Nooit is wetenschappelijk aangetoond dat leven spontaan ontstaat. En dat terwijl velen tegenwoordig wél vanuit dit uitgangspunt redeneren. Des te vreemder wordt het als je weet dat wetenschappers steeds meer ontdekken dat het leven erg complex in elkaar zit. Toch zoekt men onvermoeibaar voort naar het ontstaan van leven…
In het verleden zijn al vele pogingen ondernomen om het ontstaan van leven te ontdekken. tot nu toe heeft dat tot niets geleid.
Vliegentest

In 1668 deed een geleerde, die Francesco Redie heette, een proef: hij nam drie flessen, en deed in elke fles een stuk vlees. De eerste fles liet hij open. In korte tijd gingen er vliegen op het vlees zitten. De tweede fles dekte hij af met een doek. De vliegen konden niet bij het vlees, maar gingen wel op de doek zitten, omdat de vleeslucht er doorheen kwam. De derde fles sloot hij af met papier. Op deze fles kwamen de vliegen niet af. Na verloop van tijd kropen er maden in het vlees van fles één, en op het doek van fles twee. Bij de derde fles kwamen helemaal geen maden voor. Iedereen erkende: de maden kwamen niet uit het vlees of uit de doek op de fles, maar uit de eitjes die de vliegen op het vlees en op de doek hadden gelegd. Vervolgens trok Francesco Redie de conclusie: levende wezens komen voort uit andere levende wezens.
Maar, is dat een algemeen feit of gaat het alleen op voor vliegen? Men wist in de Middeleeuwen nog niets van bacteriën. Deze micro-organismen zijn zo klein dat het tot in de 19e eeuw duurde voordat ze werden ontdekt. Toen dat eenmaal gebeurde, waren enkele geleerden – Robert Koch en Louis Pasteur – er meteen van overtuigd dat deze kleine wezentjes ook best weleens voor bepaalde ziekten verantwoordelijk konden zijn. In die dagen was dat een gewaagde hypothese. Veel mensen konden niet geloven dat ziekten door bacteriën veroorzaakt werden. Men kon zich niet voorstellen dat een verbeterde hygiëne, zoals handen wassen en het wisselen van kleren na het behandelen van een patiënt, de verspreiding van ziekten tegenging.
Louis Pasteur (1822-1895) toonde aan dat bacteriën door verhitting doodgingen en dat daarmee besmetting ook kon worden tegengegaan (vandaar ook dat Pasteurs naam verbonden is aan het pasteuriseren van melk, waarbij het lang houdbaar wordt gemaakt door het kort te verhitten). Pasteur voerde een experiment uit met gekookte bouillon, die hij in een afgesloten fles met een hele lange kromme hals bewaarde (zodat er wel lucht in kon komen, maar er geen bacteriën in konden vallen). De flessen bleven steriel tot op de dag van vandaag. Ze zijn nog steeds te bezichtigen in de Sorbonne in Parijs. Dit experiment toonde eveneens aan dat leven – hoe klein ook – niet vanzelf ontstaat.
Onvermoeibaar
Vandaag de dag tellen dit soort experimenten niet meer mee. Er worden miljoenen euro’s uitgegeven aan onderzoek dat moet aantonen dat leven wél uit zichzelf is ontstaan. Er zijn ongeveer net zoveel hypothesen opgesteld over het spontaan ontstaan van leven uit niet-leven als er researchgroepen zijn, die zich ermee bezighouden. Maar feit blijft dat er geen wetenschappelijke verklaring is voor het bestaan van informatieverwerkende systemen in het DNA die zelfs een microscopische bacterie vorm geven. Leven komt voor uit… leven! Francesco Redie en Louis Pasteur hadden gelijk.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Hoek, W., 2010, Op zoek naar spontaan levensbegin, Weet 4: 38-39.