Science(fiction): Na de beer en het rund wordt nu het ‘hert’ als voorouder van de walvis opgevoerd

by | jul 2, 2019 | Evolutie, Paleontologie

De VRT blijft verbazen en verdwazen. Vandaag schrijven ze op hun website: “Hij weegt wel 150 ton en wordt makkelijk 25 meter lang: de blauwe vinvis, het grootste dier dat ooit op de aarde heeft geleefd en dat vandaag nog steeds de oceanen doorkruist. Toch begon het verhaal van deze reus tientallen miljoenen jaren geleden erg bescheiden. Net als alle walvisachtigen stamt hij af van… een hertje.” Werkelijk? Persoonlijk vind ik het een beetje kras, dat de Darwinisten de gelovigen willen verplichten om in dit pseudowetenschappelijke bedrog te geloven en dat terwijl deze Darwinisten zelf vinden, dat het geloof in God ‘onredelijk’ zou zijn. Wie lijdt er nu wérkelijk aan pseudologia phantastica?

Het is des mensen dat iedereen de zaken mooier probeert voor te stellen dan dat ze zijn en voor zichzelf een stevige case probeert op te bouwen. Hetzelfde geldt voor ‘wetenschappers’. Maar, de verbetenheid waarmee de Darwinisten tegenwoordig de ene onwaarheid na de andere onwaarheid debiteren, begint toch wel een beetje ergernis op te wekken. Kenmerkend voor de pseudologische leugenaar is, dat hij in aanwezigheid van buitenstaanders of in de media al dan niet doorzichtige leugens tot vervelens toe herhaalt. Door het valse zelfvertrouwen dat de pseudologische leugenaar uitstraalt – omdat hij niet meer beseft dat hij liegt – zijn er een groot aantal mensen die uiteindelijk ook nog gaan geloven in de nonsens van deze personen. Ook Darwinisten, die collectief aan pseudologia phantastica lijden, zullen helemaal niet aarzelen om werkelijk elk middel te gebruiken om hun pseudo-wetenschappelijke theorieën te onderbouwen.

Door de VRT wordt nu ook weer Dirk Draulans opgevoerd die zonder verpinken beweert dat: “Veel mensen denken dat walvissen altijd in zee hebben geleefd, maar niks is minder waar. Ze stammen af van dieren die van het land terug de zee zijn ingegaan, meer bepaald van de Indohyus. Dat is een hertachtig diertje dat ongeveer 50 miljoen jaar geleden leefde.” Iedereen beseft toch meteen dat een dergelijke bewering regelrecht ingaat tégen de formele regels van het logisch redeneren. In de wetenschap zijn definities natuurlijk cruciaal. Zo zijn volgens de definitie ‘walvissen’ in het water levende zoogdieren. Alle walvissen hebben dus altijd in ‘de zee’ geleefd. Een Indohyus is echter de fossiele voorouder van een waterdwerghert, dat uiteindelijk niets met een hert en nog veel minder met een walvis te maken heeft. Hier worden alleen maar sofistische woordspelletjes gespeeld. De kwakkel, dat de Indohyus een overgangsvorm tussen landzoogdieren en walvissen zou zijn, werd in een artikel uit december 2007 in het blad Nature van Thewissen e.a. de wereld in gestuurd. De meeste paleontologen zijn het echter niet eens met de bewering, dat de Indohyus een overgangsfossiel zou zijn. Er is hier dus in de verste verte géén sprake van een zogenaamde missing link.

Draulans beweert dan ook nog: “Om aan roofdieren op het land te ontsnappen, begon de Indohyus steeds vaker het water in te gaan. Zo is het geleidelijk aan letterlijk verwaterd.” Het is werkelijk ongelofelijk, dat Draulans hier kinderlijke lamarckistische pseudoverklaringen opvoert, die dan ook nog eens door de VRT klakkeloos worden overgenomen. De door de Darwinisten in diskrediet gebrachte Franse bioloog Jean-Baptiste de Lamarck stierf 30 jaar voor de publicatie van Charles Darwins Origin of Species. Lamarck was echter wel de eerste die met het concept van biologische (macro-)evolutie op de proppen kwam, maar hij ontdekte géén mechanisme dat biologische (macro-)evolutie zou kunnen verklaren. Hetzelfde geldt trouwens ook voor Charles Darwin zélf. Zowel het Lamarckisme als het Darwinisme missen elke onderbouwing van een wetenschappelijk aanvaardbaar overervingsmechanisme. Het enige wat dus “geleidelijk aan letterlijk verwaterd” is, is het Darwinisme zélf.
Het zou tot in 1866 duren tot de Oostenrijkse Augustijn Gregor Mendel – de vader van de genetica – het genetische overervingsmechanisme, dat achter micro-evolutie zit, beschreef. Mendel bestudeerde in het klooster door middel van kweekproeven de overerving van eigenschappen van onder andere erwten en stelde een theorie op over hoe eigenschappen zich gedragen bij overerving en kruising. Toen Gregor Mendel in 1866 zijn ontdekkingen publiceerde, trokken deze weinig aandacht, want wat zouden de verlichte ‘wetenschappers’ kunnen leren van een Katholieke pater? In 1900 werd Mendels werk echter herontdekt door Hugo de Vries, Carl Correns en Erich von Tschermak, en sinds die tijd is Mendels naam een begrip geworden in de genetica en in de biologie.

Micro-evolutie of kunstmatige selectie – het overervingsmechanisme dat Mendel beschreef – is in de biologie het mechanisme waarmee bepaalde eigenschappen of een combinatie van eigenschappen bewust worden geselecteerd bij het fokken van dieren of bij de veredeling van planten. Charles Darwin zag kunstmatige selectie als een tegenhanger van natuurlijke selectie, het mechanisme waarmee in de natuur individuen worden geselecteerd die beter aangepast zijn aan hun natuurlijke omgeving. Beide processen hebben echter dezelfde genetische principes en achtergrond, hetgeen betekent, dat ook de darwinistische ‘evolutie’ enkel maar functioneert binnen een soort (= micro-evolutie), maar dat darwinistische ‘evolutie’ dus niet de vermeende overgangen van soort naar soort (= macro-evolutie) zou kunnen verklaren. Na de beer en het rund kan nu dus ook het ‘hert’ als ‘voorouder van de walvis’ naar de prullenmand.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website KatholiekForum. Het originele artikel is hier te vinden.