Het is de schrik van elk ziekenhuis: bacteriën die resistent zijn voor antibiotica. Nieuw onderzoek lijkt uit te wijzen dat dit probleem groter is dan gedacht…
Bacteriën die schadelijk zijn voor mensen kunnen normaal gesproken worden aangepakt met een antibioticakuur. Maar soms ontstaat er een mutatie, waardoor de antibiotica niet meer effectief zijn. Antibiotica verstoren processen in de bacterie, zoals het aanmaken van een celwand, waardoor ze afsterven. Ook kunnen voortplantingsprocessen worden verstoord, waardoor ze zich niet meer kunnen verspreiden. Als bacteriën bepaalde mutaties krijgen kunnen die antibiotica hun werk niet meer goed doen. Zo ontstaan antibiotica-resistente bacteriën. Het nare van bacteriën is dat ze de mogelijkheid hebben om stukjes genetisch materiaal uit te wisselen. Zo kunnen resistente bacteriën hun kapotte genen dus doorgeven aan andere bacteriën, die op die manier ook de resistentie verwerven.
Een onderzoeksteam van Harvard ontdekte onlangs dat een bepaalde klasse resistente bacteriën – de zogenaamde carbapenemresistente enterobacteriën (CRE) – nóg gevaarlijker zijn dan al bekend was.1 Zo kwamen ze erachter dat deze bacteriën meer verschillende manieren hebben om antibiotica te weerstaan dan voorheen gedacht.
Wat de CRE ook gevaarlijk maakt is dat ze niet altijd een ziektebeeld veroorzaken bij patiënten. Zo kunnen ze zich ongezien verspreiden, als heuse ninja-bacteriën. De beste manier om de verspreiding van CRE tegen te gaan is de overdracht van mens op mens te stoppen. Hier ligt dus nog een hele uitdaging voor de medische wereld.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website van Weet Magazine. Het originele artikel is hier te vinden.