Dit artikel verscheen eerder op de inmiddels opgeheven website evolutie.eu.
Veel mensen hebben de indruk dat Genesis 1 en Genesis 2 twee verschillende scheppingsverhalen zijn, die bovendien nogal verschillen. De volgorde waarin dingen in Genesis 1 worden gemaakt lijkt heel anders te zijn dan de volgorde in Genesis 2.
1. Twee verschillende scheppingsverhalen?
Er wordt wel gesuggereerd dat er in de eerste twee hoofdstukken van Genesis niet één maar twee scheppingsverhalen staan, die door verschillende mensen en in verschillende tijden zijn geschreven. Genesis 2 kan echter niet als een opzichzelfstaand ‘scheppingsverhaal’ gezien worden, aangezien er bijvoorbeeld niets gezegd wordt over het ontstaan van de zee, zon, maan en sterren. Alle bekende scheppingsverhalen uit het Oude Nabije Oosten gaan uitgebreid op die zaken in, maar Genesis 2 zwijgt er volledig over. Zoals Gleason Archer opmerkt:
The structure of Genesis 2 stands in clear contrast to every creation account known to comparative literature. It was never intended to be a creation account at all. Gleason Archer, 1982, Encyclopedia of Bible Difficulties, Zondervan, Grand Rapids, Michigan, p. 69
Als Genesis 2 geen scheppingsverhaal is, wat is het dan wel? Het lijkt er sterk op dat Genesis 1 het grote plaatje levert over de zesdaagse schepping, en dat Genesis 2 inzoomt op de gebeurtenissen van de zesde dag. Genesis 1 geeft een overzicht van de complete schepping, terwijl Genesis 2 uitgebreid ingaat op één specifiek aspect daarvan, de schepping van de mens en de Hof van Eden. Maar daarmee zijn we natuurlijk nog niet verlost van de schijnbare verschillen in de volgorde van gebeurtenissen in beide hoofdstukken, dus hoe zit het daarmee?
2. Vermeende verschillen in de volgorde van scheppingsdaden
De lezer wordt aangeraden beide hoofdstukken even door te nemen. De volgorde lijkt op drie punten te verschillen:
- In Genesis 1 worden planten op dag 3 geschapen, maar in Genesis 2:5 staat dat er op de aarde nog geen enkele struik en plant was opgeschoten omdat er nog geen mens was op de aardbodem te bewerken.
- In Genesis 1 worden planten op dag 3 geschapen en de mens op dag 6, maar in Genesis 2:7-9 wordt eerst de mens gemaakt, en daarna worden bomen geschapen.
- In Genesis 1 worden vogels op dag 5 geschapen en landdieren op dag 6 vóór de mens, maar in Genesis 2 wordt eerst de man geschapen, daarna de vogels en de landdieren, en daarna de vrouw.
Laten we beginnen bij het eerste schijnbare conflict. Genesis 2:4b-5 leest: Ten tijde, dat de HERE God aarde en hemel maakte, – er was nog geen enkel veldgewas op de aarde, en er was nog geen enkel kruid des velds uitgesproten, want de HERE God had het niet op de aarde doen regenen, en er was geen mens om de aardbodem te bewerken; De oplossing zit hem erin dat hier wordt gesproken over een specifieke groep planten, namelijk planten die gecultiveerd dienen te worden. Deze planten worden namelijk ‘veldgewassen’ (Hebreeuws: ha-sadeh siyach) en ‘kruid des velds’ (ha-sadeh eseb) genoemd. Het Hebreeuwse woordje ha-sadeh (veld) kan de betekenis ‘akker’ hebben. De toevoeging ha-sadeh wordt niet gegeven bij de planten die volgens Genesis 1 op de derde dag werden geschapen. Dus kan aangenomen worden dat de planten van Genesis 2:5 een specifieke groep planten betreft die niet op dag 3 werd geschapen.
Dat de ‘veldgewassen’ en het ‘kruid des velds’ specifiek verwijst naar gecultiveerde planten zien we ook aan het feit dat deze planten volgens Genesis 2:5 afhankelijk zijn van mensen die de aardbodem moeten bewerken. Bovendien gaat de bredere context van dit vers over de aanleg van de Hof van Eden, een tuin die door Adam en Eva bewerkt moest worden, hetgeen wederom bevestigt dat het hier om cultuurgewassen moet gaan.
De tweede schijnbare tegenstrijdigheid laat zich gemakkelijk oplossen. De bomen die in Genesis 2:9 geschapen worden zijn overduidelijk specifiek de bomen in de Hof van Eden.
Dan nu de derde. Genesis 2:19 zegt: ‘En de HERE God formeerde uit de aardbodem al het gedierte des velds en al het gevogelte des hemels.’ Dit lijkt in Genesis 2 plaats te vinden na de schepping van Adam, terwijl de vogels en landdieren in Genesis 1 voor de mens werden gemaakt.
Voor deze ogenschijnlijke contradictie bestaan twee mogelijke oplossingen. Ten eerste zou het kunnen dat de hier genoemde vogels en landdieren slechts de dieren waren die zich in de Hof van Eden bevonden, en dat dit niet over alle vogels en landdieren ter wereld gaat. Een tweede optie betreft de vertaling van het woordje ‘formeerde’. In het Hebreeuws hangt de exacte tijdsbepaling van een werkwoord af van de context. In het licht van Genesis 1 kan dit woordje dus ook vertaald worden met het voltooid deelwoord ‘had geformeerd’. Dat is ook de keuze die de Statenvertaling maakt (‘had gemaakt’).
Bij nadere analyse blijken Genesis 1 en 2 elkaar dus niet tegen te spreken, maar aan te vullen.