomen, dat Jezus er Zelf aanspraak op maakte Gods Zoon te zijn. De ongelovige Joodse leiders begrepen heel goed dat Hij hiermee bedoelde dat Hij Zelf God was. Zij hebben Hem nooit aangeklaagd omdat Hij leerde: ‘Heb uw vijanden lief als uzelf’.

Ieder mens moet voor zichzelf uitmaken of hij de uitspraken van Jezus dat Hij God was, een terechte of een onterechte claim vindt. Mensen die ervoor kiezen om te geloven dat Jezus er nooit aanspraak op maakte God te zijn, verwerpen het duidelijke, historische bewijs. Zij denken, dat zij goed doen om het leven en de moraal van de menselijke leider Jezus na te volgen en tegelijkertijd Zijn aanspraken te verwerpen dat Hij God is. Het is bedroevend en tegen alle redelijkheid in dat zij ervoor kiezen te geloven in een verzonnen, krachteloze en valse ‘Jezus’; iemand, die niet meer zou zijn dan een ethisch hoogstaand leraar is, terwijl Hij God is, Heiland en Heer.

Jezus was misleid; Hij dacht alleen maar dat Hij God was

Volg op het schema de pijlen ‘Waar’ tot aan ‘Hij beweerde God te zijn’. Volg dan de pijl die mensen aanduidt die geloven dat Jezus zich vergiste en slechts dacht dat Hij God was.

In zijn bekende boek ‘Het onderzoek naar de historische Jezus’ veronderstelde Albert Schweitzer dat Jezus er werkelijk aanspraak op maakte – en zelf werkelijk geloofde – dat Hij God was en de Messias van Israël. Maar, concludeerde Schweitzer, Jezus was niet God, Hij dacht slechts dat Hij God was! Vele liberale theologen zijn hierin met Schweitzer meegegaan door te benadrukken dat Jezus een goede ethische leraar was, maar dat Hij echt misleid was, toen Hij dacht dat Hij God was, en dat Hij zelfs op het kruis zich zijn vergissing nog niet realiseerde of, volgens anderen, toen uiteindelijk wel.

Schweitzer baseert zich hierbij op een verkeerd begrijpen van de woorden ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Lees zelf Psalm 22. Er zijn minstens twee grote problemen met deze theorie.

Iemand, die denkt dat hij God is, terwijl hij het niet is, is krankzinnig! Als Jezus leed aan grootheidswaan en ten onrechte meende dat Hij God was, dan was Hij geestesziek! Sommigen denken dat zij God zijn, maar zij vertonen tekenen van schizofrenie en onevenwichtig gedrag. Hoewel sommige Joden inderdaad dachten dat Jezus geestesziek was vanwege Zijn beweringen, realiseerden anderen zich dat Zijn karakter niet was als dat van een misleide (Johannes 10:19-21). Als we Zijn levensverhaal lezen, merken we dat Hij een uitzonderlijk stabiel en evenwichtig persoon was. Massa’s volwassen mannen en vrouwen luisterden graag naar Hem. Kinderen voelden zich bij Hem op hun gemak. In niets leek Hij op iemand die krankzinnig was.

Het is niet verstandig om én je toekomst én je leven te baseren op de leringen van iemand, waarvan je weet dat hij ernstig misleid is! Als Jezus Zich vergiste over zijn goddelijkheid, dan vergiste Hij zich misschien, of zelfs waarschijnlijk, ook op de andere gebieden van Zijn onderwijs. Wie zou de leer en de moraal volgen van iemand waarvan je weet dat hij óf mentaal niet gezond óf misleid is? Iemand, die blijft beweren dat Jezus ernstig misleid was, terwijl hij overtuigend bewijsmateriaal bezit van het tegendeel, is zelf ernstig misleid!

Jezus was een leugenaar

Volg in het schema de pijl naar hen, die zeggen: Jezus wist dat Zijn bewering vals was. Veel Joodse leiders – zowel toen als nu – zeggen dat Jezus doelbewust de mensen op een dwaalspoor bracht door te beweren dat Hij God was. In vroege rabbijnse geschriften lezen we: ‘Op de avond van het Joodse paasfeest hingen ze Yeshua van Nazareth op. Hij had toverij beoefend en Israël bedrogen en op een dwaalspoor gebracht’ (Babylonische Talmoed 43a). ‘Toverij’ verwijst waarschijnlijk naar de beschuldigingen van de Joodse leiders dat Zijn wonderen toverij waren en gedaan door de macht van satan (Mattheüs 12:24, Markus 3:22, Lukas 11:15).

Dat Hij de mensen op een dwaalspoor bracht, verwijst vermoedelijk naar het feit dat de Joodse leiders wisten dat Jezus er aanspraak op had gemaakt, God te zijn. Zij begrepen dat je hem niet kunt beschuldigen dat hij de mensen op een dwaalweg bracht door te leren ‘je naaste lief te hebben als jezelf!’ Dat konden ze alleen vinden in Zijn goddelijkheid. De leiders dienden inderdaad de aanklacht in dat Hij de mensen misleidde met Zijn valse beweringen (Johannes 19:7).

Als de beschuldigingen van de Joodse leiders waar waren, en Jezus weloverwogen valse uitspraken deed over Zijn goddelijkheid, dan was Hij een leugenaar! Maar als Jezus een leugenaar was, dan was Hij wel de meest ongewone leugenaar! Leugenaars vertonen gewoonlijk een heel spoor van leugens, maar Jezus bracht uitsluitend en voortdurend de waarheid. Leugenaars zijn altijd egoïstisch en dienen zichzelf, maar Jezus diende altijd anderen. Leugenaars liegen om zichzelf te beschermen, maar Jezus zocht Zijn eigen veiligheid juist niet. Hij vluchtte niet om Zich te beschermen, zoals leugenaars zouden doen. Nogmaals, als Jezus een leugenaar was, dan was Hij ook een hele dwaze leugenaar, want Hij werd veroordeeld en stierf voor Zijn leugen!

Conclusie

Historisch bewijsmateriaal geeft weer dat Jezus er inderdaad aanspraak op maakte God te zijn, maar voor mensen die weigeren in te zien dat Zijn bewering waar was, blijven maar twee logische keuzes over: Hij was een geesteszieke of Hij was een leugenaar.

Zij die geloven dat Jezus was misleid en slechts dacht dat Hij God was, worden gedwongen om logischerwijs te concluderen dat Hij, die zij als een grote morele leraar eren, in feite mentaal ziek was.

Zij die geloven dat Jezus weloverwogen valse beweringen deed over dat Hij God was, moeten vaststellen dat Hij een leugenaar was. Als Hij een leugenaar is, kan Hij niet hun grote leraar en leider zijn, wiens hoogstaand ethisch onderwijs zij in praktijk willen brengen. In feite, als Hij een leugenaar was, dan was Hij een zeer slecht mens, die miljoenen mensen op een dwaalspoor leidde.

Alle bewijzen die we hebben van Jezus, duiden aan dat Hij niet de karakteristieke gedragingen had van een krankzinnige en ook niet die van een leugenaar. De meeste mensen zullen erkennen dat dit de enige twee redelijke mogelijkheden zijn om uit te kiezen.

Jezus beweerde God te zijn en Zijn bewering was waar

Als je de logische redeneerkunde en de argumentatie met bewijsmateriaal in dit hoofdstuk gevolgd hebt en daarbij als visueel hulpmiddel het schema hebt gebruikt, dan ben je inmiddels zover dat je daarmee kunt aantonen dat Hij geen legende, wereldleider, krankzinnige of leugenaar geweest kan zijn en zal je instemmen met de enige ware logische conclusie dat Jezus niet alleen beweerde God te zijn, maar ook dat Zijn bewering juist was en dat Hij veel meer was dan slechts een groot menselijk religieus leider. Hij is God en Hij is de Heere!

Conclusie

We hebben gezien dat het dwaasheid is om te zeggen: ‘Ik ben bereid wel Jezus te aanvaarden als een groot moreel leraar, maar ik weiger te accepteren dat Hij God is’. Iemand, die alleen maar mens was, en zulke uitspraken over zichzelf deed als Jezus, kan door een weldenkend mens eenvoudig niet beschouwd worden als een groot moreel leider. Hij is óf de Zoon van God, óf Hij heeft nooit bestaan, óf Hij is een dwaas, óf Hij is een leugenaar, óf Hij is een geesteszieke. Geen verstandig mens kan aankomen met: voor mij is Hij de grootste menselijke leider. Een eerlijke bestudering van de historische gegevens over Zijn persoon, optreden en uitspraken laat zo’n gevolgtrekking niet toe. Er blijft geen andere keuze over dan dat deze Man precies was en is wat Hij zei. Er is geen andere mogelijkheid dan te accepteren dat Hij God is. Dan is de volgende logische conclusie dat Hij ook de Heere is.

Als mensen eenmaal hebben erkend dat Jezus God is en dus ook Heere, moeten zij ook nog beslissen om wel of niet in Hem te geloven als hun persoonlijke Redder en Hem te erkennen als Heer van hun leven (zie Romeinen 10:9). Satan en zijn volgelingen, de gevallen engelen, weten heel goed, dat Jezus Heere is (Jakobus 2:19), maar zij weigeren voor Hem te buigen als Heer. Ongelukkigerwijs maken ook veel mensen een weloverwogen besluit om de Heere Jezus te verwerpen en keren zich af van Hem (Mattheüs 7:13). Aan het einde van dit hoofdstuk is de belangrijkste vraag die ieder van ons zich heeft te stellen: ‘Geloof ik persoonlijk dat Jezus Christus de Zoon van God is en aanvaard ik Hem als Redder en Heer van mijn leven?’

Meer Logos Basics lezen?

Je vind het overzicht hier.

Bron
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de cursus ‘Klaar voor een antwoord’ (bladzijde 68-79) van Emmaus Nederland. Het boek is geschreven door David R. Reid. Deze cursus is te volgen via bijbelcursussen.nl. Bij het volgen van een cursus krijgt u persoonlijke begeleiding van een mentor. Het boek is ook als paperback te koop in onze Logos Webshop voor maar €5, druk: 2023.

 

 

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!