Aan steenkoollagen worden vaak leeftijden van miljoenen tot honderden miljoenen jaren toegeschreven. Maar als steenkool echt zo oud is, kan het beslist geen koolstof-14 (14-C) meer bevatten. Want het radioactieve 14-C vervalt zo snel dat er na zo’n honderdduizend jaar geen spoortje meer van te bekennen is. Toch worden er in steenkool nog meetbare hoeveelheden 14-C aangetroffen. De aanwezigheid van 14-C in steenkool toont aan dat steenkool op z’n hoogst enkele tienduizenden jaren oud is.

Koolstof is een element dat in grote hoeveelheden voorkomt in organisch materiaal. Er bestaan drie verschillende types (isotopen), namelijk:
- Koolstof-12 (12-C)
- Koolstof-13 (13-C)
- Koolstof-14 (14-C)
Van deze drie isotopen is 14-C het meest zeldzaam. In de atmosfeer zijn er een biljoen keer zo veel 12-C-atomen als 14-C-atomen. Deze verhouding van één 14-C-atoom per biljoen 12-C-atomen is ook de verhouding in levende planten en dieren.
Verval
Zo lang planten en dieren in leven blijven en stoffen uitwisselen met hun omgeving, blijft deze verhouding hetzelfde. Maar zodra organismen sterven, begint de hoeveelheid 14-C af te nemen. Want 14-C is radioactief: het vervalt met een halfwaardetijd van 5.730 jaar tot stikstof-14. Dat wil zeggen dat er na 5.730 jaar nog maar de helft over is. Na 11.460 jaar is er nog maar een kwart over, et cetera. Intussen blijft de hoeveelheid 12-C ongeveer hetzelfde, dus neemt de verhouding 14-C ten opzichte van 12-C steeds verder af. Na 100.000 jaar is er nog maar zó weinig 14-C over in verhouding tot 12-C, dat het zelfs met de meest gevoelige apparatuur beslist niet meer
waarneembaar is. Toch wordt er nog 14-C gevonden in steenkool. En dat terwijl veel steenkoollagen al driehonderd miljoen jaar oud zouden zijn! Dat geldt ook voor fossiel hout, fossiele schelpen, fossiele botten, aardgas, marmer en zelfs voor diamanten: allemaal bevatten
ze nog meetbare hoeveelheden 14-C. Voor al deze materialen, waar nog detecteerbaar 14-C in wordt aangetroffen, geldt dat ze op z’n hoogst enkele tienduizenden jaren oud zijn.
Verklaring
Hoe gaan wetenschappers die in miljoenen jaren geloven hiermee om? Want dat steenkool zo jong zou zijn is in totale tegenspraak met de geologische kolom. Hoe verklaren ze de aanwezigheid van 14-C in steenkool en andere materialen?
- De meest populaire evolutionistische verklaring is contaminatie (verontreiniging). De 14-C die in laboratoria wordt gemeten moet afkomstig zijn van besmetting die onbedoeld plaatsvindt terwijl de monsters worden voorbereid op de meting. Maar de onderzoekers die deze metingen uitvoeren treffen stringente voorzorgsmaatregelen om contaminatie te voorkomen! Ook wordt er voor besmetting gecorrigeerd door een ‘contaminatiecorrectie’ van de gemeten waarde af te trekken. De meeste steenkolen blijken dan nog steeds significante hoeveelheden 14-C te bevatten…
- Kan de besmetting dan hebben plaatsgevonden tijdens het mijnen van het steenkool? Kan er een klein beetje 14-C uit de lucht in het steenkool terecht zijn gekomen? Het probleem hiermee is dat er in de lucht maar heel weinig 14-C zit. Zelfs als iedere kilo gemijnde steenkool op één of andere manier al het 14-C uit één liter lucht zou absorberen, zou de resulterende 14-C concentratie vijfduizend keer zo weinig zijn als wat er in steenkool wordt gevonden. Dit kan dus ook niet de oplossing zijn.
- Een derde evolutionistische poging om het 14-C in steenkool te verklaren is de suggestie dat het afkomstig is van uraniumverval. Uranium is net als 14-C radioactief en vervalt in een aantal stappen tot lood. Tijdens dit uraniumverval ontstaat een beetje 14-C. In en rond steenkool kunnen kleine hoeveelheden uranium voorkomen, dus is dit misschien de verklaring voor 14-C in steenkool? Ook deze verklaring is ontoereikend. Omdat er maar zo weinig uranium in steenkool zit en uranium zo langzaam vervalt, kan dit maar héél weinig 14-C verklaren. De 14-C concentratie die op deze manier verklaard kan worden, is tienduizend keer te laag.
De auteur heeft op deze website een uitgebreid artikel geschreven over deze materie.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Jorritsma, R.N., Steenkool veel jonger dan gedacht. C-14 in steenkool krachtig argument vóór scheppingsmodel, Weet 13: 10-11.