Ieder kind kan begrijpen hoe een watermolen werkt, of het een bovenslag- of een onderslagmolen is, maakt niet uit. In het Nederlandse Openluchtmuseum is de papiermolen een fraai voorbeeld van wat er met een ouderwetse watermolen kan. En ook de graanmolen bij park Sonsbeek in Arnhem heeft voor een kind geen geheimen.
Eeuwenlang hebben mensen gebruik gemaakt van de kracht van water, wind en paarden. Ook de stoommachine leverde een belangrijke bijdrage aan de verhoging van de welvaart. Maar 28 augustus 1831 veranderde er iets fundamenteels. Michael Faraday ontdekte dat een kompasnaald van richting veranderde als er elektrische stroom door een nabijgelegen draad ging. Die elektrische stroom was al een kwart eeuw bekend door het werk van Allessandro Volta (de eerste batterij), maar was alleen interessant in het laboratorium, een praktische toepassing was er nog niet. Dat veranderde drastisch door de ontdekking van Faraday en later door het werk van Werner von Siemens en vele anderen. Door hen ontstonden de dynamo en de elektromotor, de transformator en de gloeilamp.
En die ontdekkingen en uitvindingen hebben de wereld totaal veranderd. Nog maar ruim een eeuw geleden waren de meeste mensen de hele dag bezig met eten verzamelen, schoonmaken en eenvoudig te bestrijden ziektes overwinnen. Het grootste deel van de bevolking werkte in de landbouw, kanker en hartziekten kwamen veel minder voor, domweg omdat de mensen maar half zo oud werden als nu. Iedereen kan de lijst van ellende aanvullen. Het volledig andere leven dat we nu leiden, is voor een groot deel te danken aan het feit dat een magneet wordt beïnvloed door stroom en dat stroom kan worden opgewekt door een bewegende magneet, de elektromotor en de dynamo.
Ondoorgrondelijk
Een makkelijk te begrijpen watermolen wordt aangedreven door de zwaartekracht, overigens het moeilijkste fenomeen in de schepping. Maar dat kunnen we als een gegeven beschouwen, waarover we ons verder niet al te druk hoeven te maken. Elektriciteit is echter veel mysterieuzer. De wetten van de elektriciteit zijn heel nauwkeurig, dus weten we precies wat er gebeurt onder bepaalde omstandigheden. Maar hoe het werkt, dat blijft ondoorgrondelijk. Elektrische stroom wordt veroorzaakt door een stroom elektronen, maar wat een elektron is, blijft een raadsel. Soms is het een deeltje, soms een golfbeweging. Net zo wonderlijk als licht: deeltjes of een golfbeweging.
We zien het, maar doorgronden het niet. Vroeger waren huisvrouwen constant bezig met koken en de was doen. Nu heeft bijna iedereen een wasmachine en een droger, een naaimachine, een stofzuiger, magnetron en een mixer. Voor ontspanning en communicatie zijn er de televisie, cd- en dvd-speler, radio, computer, internet, e-mail, telefoon, het mobieltje, GPS en een Nintendo. Voor vervoer: auto, trein, bus en vliegtuig. Dankzij verlichting zijn we niet meer afhankelijk van daglicht. En dat zijn maar een paar voorbeelden van ontwikkelingen, die ons leven onvergelijkbaar maken met dat van toen ik jong was. Nu zijn alle mooie dingen, die God in zijn schepping heeft gelegd en die we vanzelfsprekend zijn gaan vinden, ook in hun tegendeel te gebruiken. We worden er geen betere mensen door, maar feit blijft dat God ze ons geeft. Toch hoort er nog iets bij om het verhaal compleet te maken.
Voor het transport van elektriciteit en voor elektromagneten in motoren is maar één materiaal geschikt, namelijk koper. Het is goedkoop, makkelijk tot draad te trekken, (nog) ruim voorradig en het roest niet. Zonder koper zou die hele ontwikkeling onmogelijk zijn geweest, maar God heeft ook die stof in de schepping gelegd. Is een dankdag voor gewas, arbeid en koperdraad een suggestie? En nog iets om over na te denken: waarom maken wij, in onze tijd, dit allemaal mee?
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Opbouw. De volledige bronvermelding luidt: Valkenburg, K., 2007, Wonder boven wonder (16) Koperdraad, Opbouw 51 (17): (…) (Artikel).