Mag ik geloven in de wetenschap?

by | nov 10, 2016 | Theologie

Natuurlijk mag u in de wetenschap geloven. Maar wat bedoelt u met ‘geloven’ en welk plekje geeft u dat geloof? Dit artikel geeft in een kort bestek antwoord op de vraag waarom de Bijbel een eigen en exclusieve plaats kent in het bondgenootschap van geloof en wetenschap. U krijgt hiermee het noodzakelijk kader om als Christen in deze Postmoderne tijd staande te blijven.

old-geyser-1757550_1280

Mag ik geloven in de wetenschap? Deze vraag is niet eenduidig. Natuurlijk mag u in de wetenschap geloven, maar welke invulling geeft u aan het woord ‘geloven’? Laten wij nu eerst verwoorden wat wij onder ‘wetenschap’ mogen verstaan. Een citaat van Karl Popper: ‘Wat wetenschappers in de praktijk doen, is het formuleren van vragen of problemen die in de vorm van een hypothese worden gegoten. Deze hypotheses (= vooronderstellingen) worden vervolgens getoetst aan de werkelijkheid, niet met de bedoeling om te bewijzen dat ze waar zijn (= verificatie), maar om te testen of ze onwaar zijn (= falsificatie) De wetenschap beweegt naar de waarheid toe, maar weet nooit of ze die bereikt heeft: waarheid is een ideële (= denkbeeldige) horizon die nooit wordt geraakt De wetenschap is een voortdurend proces van vraag-en-antwoord waarbij alle antwoorden voorlopig zijn… De oorsprong van het stellen van vragen is niet zeer relevant. Alle vragen zijn toegestaan.’.

De wetenschap is zeer zinvol om het leven mede gestalte te geven, maar vanuit mijn levensbeschouwing zie ik de wetenschap niet als grondslag waarop ik sta. Daar kom ik later nog op terug. Maar laten wij eerst nog enkele begrippen verduidelijken. Wat is ‘levensbeschouwing’? Dan denk ik aan het geheel van opvattingen over het leven, zijn waarde en wezen en hoe het gevoerd moet worden. Mijn levensbeschouwing hoort bij mij en vormt een belangrijk deel van mijn identiteit. En wat is ‘geloven’? Het ‘geloof’ in de wetenschap dienen wij anders te definiëren dan het ‘geloof’ in God. Het is respectievelijk ‘veronderstellen/aannemelijk, dat iets waar is, tot het tegendeel wordt bewezen’ tegenover ‘zeker weten’. Voor deze laatste vorm van ‘geloven’, kunnen wij denken aan Hand 16:31 en Hebr 11:1. De wetenschap is feilbaar. Zij spreekt hooguit van ‘geldigheid’ binnen haar domein. Daartegenover is het Woord van God, de Bijbel, onfeilbaar en spreekt ‘Waarheid’. Zie o.a. in Ps 119:160; 2 Tim 3:15-16 en Luc 24:15-27. Vergis u niet! Het is zeer belangrijk om in te zien dat ook de theologie, zoals al de andere wetenschappen, feilbaar – gebrekkig mensenwerk – is. De consequentie is dat wij ervan doordrongen moeten zijn dat wij de ‘theologie’ niet gelijk aan het onfeilbare ‘Woord’ mogen stellen. Alleen op het fundament van Woord en Geest, Marc 12:24, kunnen theologische concepten betrouwbaar zijn. Het is ook van zeer groot belang dat u onderscheid maakt tussen het ‘levensbeschouwelijk fundament’, het denkkader dat uw persoonlijkheid vertegenwoordigt en het ‘fundament’, het externe gegeven, waarop u staat. Elk mens staat op een fundament, d.w.z. dat een extern gegeven als W(w)aarheid wordt aangenomen. Zo ‘gelooft’ de atheïst in de ‘rede’ en ‘wetenschap’ als het fundament waarop hij/zij mag staan en een Christen ziet de Bijbel als het fundament der Waarheid waarop hij/zij mag staan. Als Christen dient ons ‘levensbeschouwelijk fundament’ vorm en inhoud te krijgen door de vereenzelviging met het ‘fundament der Waarheid’, het Woord van God. Dit fundament wordt natuurlijk daarnaast ook ingekleurd door enkele subjectieve opvattingen die het gevolg zijn van de cultuur waarin wij leven, maar haar harde kern wordt alleen door het fundament der Waarheid gevormd. Mijn denkkader zal daarom ook nooit met de tijd wezenlijk veranderen, 1 Petr 1:23-25. Door geen onderscheid te maken tussen het levensbeschouwelijk persoonlijk fundament, soms ook aangeduid als ons paradigma, en het fundament der Waarheid als het externe en exclusieve (= alleenrecht/ wat andere mogelijkheden uitsluit) fundament, zijn velen in een geloofscrisis terecht gekomen. Het zijn vooral jonge gelovigen die tijdens hun wetenschappelijke scholing daardoor het geloof in God hebben ‘verloren’. Jes. 47:10 (SV) ‘Uw wijsheid en uw wetenschap heeft u afkerig gemaakt; en gij hebt in uw hart gezegd: Ik ben het, en niemand meer dan ik’. Want zij hebben immers de veilige haven, die de Schepper ons mensen heeft aangeboden, verlaten en daardoor vatbaar geworden voor de machten van de duisternis. In Luc 6:47-49 is er sprake van twee fundamenten. Het ‘levensbeschouwelijk fundament’ en het ‘fundament der Waarheid’. ‘Een ieder, die tot Mij komt en mijn woorden hoort en ze doet. (…) Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament (= levensbeschouwelijk fundament) op de rots (= fundament der Waarheid) gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was.’. Wankelt uw bouwwerk in de stormen van het leven? Laten wij (onder het plaatje) enkele mogelijke oorzaken hiervan bespreken.

lezen_wat_er_staat-pixabay

(1) In uw denken dienen het ‘Woord van God’ en de ‘wetenschap’ een afzonderlijke plaats te krijgen. Laten wij ons eerst verdiepen in de Bijbel, het Woord van God. Alleen in Christus vinden wij alle schatten van wijsheid en kennis, Kol 2:3. Wij dienen Hem op onze levensweg, dus ook in de wetenschap, te kennen, Spr 3:6. Hij is de God van de wetenschap, (SV) 1 Sam 2:3. Groot zijn de werken des HEREN, na te speuren door allen die er behagen in hebben, Ps 111:2. Alleen God kan ons vertellen hoe de aarde, en alles wat daarop leeft, tot stand is gekomen, Hebr. 11:3. Alleen God heeft de verordeningen (= wetten/ wetmatigheden) ingesteld en onderhoudt (= bewaart; in stand houden) deze, o.a. Ps. 104:10-30 en Hebr. 1:2-3. Alleen de Schrift geeft mij richting hoe het leven geleefd moet worden, o.a. Ex 20:1-17. De Bijbel is het noodzakelijk fundament, zonder hetwelk iedere vorm van wetenschap een onbetrouwbare en onzekere onderneming is. 2 Tim 3:16-17 ‘Opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust’. Maar wat is nu de plaats van de wetenschap? Zoals de Bijbel niet op de stoel van de wetenschap mag zitten, zo mag de wetenschap niet op de stoel van de Bijbel gaan zitten! Het is de taak van de wetenschap om vanuit de werken Gods richting te geven op het spoor dat naar de waarheid leidt.

(2) U dient te geloven in het exclusieve gezag van de Bijbel. Ik wil u vervolgens vragen om niet te geloven in de wetenschap als het fundament der Waarheid waarop u dient te bouwen, maar te geloven in de wetenschap als een middel dat u kan helpen bij het bouwen van uw huis op de Rots, het fundament van Woord en Geest. Wij hebben geen ‘wereldse’ wetenschap nodig om ‘het Fundament’, het door God gegeven exclusieve fundament van Woord en Geest, waarop wij mogen bouwen, mede gestalte te geven. Daar heeft de wetenschap geen recht op. Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen, 1 Kor 3:9-15. Daar spreekt ook Matt 7:24-26 over: ‘Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots (= Christus)’.

(3) Wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken. Dan hebt u geen voorkeur aan een ‘vleselijk’ denken (= de rede), Kol 2:18, dat zich boven de Schrift stelt, maar aan het ‘geestelijk’ denken dat zich laat leiden door de Heilige Geest. Ef. 4:17-18 ‘dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun Hart’; 2 Kor 10:3-6 ‘elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus.’ (SV:‘alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus’). Maar wat een ongehoorzaamheid zien wij in deze postmoderne tijd. Ik zou mij willen beperken met het noemen van het denken dat andere invloeden een plekje wil geven voor de vorming van het fundament waarop u staat. Een synthetisch (= geen tegenstellingen) denken i.p.v. het Bijbels rationeel denken in de vorm van these/antithese (zoals: Christus is de weg (= de these) tegenover Allah is de weg (= de antithese). Jes. 5:20 ‘Wee hun die het kwade goed noemen en het goede kwaad; die duisternis voorstellen als licht en licht als duisternis’. Een denken dat zich door de Heilige Geest laat reglementeren, onthoudt zich van nutteloze vragen. Het geeft zijn gedachten gevangen onder Gods Woord en gaat niet eigenzinnig zijn weg. Dit denken is gehoorzaam aan de criteria die de Bijbel geeft om haar te kunnen bestuderen. Dan denk ik o.a. aan het gegeven om Schrift met Schrift te vergelijken en niet Schrift met wetenschap. Het is ongehoorzaamheid aan God om naast de Bijbel nog andere gezagsbronnen als fundament voor ons geloofsleven te accepteren, 2 Petr. 1:20.

Een praktijkvoorbeeld.

Citaat (tijdens een gesprek over het boekje “Het geheime logboek van topnerd Tycho”): “Wij dienen niet meer antithetisch te denken (…) Hoe kun je (natuur)wetenschap bedrijven terwijl je onverkort vasthoudt aan de Bijbel als het Woord van de levende God?”.

Mijn reactie: Dienen wij niet meer antithetisch te denken? Het Bijbels waarheidsbegrip is absoluut (niet: relatief), thetisch – antithetisch, en niet synthetisch. De postmoderne mens moet weer leren om in de absolute termen van de Bijbel te gaan denken. Naar mijn mening is de weg van de synthese de grootste misleiding van de huidige tijd en zal tot een verwoestende uitwerking komen. Dit uit zich o.a. in de ontkenning van de exclusieve Waarheid; geen exclusieve weg tot het heil; de Bijbel krijgt niet het gezag dat haar toekomt; infiltratie van andere leringen; gevoel boven kennis. Het resultaat hiervan zien wij o.a. geïllustreerd in Matt 7:22-23. Geloof en wetenschap zijn elkaars bondgenoten met ieder hun eigen plek. Wij kunnen het christelijke geloof en de wetenschap zien als twee, bij elkaar horende, kennislijnen waarvan het snijpunt, de ‘Waarheid’, pas in de nieuwe schepping zichtbaar wordt.