Khirbet Qeiyafa, stad van koning David? (3)

by | nov 28, 2017 | Archeologie, Geschiedenis, Onderwijs, Theologie

Bijbelse minimalisten stellen dat er nooit een koninkrijk van David en Salomo bestaan heeft. Zelfs de historiciteit van David wordt in twijfel getrokken. Opgravingen in Khirbet Qeiyafa bevestigen daarentegen dat er een georganiseerd koninkrijk was in de tijd van David.

Het Qeiyafa Ostracon

Archeologen konden hun ogen niet geloven toen er in een kamertje bij een van de poortgebouwen een ostracon, een beschreven potscherf, gevonden werd. De inscriptie was met inkt geschreven in vroeg-Hebreeuws en bleek zo’n duizend jaar ouder dan de Dode Zeerollen, uit de tiende eeuw voor Chr.
De tekst van ongeveer zeventig letters was verdeeld in vijf zinnen en bleek niet makkelijk te ontcijferen. Het was afgebroken van een langer bericht. De inkt was vervaagd, letters waren afgebroken of anderszins beschadigd. Geleerden verschillen van mening over de betekenis. Er wordt gesproken over de weduwe, de wees en de vreemdeling. Ook slaaf, arme, richter en koning worden erin genoemd. De eerste twee woorden zijn ‘al ta’ase’, gij zult niet (….) doen.

Aanstelling van Saul

Een opvallende vertaling geeft de inscriptiedeskundige Emile Puech, van de École Biblique et Archéologique Française in Jerusalem. Hij vertaalt de regel over de koning als volgt: ‘De mannen en de officieren hebben een koning aangesteld.’ Gebaseerd op de vorm van de letters dateert Puech dit ostracon op eind 11e eeuw, begin 10e eeuw. Het is dus ouder dan de tijd van David en Salomo en betreft de overgangstijd van de richteren naar het koningschap. Volgens Puech zou het gaan om een bericht dat Saul als koning aangesteld was. Daarvan is ook bericht in deze stad aangekomen. Een lokale schrijver heeft er een afschrift van gemaakt, waarvan het eerste gedeelte ontbreekt en de rest zwaar beschadigd is. De stad zou dan in de tijd van Saul al bestaan hebben en later door David verder versterkt zijn. Hoe het ook zij, het is het oudste Hebreeuwse schrift dat ooit teruggevonden is. Wat het bijzonder maakt, is dat de inhoud geen handelstransactie is, maar een vorm van ethiek. Er werden in die tijd dus al ethische, literaire teksten geschreven en niet alleen maar administratieve teksten.

Kruik met opschrift Esbaäl

Een andere belangrijke vondst was een grote kruik met de inscriptie Esbaäl, zoon van Beda. De naam Esbaäl komt in de Bijbel voor als de vierde zoon van Saul (1 Kron. 7:33). Deze zoon wordt in 2 Samuël 2:8 Isboseth genoemd en volgde Saul op als koning over Israël. De kruik is zorgvuldig in elkaar gelijmd, maar het eerste woord van de inscriptie is door de breuklijn niet goed leesbaar. Volgens Prof. Galil is hier het woord offergave te lezen. De letters zijn met vaste hand geschreven door een andere schrijver dan van het ostracon.

Schrijfkunst

Volgens de Bijbelse minimalisten zijn de vroege Bijbelboeken pas na de ballingschap geschreven. De Bijbelschrijvers zouden beïnvloed geweest zijn door Griekse geschiedschrijvers zoals Herodotus. De Bijbelverhalen zijn volgens hen onbetrouwbaar. Minimalisten beweren dat er in de 10e eeuw voor Chr. geen schrijfkunst was in Juda. Er zijn echter meerdere inscripties uit die tijd gevonden, dus de vondst van het Qeiyafa Ostracon en de Esbaälinscriptie bevestigen dat de schrijfkunst wijdverbreid was in de tijd van David. Als er zo ver van Jeruzalem al enkele kundige schrijvers waren, hoe zal het dan in Jeruzalem zelf niet geweest zijn?

Schrijvers

In de Bijbel worden verschillende schrijvers van David bij naam genoemd. Zijn oom Jonathan was ook schrijver (1 Kron. 27:37). Deze was dus van de generatie van koning Saul. David zelf schreef een brief naar Joab om Uria voor in de strijd te plaatsen. Blijkbaar kon Joab lezen. Ook de profeet Samuel was de schrijfkunst machtig (1 Sam. 10:25). Eén ding is zeer opvallend. Koningen van andere landen lieten een beeld van zichzelf oprichten of hun heldendaden, al dan niet waarheidsgetrouw, in steen graveren, tot meerdere eer en glorie van henzelf. De boeken Samuël en Koningen bevatten echter zeer gedetailleerde geschiedschrijving. Dit is uniek voor die tijd. In feite bevat de Bijbel de vroegste geschiedschrijving van een volk. De inscripties van Khirbet Qeiyafa laten zien dat men in de tijd van Samuël al de schrijfkunst machtig was en dus in staat was om historische gebeurtenissen voor latere generaties op te schrijven.

Paleis van David gevonden?

Bij het laatste opgravingsseizoen van Khirbet Qeiyafa, in 2013, besloot het team de top van de heuvel van de bovenstad te onderzoeken. Tot hun grote verrassing werden daar restanten van een zeer groot gebouw aangetroffen uit de tijd van koning David. De muren bleken drie keer zo dik als van de gewone huizen, wat er op duidde dat het gebouw meerdere verdiepingen heeft gehad. Zonder twijfel is dit een administratief paleis geweest. Het stond op het hoogste en belangrijkste punt van de stad. Hiervandaan had men uitzicht aan de ene kant naar Jeruzalem en Hebron, aan de andere kant tot aan de Middellandse Zee! Hier woonde waarschijnlijk de gouverneur die namens koning David het hele gebied rond Khirbet Qeiyafa onder zijn beheer had. Hij hief ook de belastingen, wat blijkt uit de vondst van een schathuis.

Schathuis

Aan de noordkant van de stad trof men een groot gebouw aan met pilaren, waarin honderden grote voorraadkruiken heel of in scherven werden teruggevonden. Hier werd de schatting van tarwe, gerst, linzen, olijfolie en wijn bewaard. In onder meer Hazor, Megiddo, Beth-Shemes en Ber-seba zijn zulke schathuizen opgegraven, waarin de koninklijke schatting werd opgeslagen, die niet alleen voor de koning zelf was, maar ook nodig was om het hele ambtenarenapparaat van voedsel te voorzien. De handvaten van de kruiken kregen met een vinger of stok een of meer stempels om aan te geven dat ze het eigendom van de koning waren. In later tijd werden allerlei verschillende bewerkte stempels gebruikt, velen met ‘le melech’, voor de koning, erop. Deze koninklijke eigendomsstempels zijn uniek voor het koninkrijk van Juda en zijn zo’n 800 jaar in gebruik geweest. De vondsten van parfum-, medicijn- en wijnkruiken uit Filistea, duur aardewerk uit Cyprus, albast en scarabeeën uit Egypte, metalen wapens uit de Negev, basalten gebruiksvoorwerpen uit Galilea en zelfs sporen van metaalindustrie met tin uit Anatolië duiden op uitgebreide handel.

Koninkrijk van David

Dit alles laat duidelijk zien dat er een georganiseerd koninkrijk met belasting en administratie was. Zo’n versterkte stad met paleis en schathuis op een strategische plaats langs de grens werd duidelijk niet gebouwd door een lokaal stamhoofd. In de Bijbel wordt uitvoerig geschreven hoe David alles tot in de kleinste details had georganiseerd. In 1 Kronieken 22-27 komt de voorbereiding van de tempelbouw aan de orde, de indeling en de taak van de Levieten, priesters, zangers, portiers, schatbewaarders van de tempelschatten, ambtlieden, rechters, de twaalf legereenheden van 24.000 man die elke maand wisselden, raadsheren, schrijvers, ook degenen die over de belastingen waren. Het is onbegrijpelijk dat minimalisten dan durven te zeggen dat er geen georganiseerd koninkrijk was in de dagen van David.

Naam van de stad

Tot op heden is er geen overeenstemming over de naam van de stad. Sommigen zeggen op grond van de twee poorten dat het Saáraïm is. Anderen vanwege de enorme hoeveelheid potten die in de stad is aangetroffen, dat Netaim gevonden is, waar de pottenbakkers van de koning woonden. In 1 Kronieken 4: 23 staat: “Dezen waren pottenbakkers, wonende bij plantages en tuinen.” Dit kan echter ook vertaald worden met “wonende in Netaim en Gedera.” Misschien dat er bij latere opgravingen wel duidelijkheid komt over de naam.

Stad van Juda

Minimalisten hebben geprobeerd om tegen te werpen dat Khirbet Qeiyafa Filistijns was of Kanaänitisch. Dit is echter onmogelijk. Er zijn geen varkensbotten aangetroffen. Ook ontbrak elk afgodsbeeld. De kazematmuur met huizen ertegenaan is kenmerkend voor Juda, evenals de grote hoeveelheid gestempelde handvaten. De gevonden inscripties zijn vroeg-Hebreeuws. Ook zijn er geperforeerde aardewerk schotels gevonden, die alleen in Juda gebruikt werden om pitabrood te bakken. De hoofdpoort was richting Jeruzalem en niet richting Filistea. Kortom, de stad is duidelijk Judees.

Conclusie

De vondsten in Khirbet Qeiyafa zijn een duidelijk bewijs van een georganiseerd koninkrijk dat rond 1000 voor Chr. opkwam, zwaar versterkte steden bouwde, belastingen hief en uitgebreide handelsbetrekkingen onderhield. Zo licht de Heere Zelf wel eens een tipje van de sluier van de geschiedenis op om de mond van spotters te stoppen.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de Israëlbode. De volledige bronvermelding luidt: Dekker-Daudey, M.J.M., 2017, Khirbet Qeiyafa, stad van koning David? (3), Israëlbode 20 (6): 16-18.