Montezuma de Rebel

by | feb 15, 2018 | Antropologie, Onderwijs

Dit artikel verscheen eerder (in 2007) op de inmiddels opgeheven website evolutie.eu.

Het onderstaande verhaal is afkomstig van de Tohono O’odham Indianen (vroeger bekend als de Papago). Het is gebaseerd op een verhaal dat in 1883 gerapporteerd werd, en ik heb het vertaald/geparafraseerd uit het boek American Indian Myths and Legends, van Richard Erdoes en Alfonso Ortiz, Pantheon Books, New York, 1984, pp. 487-489.

Montezuma de Rebel

Voordat hij de mensheid schiep, maakte de Grote Mysterieuze Kracht de aarde en alle dingen die daarop leefden. Vervolgens daalde het Grote Mysterie neder tot de aarde, en groef er een gat. De opgegraven klei maakte hij in een vorm, en hij steeg hiermee op in de lucht. Daarna gooide hij de vorm in het gat dat hij gegraven had. Onmiddellijk kwam Montezuma uit dit gat tevoorschijn, en na hem al de Indianenstammen. Als laatste kwamen de wilde, ontembare Apaches naar buiten, en ze renden in alle richtingen, zo snel als ze gemaakt werden.

De wijze Montezuma leerde de mensen alles wat ze moesten weten: hoe ze manden en kruiken moesten maken, hoe ze maïs moesten verbouwen en hoe ze vuur moesten maken om hun voedsel te koken. Het was een gelukkige tijd. De zon stond veel dichter bij de aarde, waardoor het er altijd lekker warm was. Er was geen winter en geen kou. Mensen en dieren leefden als broers samen en spraken dezelfde taal, dus insecten en vogels konden praten met een mens.

Maar toen kwam de grote vloed. Lang voordat deze kwam, echter, zei Coyote tegen Montezuma: “Je moet een grote kano maken, je hebt het spoedig nodig.” Montezuma, die alles kon maken, volgde het advies van Coyote op. Hij bouwde de boot en bewaarde deze op de grote berg die de blanken Monte Rosa noemen. Coyote maakte ook een vreemd soort boot: hij knaagde aan een boomstam totdat deze omviel, en holde de boomstam uit met z’n tanden. Hij sloot de opening af met pijnbomenhars.

Toen de vloed die Coyote had voorspeld eindelijk kwam, kroop Coyote in zijn uitgeholde boomstam, terwijl Montezuma in zijn kano klom. En daar dreven ze op de wateren, terwijl al het andere levende verging. Toen de wateren langzaam maar zeker wegspoelden, werd de piek van Monta Rosa zichtbaar. Zowel Montezuma als Coyote stuurden er naartoe, het enige droge stukje land in de wijde omgeving. Daar ontmoette de twee vrienden elkaar, blij nog in leven te zijn.

Montezuma zei tegen Coyote: “Vriend, er moet ergens nog meer droog land zijn. Jij reist snel op vier poten. Ga op verkenning in het westen.” Coyote ging, maar kwam vier dagen later uitgeput terug. Hij zei tegen Montezuma: “Aan die kant van het universum vond ik alleen maar water, niets anders dan water.” Montezuma antwoordde: “Vriend, rust wat uit, en dan ga naar het zuiden om te kijken of je daar iets vindt.” Coyote rustte en ging daarna richting het zuiden. Opnieuw kwam hij na vier dagen terug en zei: “In het zuiden staat ook alles nog onder water.” Hij ging naar het oosten, en ook daar was het hetzelfde: overal water. Ten slotte stuurde Montezuma Coyote naar het noorden en dit keer kwam Coyote terug met goed nieuws: “In het noorden zijn de wateren aan het zakken, er is veel droog land.” Montezuma was blij dit te horen. Hij zei tegen Coyote: “Vriend, daar in het noorden moeten we beginnen een nieuwe wereld op te bouwen.”

De Grote Mysterieuze Kracht maakte opnieuw mensen en dieren. Nadat het leven opnieuw geschapen was gaf hij Montezuma overal de leiding over. Montezuma verdeelde de stammen opnieuw in naties, en gaf hen rechtvaardige wetten, en leerde hen opnieuw hoe ze moesten leven. Bij al zijn taken was Coyote zijn trouwe helper. Spoedig vermeerderden de mensen en dieren zich weer, en iedereen was gelukkig.

Maar Montezuma’s krachten, die hij van de Grote Mysterieuze Kracht had gekregen, maakten hem trots. “We hebben geen Schepper nodig,” zei hij, “ik ben zelf een Schepper. Mijn krachten zijn even groot als die van de Grote Mysterieuze Kracht. Ik heb niemands bevelen nodig, ik ben zelf de Grote Bevelhebber.”

Coyote waarschuwde hem wat nederiger te zijn. “Je weet dat er een kracht boven ons is, groter dan dat van jou, de Kracht van het Universum. Gehoorzaam zijn wetten.” Maar Montezuma antwoordde: “Ik heb jouw advies niet nodig. Wie denk jij wel niet dat je bent om de Grote Montezuma te corrigeren? Sta ik niet ver boven jou? Ben ik niet jouw meester? Ga weg! Ik heb je niet meer nodig.” Coyote vertrok hoofdschuddend, zich afvragend wat er aan de hand was.

Toen riep Montezuma de stammen bij zich en zei: “Ik ben groter dan alles dat ooit is geweest, groter dan alles wat is, en groter dan alles wat ooit zal zijn. Jullie zullen een groot huis voor me bouwen, verdieping op verdieping op verdieping. Een huis dat zal oprijzen in de lucht, ver boven de aarde tot in de hemel, waar ik zal heersen als Opperhoofd van het hele Universum.”

De Grote Mysterieuze Kracht daalde neder om met Montezuma te praten, om hem te vertellen op te houden datgene uit te dagen wat niet uit te dagen valt. Maar Montezuma wilde niet luisteren. Hij zei: “Ik ben almachtig, laat geen enkele kracht mij in de weg staan. Ik ben de Grote Rebel. Ik zal deze wereld herinrichten zoals Ik dat wil.”

Toen veranderde goed in slecht. De mensen begonnen te jagen op dieren en hen te doden. Ze negeerden de eeuwige wetten waarnaar ze hadden geleefd, en begonnen met elkaar te vechten. De Grote Mysterieuze Kracht probeerde Montezuma en de mensen te waarschuwen door de zon verder van de aarde te plaatsen naar waar deze nu staat. Winter, sneeuw, ijs en hagel verschenen, maar niemand luisterde naar deze waarschuwing.

Ondertussen liet Montezuma al de mensen werken om zijn hoge huis te bouwen. De kamers waren van koraal en agaat, turkoois en parelmoer. Het werd hoger en hoger, maar net toen het boven de wolken uit begon te steken, deed de Grote Mysterieuze Kracht de aarde schudden. Montezuma’s grote huis van kostbare stenen stortte in tot een grote hoop rommel.

Toen dat gebeurde ontdekte de mensen dat ze niet meer met de dieren konden spreken. En ook de verschillende stammen, ook al waren ze allemaal mensen, konder elkaar niet meer verstaan. Toen balde Montezuma zijn vuist richting de hemel en riep: “Grote Mysterieuze Kracht, ik trotseer u! Ik zal u bestrijden! Ik zal de mensen vertellen niet meer te bidden en geen maïs en fruit meer te offeren aan de Schepper. Ik, Montezuma, neem uw plaats in!”

De Grote Mysterieuze Kracht was verdrietig, en huilde zelfs, want degene die hij had gekozen om de mensen te leiden had tegen hem gerebelleerd. Toen besloot de Grote Mysterieuze Kracht degenen die tegen hem opgestaan waren te vernietigen. Hij stuurde de sprinkhaan naar het oosten, over de grote wateren, om een volk te roepen uit een ver, onbekend land. Mensen met lichamen vol haar, die op vreemde dieren reden, gekleed in ijzer, en die ijzeren wapens droegen en magische holle stokken die vuur, donder en vernietiging spuwden. De Grote Mysterieuze Kracht stond deze bebaarde, genadeloze mensen toe om in schepen over de grote wateren uit het oosten te komen, en Montezuma’s land en macht af te nemen, en hem volledig te vernietigen.

Overeenkomsten met Genesis

 

Dit verhaal bevat een aantal sterke overeenkomsten met Genesis:

Tohono O’odhamGenesis 6-11
Allesvernietigende vloedWereldwijde zondvloed
Rebellie tegen de Schepper ná de vloedOngehoorzaamheid aan God na de vloed
Bouw van een grote torenBouw van de Toren van Babel
Verschillende stammen konden elkaar niet meer verstaan, mensen konden niet meer met dieren pratenSpraakverwarring

Een andere mogelijke parallel is dat er enige tijd na de vloed ineens “winter, sneeuw, ijs en hagel” verschenen. Dit staat niet in de Bijbel vermeldt, maar volgens het scheppingsraamwerk moet er vlak na de zondvloed een ijstijd hebben plaatsgevonden.

De overeenkomsten zijn zó treffend, dat dit niet twee onafhankelijk van elkaar verzonnen verhalen kunnen zijn. Tegelijk zijn de verhalen in de details totaal verschillend (alleen de meest algemene verhaallijn is in tact), waardoor het er niet op lijkt dat de Tohono O’odham indianen dit verhaal overgenomen hebben van christelijke missionarissen. De meest waarschijnlijke verklaring voor zowel de overeenkomsten als de verschillen is dus dat de zondvloed en spraakverwarring werkelijk hebben plaatsgevonden, en dat de voorouders van de Tohono O’odham dit verhaal gedurende meer dan 4000 jaar mondeling hebben overgeleverd. (Want alle volken stammen af van mensen die de zondvloed en spraakverwarring hebben meegemaakt.)

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!