Soms zie je een film, waarvan je denkt: ‘die moet iedereen zien.’ Zo’n film is Hush, een documentaire over de gevolgen van abortus. De film opent met nieuwsbeelden van de twee ‘kampen’: pro-life en pro-choice. De filmmaakster, Punam Kumar Gill, schaart zichzelf in het pro-choice kamp. Wat ze echter storend vindt, is dat er in beide kampen geen kritische vragen gesteld mogen worden, want dat is verraad aan jouw kamp. Een voorbeeld is geslachtsselectie via abortus. In het pro-choice kamp geldt dat een vrouw zelf bepaalt waarom ze een abortus wil en dat je geen enkele reden mag afkeuren. Maar, vraagt Gill zich af, als ik mij als feministe niet druk maak over de 160 miljoen ‘ontbrekende’ vrouwen, wie doet het dan wel?
Het sterke van deze film is dat Gill toch die kritische vragen stelt, onder de noemer pro-informatie. De vragen van de maakster focussen op de pro-choice bewering dat abortus een veilige en eenvoudige procedure is waar elke vrouw toegang tot zou moeten hebben. Gill heeft zo haar vragen bij dat ‘veilige’. Hoe zit het met de geruchten dat abortus in verband gebracht wordt met borstkanker, vroeggeboorte en psychische klachten? Zijn dat fabels – in leven gehouden door de pro-life beweging – of zijn ze echt waar? En waarom is er eigenlijk zo weinig neutrale informatie beschikbaar over deze ‘eenvoudige medische behandeling’? De hulpcentra van de pro-life beweging sturen een vrouw bij een abortus vandaan, maar de abortuscentra willen graag dat een vrouw de behandeling ondergaat. Beide geven ze heel verschillende medische informatie. Wie moet een vrouw nu vertrouwen?

Hush
Gill gaat op onderzoek uit. Ze ondervraagt diverse wetenschappers waaronder dr. Angela Lanfranchi en dr. Joel Brind, bekend door hun onderzoek naar borstkanker (zie Leef nr 5, 2016). Gill is skeptisch, maar bemerkt hun betrokken en bezorgde houding en de aannemelijkheid van hun verhaal. Wanneer ze de overeenkomst ontdekt tussen het mechanisme dat zorgt voor een verhoogd risico op borstkanker door een abortus en door een vroeggeboorte,
wordt haar onderzoek persoonlijk. Zij verloor zelf haar eerste zoon aan een vroeggeboorte. Nu gaat het niet meer over een abstract onderwerp,
maar moet ze de vragen ook voor zichzelf beantwoorden. Hoe zit het met haar eigen gezondheidsrisico’s? Op zoek naar antwoorden interviewt ze dr. David Grimes, internationaal hoog aangeschreven gynaecoloog en abortusarts. Hij stelt dat er geen sprake is van een verband tussen abortus en borstkanker. Alle grote kankeronderzoeksorganisaties hebben deze conclusie immers getrokken. Hij noemt verder onderzoek onnodig en zelfs onethisch. Gill neemt daarom contact op met de grote kankeronderzoekorganisaties. Hoe zijn die tot deze conclusie gekomen? Echter, ze vindt geen gehoor. Geen van de organisaties die ze aanschrijft wil haar te woord staan. Ze wordt bij het National Cancer Institute (NCI) zelfs door de bewaking van het terrein verwijderd. Nu gaat Gill ook twijfelen aan de betrouwbaarheid van de grote medische organisaties. Als de wetenschap zo duidelijk is, waarom willen ze het haar dan niet uitleggen?
Zo ontdekt Gill tijdens het maken van haar film dat het debat over abortus zó gepolariseerd is dat zelfs de medische wetenschap moet buigen voor politieke ideologieën. Op twee belangrijke bijeenkomsten van de NCI over borstkankerpreventie en van het Ministerie van Volksgezondheid over vroeggeboortepreventie, wordt het verband met abortus niet alleen genegeerd maar ook ontkend en worden vragen van wetenschappers uit de zaal niet in behandeling genomen. De conclusies van beide vergaderingen – die leidend zijn voor landelijke richtlijnen én informatievoorziening – zijn dus niet op basis van onderzoek, maar op basis van politieke ideologie. Als feministe is Gill heftig verontwaardigd. Als vrouwen de keuze hebben voor een abortus, dan hebben ze toch ook het recht om te weten wat het gevolg van die keuze voor hen is? Hoe kunnen ze anders een geïnformeerde keuze maken? Wanneer ze spreekt met een groep vrouwen die psychische klachten hebben gekregen na hun abortus en hoort hoe dit vervolgens weer door abortusvoorstanders wordt ontkend, is voor Gill de maat vol. Vrouwen hebben recht om te weten wat deze medische behandeling voor gevolgen kán hebben. Nee, niet alle vrouwen krijgen psychische klachten, maar een deel van de vrouwen wel en zij verdienen het om gehoord te worden. Hoe kunnen we spreken over abortus als een keuze wanneer we er niet eens een normaal gesprek over kunnen voeren? Gill pleit voor betere informatievoorziening en betere ondersteuning voor en na de abortus. Zij ziet hier een opdracht voor de nieuwe generatie feministen. Vrouwen moeten opkomen voor elkaar en voor het recht om antwoorden te krijgen op gevoelige vragen. En bovendien om iets te doen aan de steeds groter wordende groep van vrouwen die niet geboren wordt vanwege abortus op basis van geslacht.
Het kijken van deze documentaire is allereerst de moeite waard vanwege de overweldigende feiten en cijfers die gepresenteerd worden. Je zou de film willen laten bekijken door elke gezondheidsorganisatie, abortusarts en politicus in Nederland, om vervolgens de vraag te stellen: en wat is daarop uw antwoord? Verder is de film sterk omdat Gill zelf niet tegen abortus is. Het gaat haar niet om de moraliteit van abortus zelf, maar de moraliteit van eerlijke informatievoorziening. Waar een film gemaakt door een pro-life regisseur kan worden afgedaan als propaganda, gaat dat voor deze film niet op. Tot nu toe is de Engelstalige film nog niet beschikbaar met Nederlandse ondertiteling (misschien in de toekomst), maar hij is geschikt voor iedereen die de Engelse taal een beetje machtig is.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Leef Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Gunnink, W., 2016, Sst, niet oer praten: abortus heeft gevolgen, Leef 32 (7): 16-17 (PDF).