Vraag
In Leviticus 11:26 staat in de Statenvertaling: ‘Alle beest, dat den klauw verdeelt, doch de klove niet in tweeën klieft, en niet herkauwt, zal u onrein zijn’. Wat is het verschil is tussen de klauw verdelen of niet verdelen en de klove wel of niet in tweeën klieven? Wat zou de reden geweest kunnen zijn dat dit een van de kenmerken was om te bepalen of een dier rein of onrein was?
Antwoord
In Leviticus 11:3 wordt de basisregel neergelegd: alle dieren die ‘de klauw verdelen’, en wel ‘de kloof in tweeën klieft’, en daarbij ook herkauwen, zijn geschikt als voedsel. Met ‘de klauw verdelen’ wordt een dier bedoeld met een gespleten hoef. Het ziet eruit alsof hij twee ‘tenen’ heeft, zoals schapen, koeien en geiten. Vergelijk dat bijvoorbeeld met een paard, die maar één hoef heeft.
Maar wat dat nu te maken heeft met het al dan niet rein zijn van die dieren? Volgens Moderne Wetenschap in de Bijbel van Ben Hobrink zijn de dieren die geen gespleten hoeven hebben vatbaarder voor parasieten die ook voor mensen gevaarlijk zijn. Het heeft dus niet zozeer met de vorm van de hoef te maken. Het lijkt vooral een uiterlijk kenmerk waaraan onreine dieren herkend konden worden.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Wit, J.R. de, 2017, Rein of onrein?, Weet 47: 50.
