“Nooit van gehoord” Dat is ongeveer de reactie van de, niet bij name genoemde, farao toen Mozes voor de eerste keer met een opdracht van God bij hem kwam. Een Nederlandse vertaling van de Hebreeuwse grondtekst geeft het gesprek met de farao als volgt weer. Daarna kwamen Mozes en Aäron en zeiden tegen de farao: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: “Laat Mijn volk gaan … Maar de farao zei: Wie is de HEERE, naar Wiens stem ik zou moeten luisteren door Israël te laten gaan? Ik ken de HEERE niet…” (Exodus 5:1-2, HSV).1
Waar hier HEERE wordt geschreven, staat in het Hebreeuws de vierletterige naam van God יהוה, Yahweh, die Joden nu niet uitspreken en in navolging daarvan ook in de meeste vertalingen vermeden wordt. Het is uit deze conversatie duidelijk dat Mozes die naam wel gebruikte, zoals hem door God gezegd was (Exodus 3:15).
In eerste instantie kende de farao van de uittocht Yahweh dus niet. Maar nadat Egypte één keer door God geslagen was, maakte hij die opmerking niet meer, hij had de macht van Yahweh ervaren. De oude Egyptenaren waren er niet wars van om ook goden van andere volken te vereren. Mogelijk mede door de ervaringen met Yahweh is dat met de God van Israël nooit gebeurd.
Soleb en Amenhotep III
Toch zijn er op Egyptische bouwwerken hiërogliefen gevonden met de naam Yahweh. Die moeten dus stammen uit de tijd na de uittocht. Het was een recente indrukwekkende toespraak van de in Israël woonachtige Amerikaanse archeoloog Joel Kramer2 die me ertoe bracht om daar eens wat meer over te lezen. Hij was op het spoor gezet door een boek van de bekende seculiere egyptoloog Donald B. Redford3. Die haalt gegevens aan van een in de jaren vijftig van de vorige eeuw van een tempel in Boven Egypte, Nubië, het huidige Soedan, gevonden inscriptie en schrijft daarover: “Al meer dan een halve eeuw wordt algemeen erkend dat we hier te maken hebben met het Tetragrammaton, de naam van de god van Israël, ‘Yahweh’ en als dat zo is, wat zonder twijfel het geval is, dan…” Hij, seculier archeoloog, twijfelt er dus in het geheel niet aan dat het een weergave betreft van de naam Yahweh. Het gaat hierover de tempel in Soleb4, gewijd aan de god Amon-Re en die gebouwd is ten tijde van farao Amenhotep III (ook o.a. bekend als Amenophis III). Dat is een farao uit de 18de dynastie, tijdens het Nieuwe Koninkrijk, waarin Egypte een tijd van rust en weinig oorlogen doormaakte. Nog ter informatie: hij was de grootvader van de bekende Toetanchamon.
Dat tempelcomplex heeft een groot aantal zuilen en op die zuilen worden onder andere de vijanden van Amenhotep III vermeld. Gelijk al op een manier alsof ze verslagen zijn, met de armen achter het lichaam gebonden. Bij elke vijand wordt netjes de naam vermeld in een cartouche, een cirkel met daarbinnen hiërogliefen. Aan hun uiterlijk zijn de vijanden van Egypte ten noorden (Semitisch met baard) en ten zuiden (baardloos) al te herkennen. Er worden daarbij bekende volken genoemd als de Libiërs en stadstaten als Megiddo en Ashkelon.5
Shasu

Het land van de Shasu van Yahweh
In enkele cartouches staat niet de naam van een volk of stad, maar de beschrijving “het land van de Shasu6 van …”. Diverse farao’s en generaals noemen de Shasu als tegenstanders die ze tegenkwamen tijdens hun veldtochten. In Soleb worden onder andere de Shasu van Se’ir (Edom), van Laban (w.s. zuid Amman) en van Sam’ath (stam van de Kenieten) genoemd. Er is discussie geweest over de betekenis van de term “Shasu”. Maar de meeste egyptologen houden het erop dat het “nomaden”, “bedoeïen”, “herders” betekent. Ook zijn er verschillende inzichten waar bepaalde groepen Shasu verbleven. De eerder genoemde Redford plaatst ze geheel ten oosten van de Jordaan, maar anderen menen dat ze ook te westen daarvan aanwezig waren.
En nu wordt het interessant, want in een van de cartouches van Soleb staat “Het land van de Shasu van Yahweh”. Deze inscriptie op een pilaar in Soleb is daarmee dan de oudste buiten Bijbelse vermelding van de God van Israël. En het is treurig dat dit niet goed beschermd wordt tegen vandalisme, zoals Kramer persoonlijk heeft vastgesteld. Natuurlijk is verschillend gedacht over wat “Yahweh” in deze cartouche betekent, daar de andere allemaal betrekking hebben op een plaats of regio. Er is geen enkele stad bekend die de naam Yahweh heeft gehad en dus lijkt de vertaling van de cartouche als “Het land van de nomaden die Yahweh dienen” het meest correct.
Onbekende God / Bekende God
Niet alleen uit de tijd van Amenhotep III is een inscriptie bekend met de naam Yahweh. Ten tijde van de latere(!) farao Ramses II (19de dynastie) is er een tempel gebouwd in Amara-West met overeenkomstige inscripties van vijanden, waarbij ook de naam Yahweh opduikt. Velen gaan ervan uit dat die gekopieerd zijn uit de lijst van Soleb.

Op een Bijbels archeologie platform schrijven Aling en Billington uitvoerig over de naam Yahweh bij oude Egyptenaren.7 In de door Weet magazine uitgebrachte dvd Zoeken naar bewijs – Exodus worden deze Egyptische inscripties niet genoemd.8 In het boek9 dat filmmaker Timothy Mahoney gemaakt heeft over zijn ervaringen tijdens het maken van die film memoreert hij een gesprek met de hiervoor genoemde Aling en Billington. Daarin maken ze duidelijk dat, ervan uitgaande dat Yahweh onbekend was bij de farao van de uittocht de daarvoor steeds weer opgevoerde Ramses II echt uitgesloten kan worden.
Deze gelovige onderzoekers en ook, zo lijkt het Kramer, houden vast aan de gebruikelijke chronologie voor de datering van de farao’s. Kramer citeert in zijn toespraak diverse malen Redfords datering van “laat 15de eeuw” v. Chr. voor de tempel van Soleb. Anderen zetten iets latere jaartallen voor Amenhotep III: 1388-135010 en 1378-133911. In Zoeken naar bewijs12 oppert Mahoney meermaals een aangepaste chronologie, zoals die is opgesteld door David Rohl.13 Bij hem regeert Amenhotep III in de periode van ongeveer 1050-1022. Rohl meent dat Dudimose (1450-1446, let wel in een andere chronologie) de farao van de uittocht is. In dat laatste geval is het niet vreemd dat die farao nooit van Yahweh had gehoord en dat eeuwen later Amenhotep III en Ramses II wel weten wie Hem dienden.
Voetnoten
- Dank aan de medewerkers van de bibliotheek van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden voor de hulp bij het vinden van enige literatuur.
- Joel Kramer, 2016, The Oldest Yahweh Inscription, https://vimeo.com/194261818.
- Robert B. Redford, 1992, Egypt, Canaan, and Israel in Ancient Times, Princeton University Press
- De naam Soleb wordt verschillend geschreven in diverse bronnen.
- Michela Schiff Giorgini, et al. 1965, Soleb I, Firence, Sansoni
- Kenneth R. Cooper, 2005, fsShasu! Who? – The Shahu of Palestine in Egyptian Texts, Evangelical Theological Society. Hij begint zijn artikel met een opmerking over de uitspraak van de term als het geluid dat je maakt als je moet niezen.
- Charles Aling & Clyde Billington, 2010, The Name Yahweh in Egyptian Hieroglyphic Texts http://www.biblearchaeology.org/post/2010/03/08/The-Name-Yahweh-in-Egyptian-Hieroglyphic-Texts.aspx.
- https://webshop.logos.nl/winkel/dvds/zoeken-naar-bewijs-exodus/.
- Timothy P. Mahony (met Steven Law), 2015, Patterns of Evidence – Exodus, A Filmmaker’s Journey, Broadstreet Publishing.
- https://en.wikipedia.org/wiki/Eighteenth_Dynasty_of_Egypt.
- http://farao.egypte-alles-over.nl/dynastie_18_09_Amenhotep3.html.
- https://webshop.logos.nl/winkel/dvds/zoeken-naar-bewijs-exodus/.
- https://en.wikipedia.org/wiki/New_Chronology_(Rohl).