Het lezen van een artikel van dr. Gerdien de Jong de Jong in Radix met als titel ‘De onafhankelijkheid van geloof en wetenschap’ leidde er toe dat het achtergrondartikel van E. Sober gelezen werd met als titel ‘Why methodological naturalism’. De inhoud is opmerkenswaard. In het eerste deel heeft Elliott Sober betoogd dat methodologisch naturalisme niet a priori (vooraf) te verdedigen valt. Hij beargumenteert dat het methodologisch naturalisme wel a posteriori verdedigd kan worden. Het methodologisch naturalisme heeft zijn sporen verdiend en die werkwijze moet je dus niet veranderen. Ook G. de Jong is in Radix deze mening toegedaan. Nemen we nu de zienswijze van Sober en De Jong onder de loep.
Sober betoogde dat getallen ook bovennatuurlijke entiteiten (wezens) zijn, en dat we getallen met veel vrucht gebruiken in natuurwetenschappelijk onderzoek. Dus waarom getallen wel en God niet? De redenatie van Sober is dat veel natuurwetenschappelijke theorieën aannemen dat getallen bestaan. Daarentegen nemen niet veel wetenschappelijke theorieën aan dat God bestaat. Wetenschappelijke theorieën zijn veelal neutraal ten opzichte van het gegeven dat God bestaat. Ze zijn ‘stil’ in dat opzicht. Zulke theorieën geven aan dat wetenschap geen God-postulaat nodig heeft. Aan deze theorieën kan God worden toegevoegd. Naturalisten betogen vaak dat dat het einde van de wetenschap is, maar dat is niet zo volgens Sober. Echter, is het ook niet zo dat het toevoegen van God de wetenschap verrijkt. Naturalistische wetenschap is een succes. Theïsme is onnodig. Voor methodisch naturalisme geldt: if it isn’t broken, don’t fix it. Sober gaat verder: een vlug antwoord zou kunnen zijn dat wetenschap al gebroken is en inderdaad gerepareerd moet worden. Wel, als wetenschap antwoorden zou moeten geven in ethische kwesties, dan is dat inderdaad zo. Maar wetenschap gaat daar niet over. Dat te stellen is sciëntisme. Dit is mijlenver verwijderd van methodologisch naturalisme. Persoonlijk geloof ik hier niets van. Als we de werking of het bestaan van God als basis voor onze kennis van de natuur opgeven, dan leidt dat zeker wel tot sciëntisme of tot relativisme c.q. scepticisme. Bewust of onbewust; ethische kwesties moeten ergens een basis hebben. Maar Sober gaat verder: zouden we nieuw onderzoek kunnen opzetten dat empirisch succesvol is en dat is gecommitteerd aan het bestaan van God? De makkelijke manier zou zijn om een bestaande theorie te nemen en te stellen: ‘and this is Gods will’. Oké, het is dan theïstische wetenschap, maar het theïstische deel is niet functioneel. Een andere nutteloze manier zou zijn om een wetenschappelijke theorie te nemen en daaraan een theologisch deel toe te voegen dat geen zeggingskracht heeft met betrekking tot het naturalistische deel van de wetenschappelijke theorie, maar op een heel ander deel van de natuurlijke werkelijkheid. Ook dan geeft het theïstische deel geen enkele meerwaarde.
Sober kijkt naar de historie. Daarin ziet hij hoe in de loop van decennia het aantal naturalistische theorieën en het succes van deze theorieën hand over hand toegenomen is. Volgens hem kwam het naturalisme voort uit het theïsme: ‘Theists developed a theological picture according to which a benevolent deity made the world in such a way that methodological naturalism would turn out to be a successful research tool.’ Darwin gaf het aan in 1895 in the Origin: ‘But with regard to the material world, we can at least go so far as this – we can perceive that events are brought about not by insulated interpositions of Divine power, exerted in each particular case, but by the establishment of general laws.’
Zowel wetenschappers als theologen hebben het methodologisch naturalisme gepromoot. Toen Laplace de theorie voor het ontstaan van het zonnestelsel (neveltheorie) aan Napoleon voorlegde, was deze onthutst: ‘Where is God in your theorie?’ Laplace zou geantwoord hebben dat hij geen God in zijn theorie nodig heeft. Darwin zou volgens Sober eenzelfde antwoord hebben kunnen geven aan zijn tijdgenoten. Dit is volgens Sober echter geen bewijs dat God niet bestaat. Hierbij komt hij terug op een advies van Monod, dat hij zeer hoog in het vaandel heeft staan: ‘Any confusion between the ideas suggested by science and science itself must be carefully avoided.’ Volgens sommigen mag methodologisch naturalisme suggereren dat God niet bestaat, maar deze suggestie is geen onderdeel van de wetenschap zelf.
Hoe gaat G. de Jong in haar artikel: ‘De onafhankelijkheid van geloof en wetenschap’ om met deze materie? Zij gaat in de zienswijze van Sober mee en na het bespreken van een aantal voorbeelden stelt ze:
‘Er zijn nooit wonderen vastgesteld waarbij massa uit het niets verschijnt. Zolang dat niet zo is, gaan we over tot de orde van de dag en werken we met natuurwetten, niet uit naturalistisch vooroordeel of uit een zelfopgelegde beperking, maar omdat er geen noodzaak voor een andere werkwijze is.’
Bij deze stellingname kunnen een aantal kanttekeningen worden geplaatst, bijvoorbeeld dat er wel degelijk is waargenomen dat massa uit het niets verschijnt. Denk aan de vermenigvuldiging van de broden en vissen door Jezus verricht. Of dat ook volgens naturalistische theorieën massa-energie ergens eens ontstaan moet zijn, aannemende dat massa-energie niet eeuwig bestaan kan hebben.
Ten slotte stelt De Jong in navolging van Sober: ‘Bovennatuurlijke verklaringen blijken nooit nodig geweest te zijn. Natuurwetenschappelijke theorieën kunnen het zich veroorloven geen aandacht te schenken aan het bovennatuurlijke.’
Hier kan een aantal reacties op gegeven worden:
1) Er zijn al eeuwen diepgelovige wetenschappers met veel vrucht in de wetenschap werkzaam, terwijl ze niet het methodologisch naturalisme hanteren. Wetenschappers die publiceren in reguliere wetenschappelijke tijdschriften, die wetenschappelijke prijzen behalen, en van wie de wetenschappelijke publicaties niet zijn te onderscheiden van wetenschappers die het methodologisch naturalisme hanteren. Niet-methodologisch naturalisme is net zo vruchtbaar als methodologisch naturalisme.
2) De theorie van de macro-evolutie wordt gehanteerd als universeel verklaringskader, maar ze heeft hoegenaamd geen voorspellende waarde. De voorspellende waarde die ze heeft, heeft waarschijnlijk te maken met het Gettier-probleem. Dit is waarschijnlijk ook de reden dat op universiteiten macro-evolutie geen vakgebied is dat zich financieel kan bedruipen.
3) Methodologisch naturalisme leidt mijns inziens wel degelijk tot gebrekkige wetenschap. Als we aangeven dat het doel van natuurwetenschap is ‘het verkrijgen van kennis van en inzicht in onze geschapen werkelijkheid’, dan zijn voorbeelden van gebreken te geven als:
a. Gebrekkige of onware kennis en gebrekkig inzicht. Zomaar enkele voorbeelden: hoewel er geen bewijs is voor Common Descent, wordt die aanname allerwege als inzicht gepropageerd. Op grond daarvan wordt aangenomen dat de mens een geëvolueerd dier is, wat grote implicaties heeft voor de visie op de mens ten opzichte van de Schepper, de medemens en de schepping. Op basis van enkele anatomische kenmerken is het tegenwoordig in de mode om vogels als dinosaurussen te beschouwen; Zeer verwarrend voor inzicht in de fysiologie van huidige vogels en reptielen. Als overeenkomsten tussen soorten in DNA uitgelegd worden in termen van macro-evolutie, verdwijnt het inzicht in de fysiologische betekenis van deze overeenkomst in DNA. Dit geldt temeer voor botstructuren van levende of uitgestorven dieren.
b. De ‘inzichten’ van het sociaal Darwinisme en de eugenetica hebben in de 19e en begin 20e eeuw geleid tot experimenten die veel menselijk leed hebben veroorzaakt.
c. Een gebrek van het methodologisch naturalisme is dat onderzoeksinspanningen en miljarden euro’s worden gespendeerd aan nutteloos onderzoek. Geld dat beter besteed had kunnen worden. Dat nutteloze onderzoek betreft bijvoorbeeld onderzoek naar leven elders in het heelal, onderzoek naar een naturalistische oorsprong van leven, of onderzoek naar een naturalistisch ontstaan van bewustzijn.
4) Methodologisch naturalistische theorieën falen aantoonbaar bij het beschrijven van het ontstaan van het heelal, het ontstaan van leven, het ontstaan van bewustzijn, het ontstaan van informatie, het ontstaan van complexiteit, het ontstaan van doel en het ontstaan van een universele moraal. De beschrijvingen die van dergelijke processen gegeven worden, laten zich lezen als het boek ‘The lord of the rings’: meeslepend, goed uitgedacht, creatief en intelligent, maar fictie.
5) Ten slotte: theorieën kunnen opgesteld worden, waarbij de aanwezigheid en werkzaamheid van God niet expliciet benoemd of beschreven worden. Er bestaat zelfs een heel Bijbelboek waarin het woord God niet voorkomt. Dit betekent echter niet dat de wetenschapper bij het bedrijven van zijn wetenschappelijk werk het zich kan permitteren om geen aandacht te schenken aan het bovennatuurlijke.
Ten slotte: zowel Sober als De Jong hechten terecht grote waarde aan de woorden van Monod: ‘Any confusion between the ideas suggested by science and science itself must be carefully avoided.’ Als we deze uitspraak toepassen op de a posteriori verdediging van het methodologisch naturalisme, dan luidt deze als volgt: ‘Any confusion between the idea that methodologic naturalism is the most fruitful method in science, and science itself must be carefully avoided.’ Methodologisch naturalisme is zowel a priori als a posteriori moeilijk te verdedigen. Toch is het niet zo dat in wetenschappelijke theorieën vaak aan God gememoreerd wordt, terwijl andere bovennatuurlijke entiteiten zoals getallen wel veel gebruikt worden. Dit leidt tot de volgende vraag: hoe bedrijft een christen wetenschap? Maar dat is voor een andere keer.
Lees hier de overige delen van deze serie:
(deel 1) https://logos.nl/methodologisch-naturalisme-waar-wortelt-radix/.
(deel 2) https://logos.nl/methodologisch-naturalisme-wortelt-radix/.
(deel 3) https://logos.nl/methodologisch-naturalisme-wortelt-radix-2/.
(deel 4) https://logos.nl/methodologisch-naturalisme-wortelt-radix-3/.
(deel 5) https://logos.nl/methodologisch-naturalisme-wortelt-radix-4/.
(deel 6) https://logos.nl/methodologisch-naturalisme-wortelt-radix-5/.
(deel 7) https://logos.nl/methodologisch-naturalisme-wortelt-radix-6/.
(deel 8) https://logos.nl/methodologisch-naturalisme-wortelt-radix-7/.